door Pieter Nijdam NEW YORK - Schuldig of niet? Is dr. Steven Hatfill de kwade genius achter de serie dodelijke aanslagen met antraxbrieven vorig jaar? De helft van het Amerikaanse volk denkt van niet. Voor de andere 50 procent én de FBI is de biochemicus echter verdachte nummer één.

|
Steven J. Hatfill (Foto: REUTERS)
|
De Amerikaanse minister John Ashcroft van Justitie noemde Hatfill eerder "een persoon naar wie onze belangstelling uitgaat", in verband met het antraxonderzoek. Het was de druppel die de emmer deed overlopen voor de 48-jarige wetenschapper, die openlijk in de Amerikaanse media aan de schandpaal werd genageld. Hatfill heeft besloten terug te vechten.
Zijn advocaten hebben een klacht tegen Ashcroft ingediend, wegens ongeoorloofde verdachtmaking. Voorts krijgt hij binnenkort de gelegenheid zijn kant van het verhaal uit te leggen op de opiniepagina van The New York Times. Het Amerikaanse dagblad had Hatfill in een kwaad daglicht gesteld door te melden dat hij drie testen met de leugendetector niet had doorstaan. "Als The New York Times mij een bevestiging had gevraagd, zou ze hebben gehoord dat ik slechts één test heb gedaan en dat de FBI mij vertelde dat ik daarvoor was geslaagd", aldus de geplaagde biochemicus.
Hatfill is ervan overtuigd dat justitie valse informatie over hem naar de media heeft uitgelekt om de indruk te wekken dat er schot zit in het antraxonderzoek. "Het is voor mij duidelijk dat de federale politie een heksenjacht is begonnen, waarbij zij mij als zondebok heeft aangewezen." De biochemicus wil dat zijn naam wordt gezuiverd en heeft daarom de FBI aangeboden zijn bloed te laten onderzoeken. Volgens hem zou daaruit blijken dat hij nooit in aanraking is geweest met het gevaarlijke antrax, waaruit een miltvuurbesmetting kan ontstaan, noch dat hij daartegen is ingeënt.
Tot het tegendeel is bewezen, beantwoordt Steven Hatfill voor de FBI aan het profiel van de mogelijke dader, die brieven met antrax naar onder meer twee Democratische senatoren en nieuwspresentator Tom Brokaw had gestuurd. Bij de aanslagen eind vorig jaar raakten in totaal achttien mensen geïnfecteerd, van wie vijf overleden.
Hatfill werkte tot voor kort op een defensielaboratorium in Fort Detrick bij Frederick, niet ver van Washington. Hij had zich gespecialiseerd in de verdediging tegen biochemische aanvallen. Volgens collega's was hij een uiterst bekwaam wetenschapper, die zichzelf regelmatig op de borst klopte over zijn kennis van chemische oorlogsvoering.
In de jaren negentig waarschuwde Hatfill regelmatig voor de dreiging dat terroristen antrax per brief zouden verspreiden. In die tijd begon hij ook met het schrijven van een roman over een bioterrorist die met chemische wapens een aanslag wilde plegen op het Amerikaanse Congres. De FBI trof delen van dit manuscript aan op Hatfills computer.
Bovendien hebben de federale agenten ontdekt dat de biochemicus zich in 1979 en 1980 in Rhodesië (het huidige Zimbabwe) had aangesloten bij een elite-eenheid van het Rhodesische leger. Volgens geruchten zou het leger antrax hebben verspreid onder de zwarte opstandelingen. Hatfill woonde ten tijde van deze mysterieuze antraxuitbraak bij Greendale, een voorstadje van het huidige Harare. Op de enveloppen van de antraxbrieven die vorig jaar in de VS werden verspreid stond als fictieve afzender Greendale School.
De FBI gelooft niet in toeval, maar geeft toe nog geen keiharde bewijzen te hebben tegen de biochemicus. Hoewel het ministerie van Justitie zegt dat Hatfill slechts een van de 30 personen is wier gangen worden nagegaan, is alleen zijn foto verspreid onder de burgers van Princeton, waar deze maand in een postbus sporen van antrax werden aangetroffen.