Maar de politieke druk om snel de cellen te realiseren was zo groot, dat men de aanbestedingsprocedure niet opnieuw wilde doen. Vervolgens werd fout op fout gestapeld om toch snel voor een 'redelijke' prijs een gevangenis uit de grond te laten stampen door een andere aannemer.
Het bouwbedrijf dat de opdracht aanvankelijk voor het veel te hoge bedrag had gekregen, was Geveke, een dochter van de Koop Holding. De Rijksgebouwendienst besloot ternauwernood een schikking te treffen met Geveke die in strijd was met de regels. De bouwer werd afgekocht met 350.000 gulden en een nieuwe opdracht voor de inrichting van een andere gevangenis te Veenhuizen ter waarde van 7 miljoen gulden.
De enquêtecommissie toonde zich verbaasd dat de Rijksgebouwendienst niet naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) was gestapt, terwijl ze een zeer ernstig vermoeden had dat de vijf aannemers de zaak hadden beduveld. Getuige Bruggeling verklaarde dat hij als projectleider bij de dienst de zaak aanhangig wilde maken bij de NMa. Maar de juridische afdeling van de Rijksgebouwendienst, zijn chef Meijer en de landsadvocaat zagen hier geen heil in. "Achteraf gezien heb ik er spijt van dat ik de NMa niet heb ingelicht", aldus Meijer.
De Rijksgebouwendienst is bij de hele bouwprocedure zelf de fout ingegaan. Tegen de gedragsregels in is een verbouwing van een gevangenis in Veenhuizen exclusief aan aannemer Geveke gegund. Volgens de integriteitscode van de Rijksgebouwendienst had ten minste nog één andere aannemer mee moeten dingen naar de opdracht.
De onderhandelaar van de Rijksgebouwendienst, hoofd project management Meijer, gaf gisteren tijdens zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie toe dat hij fout heeft gehandeld. "Het was niet bij me opgekomen dat het zo niet mocht. Achteraf gezien had ik de zaak beter terug kunnen nemen", aldus Meijer.
Na de instelling van de enquêtecommissie besloot de Rijksgebouwendienst alsnog de NMa op de zaak te zetten. Inmiddels is gebleken dat in een van de enveloppen, die eigenlijk ongeopend naar de aannemers terug moesten maar in een bureaula zijn blijven liggen, een begroting zat die totaal niets te maken had met de bouw van de jeugdgevangenis.
Volgens Meijer staat de overheid met de rug tegen de muur zodra een aanbesteding mislukt als de aannemers een veel te hoge prijs willen hebben. Het is dan heel moeilijk om aan te tonen dat de begroting die aannemers indienen, 'niet passend' is.
"We konden niet aantonen dat er fouten in de begroting zaten", aldus Meijer.
De derde getuige die gisteren werd gehoord, zandhandelaar De Pender, ontkende iedere beschuldiging van kartelvorming in de zandbranche. Hij baarde vooral opzien door aan het einde van het verhoor uitgebreid de groeten te doen aan zijn familie.
De integriteit van ambtenaren is volgende week weer een belangrijk onderdeel van de verhoren. Het gaat met name om de ambtenaren van Rijkswaterstaat Noord-Holland en ambtenaren van de provincie Zuid-Holland. Eerst nog worden de praktijken van installatiebedrijven tegen het licht gehouden. Verder wordt de aanleg van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam doorgelicht.