EINDHOVEN - Ruim drie weken is Guus Hiddink nu bezig aan zijn tweede periode als trainer van PSV. Het aanvankelijke plezier in de uitdaging bij zijn oude liefde is even getemperd geweest door vervelende randverschijnselen, maar is inmiddels helemaal terug. Hiddink geniet van het dagelijkse werken met de groep.
|
Guus Hiddink (Foto: Fotografie Rob de Jong)
|
De altijd aanwezige uitdaging iedere voetballer - jong talent of gelouterde international - een volgende stap te laten zetten. Maar ook van de terugkeer op de oude, vertrouwde Herdgang, het rustige trainingscomplex van PSV, dat het vertrekpunt vormde voor Hiddinks succesvolle carrière. Al te veel nostalgie is aan Hiddink echter niet besteed. Dat in het voetbal slechts de prestaties van vandaag tellen en niet die van gisteren, beseft hij maar al te goed. En dus zit Hiddink overal fel bovenop. Als het aan hem ligt een tijdelijke zaak, want als de situatie het toelaat, wil Hiddink de komende jaren meer vanaf een afstand gaan werken om zo te gaan functioneren als de door PSV-voorzitter Harry van Raaij zo vurig gewenste 'Engelse manager'. Na zijn collega's Ronald Koeman en Bert van Marwijk licht Hiddink als derde trainer van de topdrie zijn plannen voor het komende seizoen toe.
Hoe snel Hiddink zich sinds zijn terugkeer weer in het epicentrum van de club heeft geposteerd, blijkt wel uit zijn betrokkenheid bij de nieuwbouw op De Herdgang. Zonder dralen schuift hij na een training aan bij een werkoverleg. "Ik probeer er een beetje druk op te zetten. Het is schitterend dat ik hier terugkom en zie dat alles hetzelfde is gebleven. Dat is de charme van de club, maar eigenlijk is dat ook niet goed. In die eerste dagen moest de postduif komen, als ik een mailtje wilde versturen. Zoiets kan niet. Ik wil vooruit, PSV moet vooruit. Ik wil wedstrijden gaan analyseren met behulp van videobeelden en computerprogramma's, maar pas in de nieuwbouw krijgen we daar ruimte voor. Het kan me niet snel genoeg gaan en daarom zit ik er zo bovenop."
Hiddinks dwingende aanwezigheid is kenmerkend voor zijn optreden de afgelopen weken. In eerste instantie stelde hij zich echter terughoudend op. "De eerste dagen heb ik gebruikt om te observeren en van een afstand te zien wat we in huis hebben. Eerst moest ik een beeld van de hele groep krijgen om zo ook uit te kunnen maken of er jongens zijn die we wat dichter bij de twaalf, dertien spelers - die vorig jaar veel hebben gespeeld - kunnen krijgen."
Hoewel Hiddink het Nederlandse voetbal de afgelopen jaren van een afstand zoveel mogelijk heeft gevolgd, waren sommigen voor hem een onbeschreven blad. "Dat geldt voor jongens uit de eigen jeugd als Klaas-Jan Huntelaar en Leon Hese, maar ook voor een speler als Eric Addo, die ik hiervoor nog nauwelijks aan het werk had gezien. Je hebt maar een paar trainingen nodig om te zien wat voor vlees je in de kuip hebt."
Met de ervaringen in de buitenlandse competities en als bondscoach van Nederland en Zuid-Korea in het achterhoofd, viel het Hiddink niet mee wat hij zag. "En dan met name het technische niveau. Een simpele technische aanname, waarmee je zelf kunt bepalen of een bal langzamer of sneller gespeeld moet worden. Als je dat niet goed doet, wordt het tempo waarin je de bal moet spelen opgedrongen. Zoiets gaat ten koste van de controle op de wedstrijd. Wat dat betreft moet ik wel zeggen dat ik verwend ben door mijn ervaringen in Zuid-Korea, waar de spelers zowel links als rechts 'handjes' aan hun benen hebben."
Bij sommige PSV'ers gaat het bij de fouten in de basistechniek om een gebrek aan concentratie, bij anderen om een structureler probleem. "Als je er bovenop zat, gingen die kleine dingen bij sommigen ook meteen veel beter. Dat gold met name voor de wat ervarener spelers. Bij anderen zat het probleem meer in de coördinatie. Zo'n probleem brengt me mijn eigen opleiding aan het CIOS in herinnering. Als je een oude trainer wordt, moet je oppassen dat je niet te nostalgisch wordt, maar de manier waarop oud-bondscoach Jaap van der Leck en oud-international Kick Smit structureel iedere dag drie kwartier aan de basistechnieken werkten, zorgde ervoor dat je als speler steeds bijleerde, maar ook veel aan vertrouwen won."
Dat laatste is een van de belangrijkste voorwaarden om een speler in vorm te krijgen. "Daar kan een speler zelf ook veel aan doen. Kijk naar de vrije trap. De week voorafgaand aan de wedstrijd tegen Excelsior zijn we daar heel veel mee bezig geweest. Daarbij heb ik erop gehamerd dat het belangrijk is om je nadrukkelijk te focussen op een goede uitvoering van de vrije trap. Als er in de eerste wedstrijd dan meteen een in gaat, krijg je de erkenning dat het op die manier ook kán."
De maker van die vrije trap, Arnold Bruggink, en middenvelder Johann Vogel hebben van Hiddink een iets andere rol in het veld gekregen dan onder zijn voorganger Erik Gerets. "Vogel is tactisch sterk, een gisse jongen. In bepaalde wedstrijden zal hij meer de controleur worden, waardoor Mark van Bommel meer vrijheid heeft. Als je voor op het middenveld een schaduwspits als Bruggink laat spelen, die met zijn creativiteit openingen maakt en regelmatig bijsluit om in scoringspositie te komen en bovendien speelt met een middenvelder als Van Bommel die er bij gelegenheden ook bijkomt, moet je een balans zoeken door een derde middenvelder iets meer erachter te laten spelen."
Behalve het leggen van andere accenten heeft Hiddink vooralsnog nauwelijks ingrijpende wijzigingen doorgevoerd. In de eerste twee officiële wedstrijden van het seizoen heeft bijvoorbeeld van de zeven nieuwelingen alleen het dribbeltalent Arjen Robben speeltijd gekregen. "Ik zie het als een van mijn taken om jonge jongens dichterbij de eerste elf te krijgen. Maar als ik kansen ga geven, moeten die wel worden gepakt. Een jonge speler mag geen dissonant worden, want het inpassen van talent mag niet ten koste gaan van de prestaties. Dat is de balans die we moeten zoeken. Maar ik weet best dat dit zal gaan met vallen en opstaan. Zoals Robben het eerste half uur tegen Excelsior onvolwassen speelt. Als een kuiken met nestharen op de kop. En later in de wedstrijd wel dreigende acties heeft. In het algemeen willen de nieuwelingen zich te snel waarmaken, zodat ze zich over de kop lopen. Zo krijg je blessures als bij Remco van der Schaaf, Michael Lamey en Lindsay Wilson. Het is belangrijk die jongens eerst te laten settelen in de club, zodat ze weten wat van ze wordt verwacht."
Als de situatie daarom vraagt, zal Hiddink niet schromen door te wisselen. "Daarbij hoop ik dat de situatie bij Zuid-Korea een voorbeeld kan zijn. In belangrijke wedstrijden heb ik Ahn Jung-Hwan en Seol Ki-Hyeon gewisseld zonder dat zij daarbij een probleem werden voor zichzelf of hun collega's. Hier zal ik het dan ook niet accepteren als er met hekken wordt gesmeten of suppoosten worden weggeduwd, want anders wordt er met contracten gesmeten. Door mijn verblijf in het buitenland ben ik er op dit punt, waarbij het gewoon draait om normen en waarden, korter bovenop gaan zitten."
In vergelijking met zijn vorige periode in Eindhoven heeft Hiddink nu te maken met een veel onervarener spelersgroep. "In die eerste periode zaten in de spelersgroep enkele vedetten in de goede zin van het woord. Als je in de as van het elftal spelers als Ronald Koeman, Sören Lerby, Wim Kieft en Romario hebt, kan het niet anders dan dat je jezelf zowel nationaal als Europees een favorietenrol oplegt. Die situatie ligt nu anders en daarom vind ik het niet logisch dat wij als dé favoriet van de titel worden gezien. Ajax heeft vorig seizoen de nationale prijzen gepakt, Feyenoord een internationale prijs. Waarom zou PSV dan favoriet zijn?"
De hoge dosis aan ervaring in het PSV van eind jaren tachtig bood Hiddink de gelegenheid veel ruimte aan het elftal te laten. Een situatie die nu anders ligt. "Ook toen bepaalde ik de strategie, die zij moesten uitvoeren. Maar nu gebeurt dat dwingender. Zo moet het, zo wil ik het. In deze fase wil ik echt mijn stempel drukken. Daarbij betrek ik wel Erwin Koeman en Fred Rutten. Bij de samenwerking met Erwin heb ik tijdens de twee weken dat ik op vakantie was een heel goed gevoel gekregen. Ook de groep reageert heel goed op hem. In de toekomst wil ik dit verder uitbouwen naar een Engelse situatie, waarin de manager wat meer afstand van het veld neemt en dus meer overlaat aan de veldtrainer. Als ik dan voor PSV wegmoet, kan dat met een gerust hart. Maar daarvoor is de tijd nog niet rijp, eerst moet ik er nog een tijdje bovenop zitten." Behalve het trainerschap van PSV zijn de afgelopen tijd het adviseurschap van de Zuid-Koreaanse voetbalbond en de reclameactiviteiten voor Philips op zijn pad gekomen. "De besprekingen met Philips zijn nog niet afgerond. De inhoud van mijn rol nog niet geconcretiseerd. Duidelijk is wel dat PSV de hoofdzaak is en blijft."
Volgende week keert Hiddink terug naar Zuid-Korea als speciale gast bij de historische confrontatie tussen Zuid- en Noord-Korea. Een eerste terugkeer naar het Verre Oosten waar Hiddink zo veel mooie herinneringen aan heeft. Een daarvan was de ontmoeting met de vermaarde zanger Placido Domingo bij de WK-finale in Japan. "Plotseling werd ik op mijn schouder getikt en complimenteerde Placido Domingo mij met de prestaties van Zuid-Korea op het WK. Je merkte in dat gesprek met hem dat hij specifiek op de creatieve dingen van het voetbal inging. Dat heb ik al vaker gemerkt, dat artiesten wat op het veld gebeurt, vertalen naar hun eigen artistieke beleving. Die creativiteit, die de basis van het voetbal is, wordt herkend."