NEW YORK - Niet alleen de Amerikaanse beurswaakhond SEC houdt zich bezig met mogelijke dubieuze praktijken van beursanalisten. Meer dan 40 Amerikaanse staten onderzoeken mogelijke belangenverstrengeling van aandelenanalisten bij banken.

De staten willen op die manier hun steentje bijdragen om het vertrouwen van de beleggers in de aandelenmarkten terug te brengen, aldus directeur J. Borg van de toezichthouder in Alabama.

Daarmee treden zij in de voetsporen van de staat New York, die onlangs een schikking trof met de gerenommeerde bank Merill Lynch. Die moest een boete betalen van $100 miljoen na beschuldigingen van bevooroordeelde analistenrapporten.

De analisten van Merrill Lynch zouden aandelen hebben aangeprezen waarin zij nauwelijks geloofden om hun bank aan lucratieve transacties met de betreffende bedrijven te helpen.

De betrokken autoriteiten van de staten nemen nu ook andere banken op de korrel. Daarvoor concentreren enkele staten zich telkens op een belangrijke zakenbank. Zo neemt de staat Alabama gezamenlijk met Georgia, Indiana en Mississippi de bank Lehmann Brothers voor zijn rekening.

De SEC kondigde in april al aan onderzoek te doen naar mogelijke belangenverstrengeling van de analisten. Daarbij krijgt zij hulp van de New York Stock Exchange en de National Association of Securities Dealers, die de belangrijkste beurzen op Wall Street exploiteren. In mei kwam de SEC vervolgens met strakkere regels voor de aandelenanalisten.

De staten zeggen uitdrukkelijk niet de SEC en de federale autoriteiten in de wielen te willen rijden.

De autoriteiten voorspellen dat de onderzoeken op korte termijn tot een stroom aan nieuwe rechtszaken zulllen leiden, vergelijkbaar met die van New York tegen Merrill Lynch.

Sommige zeggen het ook niet te schuwen belastend materiaal al eerder naar buiten te brengen om beleggers aan te sporen zelf naar de rechter te stappen.

zoek naar gerelateerde artikelen

di 3 september 2002