Bij de spaarloonregeling kon de werknemer per jaar bijna 800 euro aan salaris opzij leggen en met de premiespaarregeling nog eens ruim 500 euro.
Deze bedragen waren na vier jaar belastingvrij opneembaar. Dat betekende meestal een voordeel van 42 procent, het belastingtarief voor de meeste werknemers.
"We willen werknemers de kans geven tijdens het werkzame leven verlof op te nemen voor andere dingen, zoals het zorgen voor kinderen, studie of om iets anders te gaan doen", zei minister De Geus gisteren. "Het is ons er niet om te doen om geld af te pakken."
Door de vrije eenmalige eerste inleg van 2400 euro hoopt het kabinet de werknemers ertoe te verleiden om de huidige spaarloontegoeden, die volgend jaar geheel beschikbaar komen, in de verlofknip te stoppen. Door daar nog eens 30 procent bonus op te leggen subsidieert de overheid dit tegoed eigenlijk twee keer: een keer op de oude manier door het belastingvrij te maken, de tweede keer met de nieuwe bonus.
Een werknemer die verlof wil opnemen en uit de verlofknip wil putten, moet minimaal vier uur per week vrij nemen. Voor het opnemen van het geld moet hij met een werkgeversverklaring naar de bank.
Het eerste halfjaar mag nog niets worden opgenomen, terwijl het bedrag ook niet vrijkomt bij aankoop van een eigen woning of voor storting voor een lijfrente. Het spaarloon mocht daarvoor wel sneller worden gebruikt.
Voor ouderen boven de 60 jaar geldt een beperking. Zij mogen ten hoogste zes weken per jaar opnemen, want het kabinet wil voorkomen dat de vut-regelingen en vervroegde pensioneringen worden gestimuleerd. De bedoeling is nog steeds dat oudere werknemers langer aan de slag blijven. De verlofknip wordt wel uitgekeerd als de werknemer 65 jaar wordt.
De verlofknip mag ten hoogste 22.100 euro groot worden. Dat is het jaarsalaris van een modale werknemer. Dit bedrag wordt opgebouwd door zo'n twintig jaar lang 600 euro te storten en rente te vangen, plus de overheidsbonus van in totaal 5100 euro.
Met de verlofknip is voor de overheid 200 tot 400 miljoen euro gemoeid, afhankelijk van het succes ervan. Om dit te betalen moet het bedrijfsleven een veer laten. Voor bedrijven verdwijnt het belastingvoordeel dat zij krijgen als zij hun werknemers betaald ouderschapsverlof geven. Van deze regeling maken ongeveer 13.000 mensen gebruik.
Bovendien vervalt de huidige regeling voor 'loopbaanonderbreking' wegens gebrek aan succes. Bij deze regeling, waarvan jaarlijks zo'n 150 mensen gebruik maken, kan een werknemer er een tijd tussenuit tegen het minimumloon. Het bedrijf moet dan een minimumloner in dienst nemen.