NEW YORK - Koersen op Wall Street zijn gisteren voor de derde achtereenvolgende dag omlaag geduikeld. Onder meer door slecht nieuws van enkele technologiefondsen verkeerde de beurzen in zwaar weer. Rond de klok van half tien noteerde de Dow Jones-index een verlies van 1,1% op 8730,22 punten. De Nasdaq stond 1,7% lager op 1325,41 punten.
De koersdalingen waren daarmee minder fors dan op dinsdag.
De negatieve geluiden over de pc-markt die halfgeleiderfabriek Intel eerder deze week liet horen, werkten nog na. Aandelen in grote bedrijven als IBM, Microsoft en wederom Intel stonden daardoor onder druk.
Ook het Canadese telefoonbedrijf Nortel moest terug. Nortel gaat binnenkort nog een groot aantal banen schrappen vanwege de aanhoudend slechte marktsituatie. Mogelijk verdwijnen 7.000 van de 47.000 arbeidsplaatsen.
Een andere grote verliezer was Semtech. Deze chipmaker denkt dat de afzet in het derde kwartaal met 5% zal dalen in plaats van de seizoensmatige opleving in deze tijd van het jaar. Het aandeel verloor 28%.
De koers van het aandeel Hewlett-Packard bleef vrijwel ongewijzigd. Het bedrijf meldde tegenvallende verkopen, maar de winst bleef op peil dankzij de hogere marges van de inktactiviteiten.
De aandelen van elektronicadetaillist BestBuy hadden te lijden onder een kritisch analistenrapport van zakenbank Goldman Sachs. Die verwacht dat de verkopen nog lang niet zullen aantrekken. BestBuy werd 8% goedkoper.
Philip Morris was echter wél in trek. Het tabaks- en voedingsmiddelenconcern verhoogde zijn dividenduitkering en dat werd beloond met een koersstijging van enkele procenten.
Boeing won 1%. Daarmee leek de vliegtuigbouwer weinig gevoelig voor de dreigende staking van een deel van het technisch personeel. Het personeel eist een baangarantie, maar Boeing wil die niet geven vanwege de slechte markt voor vliegtuigen.
Tegenover de lagere aandelenkoersen stonden stijgende obligatienoteringen. Het rendement op tienjarige staatsleningen nam daardoor af tot 5,01%.