AMSTERDAM - Nederlandse broekzakken en portemonnees puilen steeds verder uit van de euromuntjes. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van Eurodiffusie, een project van het centrum voor wiskunde en informatica dat de verspreiding van de geldstukken door de verschillende Europese landen in kaart brengt.
Sinds de invoering van de nieuwe munteenheid klagen Nederlanders steen en been over de veel grotere hoeveelheden kleingeld die ze dagelijks in hun te klein geworden portemonnees moeten meetorsen.
Uit de cijfers van februari jongstleden, toen het wiskundig genootschap via een internetvragenlijst de eerste meting verrichtte, hadden de 6000 deelnemers gemiddeld 11 euromunten op zak met een totale waarde van 4,5 euro. Precies zes maanden later is dat opgelopen tot gemiddeld 23 stuks, ter waarde van 10 euro.
De Nederlandsche Bank zegt geen verklaring te hebben voor het toegenomen broekzakleed.
Een woordvoerder van de bank laat weten dat het aantal munten ten opzichte van het guldentijdperk juist drastisch zou moeten zijn afgenomen, omdat de naar schatting 3 miljard oude guldenmunten zijn vervangen door slechts 1,8 miljard Nederlandse euromunten.