AMSTERDAM - De supermarktbranche in Nederland gaat een zonnig jaar 2002 tegemoet. Dat verwacht adviesbureau Deloitte & Touche op basis van onderzoek onder 107 supermarkten. Neemt de omzet dit jaar met gemiddeld 8% toe, de nettowinst als percentage van die omzet stijgt tot 1,6, van 1,2 over 2001.
De kleine buurtsuper, met een vloeroppervlak van nog geen 200 vierkante meter en minder dan vijf man personeel, krijgt het moeilijk, verwacht Deloitte & Touche. De generatie die nu nog aan het roer staat, zal nog wel voldoende inkomen weten te genereren, maar de overdracht van deze winkels aan een volgende generatie "zal in het algemeen onmogelijk blijken te zijn".
De kleine supermarkt, met een gemiddeld vloeroppervlak van 680 vierkante meter en zo'n 20 man personeel, zal er "alles aan moeten doen om omzetgroei te realiseren". Langere openingstijden en een breder assortiment, in combinatie met kostenbeheersing, zal in 2002 desalniettemin leiden tot "een bevredigende winstontwikkeling". Voor supermarkten met een vloeroppervlak van gemiddeld minimaal 761 vierkante meter en meer dan 26 personeelsleden blijft de zon in 2002 "volop schijnen".
Het goede jaar 2002 volgt op "een uitstekend 2001". De gemiddelde zelfstandige supermarktondernemer zag zijn nettowinst vorig jaar 'explosief' toenemen tot een slordige 43.000 euro, aldus Deloitte & Touche. Dat komt overeen met 1,2% van de omzet van dat jaar. In 'rampjaar' 2000 was dat percentage bijna nul.
In 2001 zagen alleen de kleinere buurtsupers hun winst dalen. De grotere buurtsupers - met een omzet van minimaal 25.000 euro - lieten bijna een verdubbeling zien van de nettowinst. Voor Deloitte & Touche aanleiding om te spreken van een heuse 'revival' van de buurtsuper. Vijf jaar geleden zette nog een trend in waarbij de traditionele buurtsuper uit het straatbeeld dreigde te verdwijnen.
De supermarkten worden ondertussen steeds groter. Is het gemiddelde vloeroppervlak nu nog 600 vierkante meter, nieuwe winkels zijn zonder uitzondering groter dan 1000 vierkante meter. Vooral de uitbreiding van het assortiment - in non food en kant-en-klaar - is daarvoor de aanleiding, aldus Deloitte & Touche.