Van onze speciale verslaggeefster HELSINGOR - Italië en Groot-Brittannië overwegen een apart akkoord met de Verenigde Staten te sluiten om Amerikaanse soldaten immuniteit te garanderen voor het Internationale Strafhof (ICC) in Den Haag.
De twee landen dreigen daarmee de onderlinge solidariteit binnen de Europese Unie te doorbreken, zo bleek dit weekend tijdens een informele bijeenkomst van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken in het Deense kustplaatsje Helsingor.
De Italiaanse premier Berlusconi verklaarde daar tegenover de pers dat Italië bereid is een overeenkomst met de VS te sluiten omdat hij begrip heeft voor het Amerikaanse standpunt. De Britse minister Jack Straw noemde zo'n akkoord 'een optie'.
Washington wil onder geen beding het risico lopen dat zijn soldaten voor het Hof in Den Haag moeten verschijnen en eist daarom garanties van alle landen die het ICC-verdrag hebben geratificeerd, dat zij Amerikaanse soldaten niet aan het Hof zullen uitleveren.
Engeland en Italië hebben zaterdag wel beloofd, dat zij wachten tot eind september voordat ze een besluit nemen. In de tussentijd zoeken juridische experts van de EU-landen uit of dergelijke bilaterale akkoorden al dan niet in strijd zijn met het ICC-verdrag. Op basis daarvan zullen de 15 EU-landen een gezamenlijk standpunt innemen.
"Ik ben heel blij met dit resultaat", zei minister Jaap de Hoop Scheffer (Buitenlandse Zaken) na afloop. "Als gastland hebben wij de verplichting om solidariteit te waarborgen voor het ICC. Nederland zal dan ook nooit een apart akkoord met de VS sluiten. Dat zou het einde van het Strafhof zijn."
Italië en Groot-Brittannië vinden echter dat bilaterale akkoorden met de VS mogelijk zijn binnen het ICC-verdrag. Ze zijn daarmee bereid het controversiële voorbeeld te volgen van EU-kandidaat Roemenië, Israël en Oost-Timor, die onder zware Amerikaanse pressie reeds zo'n akkoord met de VS sloten.
De meningsverschillen rond het Strafhof zetten extra druk op de betrekkingen tussen de EU en de VS, die toch al op de tocht staan vanwege Irak. Ook over deze kwestie bleek er tussen de EU-landen weinig overeenstemming te bestaan. In Helsingor bevestigden de bewindslieden alleen dat de Amerikaanse president Bush de steun van de Verenigde Naties moet hebben als hij Irak wil aanpakken.
"Irak moet onverwijld de wapeninspecteurs van de VN weer toelaten. De EU steunt de inspanningen van VN-topman Kofi Annan om ze weer terug te krijgen", aldus De Hoop Scheffer.
Maar over de vraag wat er moet gebeuren als de Iraakse leider Saddam Hoessein blijft weigeren mee te werken, zijn de EU-landen het niet eens. Duitsland en Frankrijk verzetten zich tegen een aanval op Irak, terwijl de Britten daar als trouwste bondgenoot van de VS wel voor voelen. Het Britse idee om een ultimatum aan Saddam Hoessein te stellen, kwam niet eens aan de orde.
Vooral de Duitse minister Joschka Fischer verzette zich krachtig tegen iedere militaire aanpak van Saddam. Hij wees op de onberekenbare risico's van een oorlog en de instabiele situatie die daar uit voort zou vloeien. "Niemand wil oorlog als instrument om het regime in Irak te veranderen", zei Fischer.
De ministers werden het wel eens over een nieuw stappenplan van het Deense voorzitterschap voor het Midden-Oosten. Het is een nadere invulling van het breed onderschreven doel om in 2005 tot een Palestijnse staat te komen.