SCHWERIN - De stoom kwam uit zijn neusgaten. Bondscoach Angelo Frigoni van de Nederlandse volleybalsters was woest. Niet alleen na afloop van het vierde WK-duel tegen Zuid-Korea (3-0; 25-23 25-18 25-22); al in de eerste set droop de ergernis van zijn gezicht. Verliezen van de Aziatische natie was vooraf ingecalculeerd, maar de manier waarop de Oranjespeelsters de wedstrijd uit handen gaven, was weerzinwekkend. Na de eerdere 3-0 nederlaag tegen Cuba is vandaag in het laatste eerste-rondeduel tegen Canada winst van belang, wil het Nederlandse team zicht houden op de tweede ronde van het wereldkampioenschap volleybal.
De emoties liepen hoog op in de sporthal van het Duitse Schwerin. Spelverdeelster Riëtte Fledderus liep na het laatste fluitsignaal onmiddellijk hard snikkend weg, Frigoni erachteraan. De rest van de vrouwen bleef doodstil zitten op de stoeltjes langs de kant van het speelveld. Vechtend tegen de tranen. Een enkeling kon nog een glimlachje voor een familielid opbrengen. Nee, de goede sfeer van afgelopen zaterdag, na twee gewonnen wedstrijden tegen Roemenië en Egypte, is het Nederlands team volledig door de vingers geglipt.
Werden de problemen een dag eerder na de wedstrijd tegen Cuba nog weggewuifd als een éénmalige misser, na het verlies tegen de nummer één in groep B, Zuid-Korea, erkende aanvoerster Ingrid Visser dat er meer aan de hand is. Belangrijke issue: een deel van de vrouwen verschuilt zich tijdens de wedstrijden. "We hebben een hele gezellige ploeg, maar in het veld is het geen team. Ik had het liever andersom gezien. Dat we minder met elkaar overweg kunnen, maar dat iedere speelster in het veld wel zijn verantwoordelijkheid neemt. Nu zijn er slechts vier mensen aanspeelbaar. De rest is te bang. Heeft de bal liever niet. Dat is onaanvaardbaar op dit niveau."
Namen noemt de aanvoerster niet. Maar het is vrij eenvoudig te zien waar de problemen liggen. Zo slinkt het zelfvertrouwen van de 18-jarige Manon Flier met de minuut. De 1.90 meter lange passer/loper krijgt bijna geen bal fatsoenlijk langs het blok. De ervaren Elles Leferink weet daar dan nog wel raad mee, maar haar services slaat ze op de meest cruciale momenten uit. Het blok van Irina Donets, dit seizoen voor het eerst bij het team, heeft momenteel veel weg van een gatenkaas, terwijl de aanvalspogingen van aanvoerster Ingrid Visser zelf ook te vaak uit inspiratieloze boogballetjes bestaan.
En dat zijn onvoldoende wapens tegen de Zuid-Koreanen, die onnavolgbaar zijn in het halen van ballen. Als het verschil tussen de bal en de grond slechts een nagelrand is, weten de Koreaansen er hun pink nog tussen te wringen. Donets: "Dat wisten we van tevoren over de Zuid-Koreanen. We speelden niet voor niets in de voorbereiding tegen de Chinezen. Ze hebben dezelfde stijl. Zijn verschrikkelijk defensief ingesteld. Voordat je een punt scoort, heb je er per definitie een rally opzitten. En daar zijn we momenteel gewoon te onzeker voor. Als we één keer een aanval goed opzetten, zijn we al heel erg opgelucht. Wordt de bal dan voor de zoveelste keer van de grond gehaald en moet je verplicht weer aan de slag, dan breekt er iets."
Tot overmaat van ramp zit de bank momenteel ook vol twijfelkonten. Maureen Staal, Ruth Heerschap, Alice Blom en Kim Staelens zijn niet in staat een wedstrijd te keren. Ingrid Visser: "Zeker tegen de absolute topnaties komen we mensen tekort die het voortouw nemen. Je ziet zelfs dat sommigen het niet eens meer proberen. Dat is balen. Omdat we ook anders hebben gespeeld. Met zelfvertrouwen, flair en technisch sterk. Hoe we die sfeer terugkrijgen? De enige manier om dit op korte termijn op te lossen is de tweede ronde halen. Dus winnen van Canada. Hoe dan ook. Dan begin je namelijk in een hele nieuwe poule met vier ploegen in een andere Duitse plaats. En dit gewoon allemaal vergeten. Want dat is het toch wel: het vergeten waard."
Stand: 1. Zuid-Korea 3-6 (9-3), 2. Cuba 3-4 (8-5), 3. Nederland 3-4 (6-4) 4. Canada 3-2 (5-6), 5. Roemenië 3-2 (5-6), 6. Egypte 3-0 (0-9).