AMSTERDAM - "Zet wel m'n leeftijd in het verhaal. Anders denken de lezers misschien dat ik een routinier ben, terwijl ik nog een hele carrière voor me heb." Bij dezen: Cristian Chivu zag op 26 oktober 1980 in Resita Roemenië het levenslicht en is dus 21 jaar oud. Grond voor het verzoek is de opmerking dat de aanvoerder van Ajax niet de indruk van een jonkie achterlaat. Sterker: hij heeft het vaak over zij als hij over de jonge spelers praat. Chivu komt over als een ervaren speler, die het klappen van de zweep kent en al jaren in de top bivakkeert. Vandaar dat het begrijpelijk is dat hij ondanks zijn jonge leeftijd te boek staat als de leider van het jonge Ajax en als zodanig wordt geaccepteerd door jong en oud. Door Zlatan Ibrahimovic en Richard Witschge.
"Ik ben geen geboren leider. M'n vriendjes in Resita liepen alleen achter me aan om te voetballen omdat ik de beste was. Meer niet. In mijn voetballeven heb ik me ontwikkeld als leider. Privé ben ik anders, rustig, relaxed, zelfs een beetje verlegen. In het veld ga ik tot het uiterste om te winnen en ben ik vaak een angry young man."
Sinds zijn komst in 1999 naar Amsterdam heeft de Roemeense international het niet altijd even gemakkelijk gehad. "Grote spelers als Danny Blind, Frank Rijkaard of Jari Litmanen waren niet meer aanwezig om het team te dragen. Voor mij was er evenmin een schouder om op te steunen. Een rolmodel ontbrak. Ik moest als 19-jarige alles zelf ondervinden en verbeteren."
Een harde leerschool. In het begin ging het te geforceerd. Iedere minuut probeerde Chivu zich waar te maken. "Om te laten zien dat Ajax een goede beslissing nam door mij te halen en ik mijn transfersom waard was." Onervarenheid gekoppeld aan zijn ondoordachte manier van spelen leverde hem enkele rode kaarten op. "Soms ook domme kaarten. Nee, niet voor een doodschop. Als verdediger moet je agressief zijn en kunnen kicken. Maar killen ligt niet in mijn aard. Ik besef altijd dat m'n tegenstander ook een collega is, die z'n gezin te eten geeft met het geld dat hij als voetballer verdient. Killers zijn geen mensen voor mij."
Na een moeizame start kroop Chivu uit het dal en werden zijn voetbalkwaliteiten onderkend. "Het duurde even. Zelfs drie jaar voordat ik met een prijs in m'n handen stond. Natuurlijk waren er trainers, maar in het veld sta je er alleen voor. In die tijd zag ik het ontbreken van een ervaren routinier als nadeel, maar ik heb me er sneller door kunnen ontwikkelen zonder dat iemand me in de weg stond. Uiteindelijk win je als Ajax-aanvoerder de dubbel, het Amsterdam Tournament en de Johan Cruyff Schaal. Bekijk ik achteraf mijn ontwikkeling in Nederland als voetballer en als persoon dan geeft me dat een heel speciaal, zelfs een beetje een trots gevoel."
Zijn leiderschap is onomstreden in de ArenA. Uiteraard zit het ook in de genen, in zijn persoonlijkheid, uitstraling en voetbalkwaliteiten. "Toch blijft hard werken voor mij de basis. Anders red je het niet en word je niet geaccepteerd. Met mijn instelling probeer ik een voorbeeld te zijn voor de jonge spelers." Het was volgens de Roemeen nodig in de aanloop naar het seizoen. Voetballend groeide de groep razendsnel de eerste weken. "Ik voetbalde ècht bij een ander Ajax. Een meer volwassen Ajax dat bergen extra zelfvertrouwen had door het winnen van hoofdprijzen. Tegelijkertijd school daarin een gevaar. Je voelde tevredenheid en sommigen dachten in de voorbereiding al een stapje minder te kunnen doen. Toen heb ik me laten gelden. "
Iedereen moest met de beentjes op de grond staan. Zonder het leveren van arbeid wint Ajax niet. Kwaliteiten zijn aanwezig, maar deze ploeg is niet zover als het team in 1995. "Iedere Ajax-speler moet begrijpen dat winnen met dit Ajax nog steeds geen vanzelfsprekendheid is. Als outsider hebben we met hard werken de dubbel gewonnen; als favoriet moet je nog harder werken omdat je dit seizoen de te kloppen ploeg bent."
Chivu ondervindt het aan den lijve. Tot dusver krijgt hij als vrije verdediger bijna iedere wedstrijd een vaste bewaker bij zich. Trainers van de tegenpartij denken de opbouw van Ajax lam te leggen door Chivu het spelen te beletten. "Je zou gaan denken dat ik Pele ben. Igor Gluscevic van FC Utrecht moest mij alleen voor de voeten lopen. Volgende keer vraag ik zo'n speler of hij ook meeloopt als ik naar het toilet ga."
Tegen FC Barcelona en Vitesse bewees Ajax dit prille seizoen te zijn gegroeid door terug te knokken na een achterstand. "Deze spelersgroep is inmiddels tegen een stootje bestand. Met de heersende mentaliteit, het aanwezige zelfvertrouwen en de honger in de groep naar meer prijzen zullen we de draad na een nederlaag, die ongetwijfeld een keer komt, snel weer oppakken."
"Hoewel ik pas 21 jaar ben, voel ik me verantwoordelijk voor de prestaties van Ajax. Verantwoordelijkheidsgevoel is belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling als voetballer. Ik zou kunnen zeggen dat ik stil sta, omdat er bij Ajax geen spelers lopen, die mij tijdens een slechte wedstrijd bij de hand kunnen nemen. Maar ik draai het graag om. Als het lukt met die jonge, talentvolle spelers beter te presteren, groeit het team en ontwikkel ik me eveneens tot een betere speler. Ik ervaar m'n debuut in de Champions League met Ajax als een groeiproces voor ons team en voor mezelf."
Het tot wasdom komen als topvoetballer de laatste drie jaar schrijft Cristian Chivu mede toe aan de kritische benadering van zichzelf. Zelfkritiek is niet de meest voorkomende eigenschap van een jonge voetballer. "Vroeger deed m'n vader het. Toen hij vier jaar geleden overleed, heb ik die rol overgenomen." Hij schudt drie fouten uit zijn mouw bij Vitesse-Ajax, terwijl de winnende vrije trap onbesproken blijft. "Een fout kun je verbeteren, zei m'n vader soms tot vervelens toe. Toch had ik zo'n criticaster nodig en daarom ben ik het nu van mezelf."
Het overlijden van zijn vader heeft Chivu, indertijd een tiener, uiteraard zwaar aangegrepen. Vaak wordt gezegd dat je sterker wordt van tegenslag, maar in dit geval gelooft de Roemeen daar niet in. "Ik zou de tijd graag terugdraaien. In die tijd leek er een vloek op onze familie te rusten, omdat ik meerdere dierbaren in korte tijd verloor. Ook zonder die persoonlijke tragedies had ik bereikt wat ik nu heb bereikt. Daarvan ben ik overtuigd."
Inmiddels heeft hij de dood van z'n vader geaccepteerd en ermee leren leven. "Het is blijkbaar voorbestemd. Hij mag dit niet lijfelijk meemaken. Toch voel ik hem immer bij me. Hij komt altijd voor in mijn dromen, hij steunt me en geeft me kracht. Ik word daarom altijd blij wakker."
Binnen de selectie probeert Cristian Chivu voor de jonge spelers eenzelfde rol te spelen als zijn vader vroeger voor hem vervulde. "Met zijn kritiek had hij het beste met me voor. Zo bedoel ik het ook als ik iets tegen een collega zeg. Nee, zonder cynisme, want daar maak je iemand snel mee kapot. Wel kritisch. Jonge voetballers hebben dat nodig. Ze voelen zich de King van de ArenA als ze hebben gescoord en het publiek hun naam scandeert. Zo werkt het niet als je méér wilt winnen. Ouderen begrijpen dat beter."
Ofschoon dit niet direct betrekking heeft op jongens als Ahmed 'Mido' Hossam of Zlatan Ibrahimovic, bekommert Chivu zich graag om de Egyptische en Zweedse spits, die hun aanvoerder steevast als hun grote Amsterdamse vriend beschouwen. "Bij hun komst zag ik mezelf weer binnenkomen bij Ajax. Stoer, maar in je hart onzeker. Ik wist wat ze doormaakten en wilde ze graag helpen. Voor hun was het extra moeilijk, omdat ze met een enorm verwachtingspatroon werden opgezadeld. Zlatan als Ajax' duurste aankoop en Mido als het exceptionele talent. Ze ontwikkelen zich goed, maar ik wijs ze er op dat ze hun leven volledig in dienst van het voetbal moeten stellen om wereldsterren te worden. De kwaliteit is aanwezig. Daarnaast zijn het doodgoeie gasten, waar je verschrikkelijk mee kan lachen. Mido heeft trouwens de daad bij het woord gevoegd. Hij is in de zomer getrouwd in Caïro. Om meer balans in z'n leven te krijgen. Mooi hè?"
Voor de ongetrouwde Chivu is een vrouw in zijn leven niet noodzakelijk om de discipline op te brengen die bij topvoetbal hoort. "Ik ben ermee opgegroeid. In Roemenië heb ik het voetbal altijd weten te combineren met school. Zonder problemen. Ik maakte m'n 'highschool' af terwijl ik in de hoogste Roemeense divisie speelde. Komend seizoen ga ik waarschijnlijk opnieuw studie en voetbal combineren. Vrije tijd voldoende en je kunt je zinnen een beetje verzetten. Ik overweeg me in te schrijven voor de studie psychologie. Lijkt me verstandiger dan iedere dag op het terras te zitten of te shoppen."
Maandag ontvangt Cristian Chivu de gouden schoen als Voetballer van het Jaar. Nog eenmaal zal hij dan terugkijken op het vorige seizoen, dat zo succesvol verliep. Met de landstitel als absoluut hoogtepunt. "Ik had drie slapeloze nachten voorafgaand aan de wedstrijd tegen NEC. Het spookte maar door m'n hoofd: stel dat we níet winnen. Gelukkig lag ik bij André Bergdolmo op de kamer en praatte hij die gedachte uit m'n hoofd. Normaal ben ik op het veld geconcentreerd, hoewel er ruimte moet blijven voor een lach. Echter toen het 2-0 stond, riepen we al ongelovig tegen elkaar: we worden kampioen, kampioen. Alleen Jan van Halst zei nog: Fuck, hou je kop erbij. Om even later te zeggen: Tsjonge, tsjonge, Jan van Halst kampioen van Nederland."
De ontlading was groot toen Chivu de kampioensschaal in handen kreeg gedrukt, maar de belevenis een week later tartte z'n voorstellingsvermogen. "De adrenaline spoot door m'n lichaam toen we de Amstel Cup pakten met de golden-goal van Zlatan. Ongelofelijk wat er dan door je heen gaat. Je bent even van de wereld van vreugde. Ik begon als een gek te rennen. Toen ik bij Zlatan kwam, stortte ik gewoon in elkaar, ik zakte zo door m'n benen, kon niet meer blijven staan. Een rare gewaarwording, maar wel eentje die ik nooit had willen missen."
Volgens Chivu zijn het de momenten die een voetballer en een elftal verrijken. "Het blijft belangrijk om er dit seizoen op de juiste manier mee om te gaan. Maar daar zijn we zelf bij." Zoals de Roemeen niet gelooft dat de uitverkiezing van Voetballer van het Jaar met hem aan de haal zal gaan. Hoewel het toch bijzonder is om in zo'n korte tijd - drie jaar is hij in ons land - en dan nog als verdediger en buitenlander de prijs in de wacht te slepen. "De verkiezing zie ik als positief voor m'n komende carrière. Ik ben toch pas 21. Aan de andere kant blijft het ook een verkapte prijs voor het team."