AMSTERDAM - De van malversaties verdachte voormalig exploitatiemanager van het pensioenfonds voor metaal en techniek, Ed P., vecht de beslagen aan die zijn oud-werkgever heeft gelegd op onder meer zijn aanzienlijke privé onroerendgoedportefeuille. In een kort geding bestrijdt de ex-manager dat hij het pensioenfonds begin jaren negentig ruim €7 miljoen armer heeft gemaakt. Bovendien is de zaak naar zijn mening allang verjaard.
Volgens het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische bedrijfstakken (BPMT) heeft P. in de periode van 1990 tot 1996 met opzet onroerendgoed tegen extreem lage prijzen verkocht aan speculanten. De kopers kregen van hem bovendien - tegen de regels in - toestemming om honderden flatwoningen gesplitst door te verkopen en zij maakten daar woekerwinsten mee. Het pensioenfonds is zodoende ten minste €7 miljoen aan inkomsten misgelopen. Forensisch onderzoek van accountant KPMG zou dit hebben aangetoond, nadat het pensioenfonds de misstanden twee jaar geleden ontdekte.
Om die reden legde het fonds afgelopen mei beslag op zowel diverse bankrekeningen als de acht huizen, twee winkelpanden en drie kantoorgebouwen die P. samen met zijn echtgenote in de regio Utrecht bezit. Het pensioenfonds suggereert dat P. dit onroerendgoed voor een fractie van de waarde heeft kunnen aanschaffen, in ruil voor 'bewezen diensten' aan de door hem bevoordeelde zakenrelaties van het pensioenfonds. BPMT vordert de miljoenen terug.
P. bestrijdt de beschuldigingen van het BPMT. Volgens zijn raadslieden had hij destijds geen enkele beslissingsbevoegdheid, en moest hij alle verkoopvoorstellen eerst ter goedkeuring voorleggen aan zijn meerdere bij het pensioenfonds. Uit die verkoopvoorstellen had het pensioenfonds toen al kunnen opmaken dat de verkoopprijzen te laag waren.
Dit laatste wordt door de exploitatiemanager overigens ontkend. Volgens hem rammelt de in het kader van het onderzoek uitgevoerde taxatie aan alle kanten.
De raadslieden van P. voeren eveneens aan dat hetgeen hun cliënt wordt verweten al lang verjaard is, vooral omdat er negen jaar geleden reeds verdenkingen aan zijn adres bestonden. Een onderzoek bracht toen niets aan het licht.
De advocaten hamerden ook op het ontbreken van bewijs dat P. zelf voordeel heeft gehad bij de vermeende malversaties. In het onderzoeksrapport van KPMG wordt dit nadrukkelijk gesteld, omdat P. weigerde mee te werken aan de totstandkoming van het rapport. Accountants mogen in zulke gevallen slechts de 'kale feiten' presenteren en zich geen oordeel aanmeten over de gedragingen van de verdachte.
Het pensioenfonds BPMT regelt de oudedagsvoorziening van een kleine 400.000 loodgieters, automonteurs en elektrotechnici en ruim honderdduizend reeds gepensioneerden. Het fonds beheert voor hen een vermogen van ruim €19 miljard, waarvan ongeveer €2,7 miljard in onroerend goed is belegd. Volgende week doet de Utrechtse rechtbank uitspraak.