AMSTERDAM - De messen lijken geslepen voor een klassieke "Noord-Zuid-confrontatie" op de milieutop in Johannesburg, de zoveelste aflevering in het wereldomspannende spel wie in de beklaagdenbank terecht komt.
Colin Powell (Foto: AP)
De rol lijkt Amerika's president George W. Bush op het lijf geschreven. Met zijn harde, begrijpelijke woorden over problematiek die buiten Washington alleen maar in jargon of platitudes kan worden uitgedrukt, is hij de ideale zondebok voor hen die hun zin niet krijgen.
Bush heeft zich de woede van bijna de gehele milieubeweging op de hals gehaald met zijn weigering het protocol van Kyoto over vermindering van CO2-uitstoot te tekenen. De president laat zich in Johannesburg vertegenwoordigen door zijn minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, een van de meest gematigde leden van zijn kabinet.
Bosbranden
Voor het begin van de wereld-milieutop heeft Bush in eigen land de controverse nog even aangewakkerd met een typerende uitspraak over de talloze bosbranden die de Verenigde Staten teisteren: los het probleem op door veel meer te kappen in beschermde natuurgebieden.
Een golf van hoon en woede spoelde over hem heen: dit was precies de vrijbrief waarop de kapkongsie zat te wachten. Vanzelfsprekend is het nog te vroeg om het argument van het Witte Huis te beoordelen dat de grotere kapvrijheid niet zal gelden voor oerbossen en dat dit verbod zal worden gecontroleerd.
Maar de VS zijn niet alleen de beklaagden op de milieutop; ze worden ook beschouwd als een suikeroom.
Minister Powell gaat op reis met een goed gevulde zak geld. Er wordt 4 miljard dollar extra uitgetrokken voor ontwikkelingsprojecten, bovenop een bedrag van 5 miljard dat al voor projecten was toegezegd. Wat de Amerikaanse delegatie bij voorbaat duidelijk heeft gemaakt, is dat zij weinig sympathie zal tonen voor stereotiepe oproepen voor meer geld en meer regels.
Samenwerking
Onderminister Buitenlandse Zaken Paula Dobriansky heeft gezegd dat de regering de voorkeur geeft aan hechte samenwerking tussen overheid en de particuliere sector, met zo min mogelijk dwang.
Bovendien, vindt zij, zijn de doelen waarvoor de VS en de rest van de wereld staan gelijk en is er hooguit verschil in het bereiken van die doelen. Afgewacht moet worden, of deze argumenten gehoor zullen vinden.