door Tjyying Liu PEKING - "Er komt geen einde aan de milieuproblemen in China", verzucht een verhitte Hu Jia over een glas water in Peking. "Kijk nou naar zo'n dag als vandaag. De lucht is niet blauw, maar grauw. Het is vreselijk warm, er valt geen straaltje zon te bekennen en het is benauwd", zegt de milieuactivist. "Het is niet de natuur die dwarsligt, maar pure vervuiling."
Decennialang offerde China haar milieu op aan de economische vooruitgang. "Snel rijk worden, later de troep opruimen", was het motto volgens een onlangs gepubliceerd rapport van de Verenigde Naties. Volgens de VN waren de afgelopen 20 jaar vernietigend voor het milieu. Inmiddels produceert China na Amerika de meeste uitlaatgassen ter wereld en reduceren toenemende woestijnvorming, ontbossing en waterverspilling de welvaartsgroei.
"Zo gaat het niet langer", zeggen Chinese milieuexperts, van wie er 18 dit jaar hun land vertegenwoordigen op de VN-top in Johannesburg. Ondanks verbeteringen in de afgelopen paar jaar is de hulp van het buitenland onontbeerlijk. "We doen ons uiterste best, maar China kan de problemen niet alleen aan", zegt Hu. "Vergeet niet dat we nog steeds een land in ontwikkeling zijn. We zijn op de goede weg, maar de rijkere landen moeten de ontwikkelingslanden steunen om een doorgaande groei mogelijk te maken." Volgens de activist zou het goed zijn als het Westen haar milieuvriendelijke technologieën zou delen.
Kritiek
Verwacht wordt dat de China tijdens de besprekingen over het milieu in Johannesburg het Kyoto Protocol zal ratificeren, een stap die door wetenschappers wordt toegejuicht. De Verenigde Staten verwierpen het verdrag, dat in 1997 werd gecreëerd om de uitstoot van uitlaatgassen drastisch terug te brengen en daarmee de gestage opwarming van de aarde tegen te gaan. Dat rijkere landen hun uitlaatgassen moesten verminderen terwijl ontwikkelingslanden, waaronder China, mochten blijven vervuilen, werd oneerlijk geacht.
De kritiek uit het buitenland is onterecht menen Chinese milieubeschermers, omdat zowel het besef over als de acties voor een schoon milieu zijn toegenomen. Hu Jia beschouwt al sinds zijn derde jaar de natuur als zijn beste vriend. "Mijn vader en moeder waren verschoppelingen van de Culturele Revolutie. In het gebied waar ze naartoe waren gestuurd voor heropvoeding werden ze telkens weggehoond. Vrienden had ik niet, dieren waren er niet, dus hield ik me bezig met de natuur. Alleen aan de bomen kon ik mijn zorgen kwijt."
Zijn liefde voor de natuur zette hij vele jaren later om in vrijwilligerswerk voor de organisatie 'Vrienden van de Aarde', de eerste niet-overheidsorganisatie op het gebied van milieubescherming.
Hoewel activisten als Hu Jia spaarzaam zijn, is het aantal organisaties dat zich met het milieu bezighoudt in de afgelopen jaren wel sterk gegroeid.