|
Het windmolenpark boven de Noorse poolcirkel draait zonder subsidie een verlies van miljoenen.
|
HAVØYSUND - Apetrots is Nuon op de 16 windturbines die boven de poolcirkel in Noorwegen in recordtempo uit de grond zijn gestampt. Maar of het meest noordelijk gelegen windmolenpark ter wereld ook rendabel zal zijn, wordt pas op Prinsjesdag duidelijk. Dan maakt het kabinet namelijk het lot van de veelgebruikte milieusubsidies bekend. Met zweet in de handen wacht het energiebedrijf op de derde dinsdag in september. "Zonder subsidie gaan we hier miljoenen euro's verliezen."
Het einde van de wereld. Zo typeerde een Noorse ambtenaar van het ministerie van Energie het boven de poolcirkel liggende plaatsje Havøysund. Het 1200 inwoners tellende vissersdorpje zit ingeklemd tussen boomloze bergen en de samenkomende wateren van de Atlantische Oceaan en de Barentszee. De stilte is er indrukwekkend, op het benauwende af. Behalve vissen is hier niets te doen en zelfs de in heel Noorwegen ruimschoots aanwezige rendieren laten zich hier niet zien.
De bewoners schrokken zich dan ook wezenloos toen de eerste onderdelen van de gigantische windturbines aan wal werden gehesen.
Want er staat vooral ook veel wind in Havøysund. Daarom besloot Nuon - voor 53,5% eigenaar van het park - samen met de Noorse multinational Norsk Hydro (41,5%) en ontwikkelaar van windparken Norsk Miljøkraft (5%) het meest noordelijk gelegen windpark ter wereld te bouwen. De kosten bedragen €42 miljoen. De Noorse overheid betaalt €8 miljoen.
"Dit zijn de grootste turbines die er te koop zijn", vertelt projectmanager van het park - dat de toepasselijke naam Arctic Wind heeft - Frank Hoiting, met zichtbare trots terwijl hij naar de reusachtige gevaartes wijst. Met de bladen erbij staan de turbines 120 meter hoog en hebben een vermogen van 2,5 megawatt (MW). In oktober begint Arctic Wind te draaien. Jaarlijks moet het park garant staan voor de productie van 120 gigawattuur (GWh), om zo'n 40.000 Nederlandse gezinnen per jaar van natuurstroom te voorzien.
Nuon heeft in het grote windpark geïnvesteerd omdat het voorop wil blijven lopen als het gaat om het opwekken van duurzame energie. Maar zonder hulp van de Nederlandse overheid had Nuon deze investeringen waarschijnlijk nooit gedaan.
In 1998 heeft het kabinet namelijk besloten dat consumenten die voor groene energie kiezen geen regulerende energiebelasting (reb) hoeven te betalen. Hierdoor kunnen Nederlandse energiebedrijven de zelf opgewekte of ingekochte groene stroom voor min of meer dezelfde prijs als grijze stroom aanbieden. Dan moeten de energiebedrijven wel aan de Nederlandse fiscus kunnen tonen dat ze op een duurzame manier energie hebben opgewekt, middels de zogeheten groencertificaten. Voor de fysieke export van de natuurstroom krijgt Nuon zelf ook subsidie.
Maar de milieumaatregel dreigt aan zijn eigen succes ten onder te gaan. Inmiddels telt ons land ruim een miljoen groene stroomklanten en dat kost de regering honderden miljoenen euro's, die het nieuwe kabinet in het huidige economische klimaat wil bezuinigen Bovendien vloeit er onder de huidige regels ook te veel geld naar buitenlandse duurzame centrales die allang zijn afgeschreven. Daarmee streeft de maatregel zijn doel, het stimuleren van investeringen in nieuwe duurzame centrales, voorbij.
En dus gaat het mes in de reb-vrijstelling. Wat er precies gaat veranderen wordt pas met Prinsjesdag duidelijk maar dat het Nuon geld gaat kosten, is voor projectmanager Hoiting zeker. "Dit gaat ons miljoenen kosten'', geeft hij grif toe. "Het park is gebouwd zodat we in Nederland natuurstroomklanten kunnen bedienen. Maar mensen kiezen voor natuurstroom omdat het dankzij de reb-vrijstelling even duur is als grijze stroom. Zonder die vrijstelling haken veel mensen af en zitten wij met waardeloze groencertificaten. Het betekent ook dat de 18 projecten die we in Scandinavië nog op de plank hebben liggen, voorlopig in de koelkast gaan.'' Bij volledige afschaffing van de reb-vrijstelling komt de energierekening van een milieubewust Nederlands gezin, dat jaarlijks gemiddeld 30.000 kilowattuur (KWh) verbruikt, €180 hoger uit.
Tegenstanders van de windturbines juichen de opstelling van het kersverse kabinet toe. Volgens hen draaien de molens meer op subsidies dan op wind. Bovendien zouden ze het landschap vervuilen. Inmiddels trekken verschillende actiecomités, als moderne Don Quichotes, zeer fanatiek ten strijde tegen de windmolens. Hierdoor duurt het gemiddeld 8 jaar voordat een windmolenpark staat. Aan het einde van de wereld, in Havøysund, duurde het 4 jaar. Er was wel wat weerstand maar het merendeel van de inwoners zag ook een belangrijk voordeel: toerisme.
Het enige tankstation van het dorp zag zijn omzet sinds het begin van de bouw van het park verdubbelen en ook het enige hotel in het gehucht, dat sterk aan de Amerikaanse tv-serie Twin Peaks doet denken, floreert als nooit tevoren. Volgens eigenaar Logen Karthigesan zijn de 37 kamers nu continu bezet. "Voordat het park hier was, gingen de zaken slecht. Ik hoop dat de windmolens een toeristische attractie van formaat worden zodat ik voor een goede prijs mijn hotel kan verkopen. Ik zit hier nu 13 jaar en krijg het zo langzamerhand benauwd, je kan hier nergens heen. En bovendien heb ik de laatste 6 jaar geen vakantie gehad. Ik ben gewoon bekaf."