NEW YORK - Amerikaanse beleggers keken gisteren aan tegen een berg macro-economische cijfers, waarvan de meeste teleurstellend waren. Van de langverwachte opleving van de Amerikaanse economie blijkt nog steeds niets. In combinatie met een naderende 11 september en een mogelijke aanval op Irak, regeerde onzekerheid gisteren op Wall Street. Beursgraadmeter Dow Jones Industrial sloot gisteren op 8283,70, een verlies van 1,7%. De Nasdaq Composite (1251,10 punten) eindigde 3,2% in de min.
Het Labor Department in de VS meldde gisteren dat de productiviteit in het tweede kwartaal met 1,5% was gestegen. Het percentage was weliswaar hoger dan verwacht, maar stak mager af bij de 8,6% groei in het eerste kwartaal. Werkloosheidscijfers blijven verder onverminderd hoog en de fabrieksorders namen in juli toe met niet meer dan 4,7%, minder dan de 5% waarop analisten hadden gerekend.
Ondertussen hing er de kwartaal-update van Intel boven de markt. Weliswaar was die nabeurs gepland, maar beleggers zat het alvast niet lekker. Die onzekerheid vertaalde zich in een forse koersdip. Het aandeel sloot 6,2% lager op $15,11. De beleggers haalden nabeurs hun gelijk: Intel kwam met een lagere omzetverwachting.
Ook luchtvaartmaatschappijen waren in de mineur. United Airlines daalde met maar liefst 8% naar $3,22, Northwest ging onderuit met 6,3% op $9,36. Ook retailers verging het niet best. Zo maakte Wal-Mart weliswaar bekend dat de verkopen in augustus met 3,8% waren gegroeid, maar spraken analisten toch van een slechte maand. Men had kennelijk meer verwacht. Wal-Mart gleed 2,7% weg op $50,94.
Procter & Gamble probeerde er gisteren nog wat van te maken en beloofde dit jaar dubbele winstcijfers. De operationale winstverwachting voor het kwartaal dat eind september eindigt, werd van 11 naar 15% verhoogd. Dit bezorgde het aandeel een winst van 1,5% op $89,85. Banken leden ondertussen weer onder de justitiële kater van allerlei schandalen. Citigroup noteerde 3,3% lager ($29,30), J.P. Morgan 5,1% ($24,10) en Goldman Sachs 3,5% ($72,89).