|
Joop Alberda hoopt in Athene op deelname van Inge de Bruijn. (Foto: Anko Stoffels)
|
door Mascha de Jong SCHIPHOL - Moe, maar opgewekt, stond het olympisch team de mission op Schiphol. De vertegenwoordigers van de sportkoepel NOC*NSF inspecteerden vijf dagen lang de Griekse hoofdstad Athene waar over precies twee jaar de Olympische Spelen losbarsten. En het moet gezegd worden: het viel mee. Waar bij voorbaat veel problemen werden verwacht omdat de plaatselijke organisatie jarenlang drastisch op schema achterliep, heeft het comité ATHOC alsnog een enorme inhaalslag gemaakt.
Gelijkertijd was Joop Alberda, technisch-directeur van het NOC*NSF, ook te spreken over de ontwikkelingen van de Nederlandse sport richting de Spelen. "We kunnen onze achtste plaats, behaald in Sydney, zeker verdedigen. Ik verwacht dat we in Athene opnieuw bij de beste tien naties van de wereld eindigen."
Waar een slechte economie al niet goed voor is. Voormalig volleybalcoach Alberda, die zelf in 1996 al een aandeel had in de gouden medaille van het mannenteam: "Waar topsport een lifestyle wordt, is topsport eigenlijk ten dode opgeschreven. Je ziet steeds vaker verzadigingen optreden. Da's niet goed. Daarom maak ik me helemaal niet zo druk om het afhaken van veel sponsors. Leven in schaarste levert altijd geniale oplossingen op. Alleen degenen die echt tot in hun tenen gemotiveerd zijn, blijven uiteindelijk over. Neem de turnsters. Jarenlang geen cent te spenderen. Toch hebben ze het met heel veel trainen en enorm veel opofferingen gered zich tussen een verschrikkelijk hechte wereldtop te nestelen. Verwachten we dan meteen een turnmedaille straks op de Spelen? Het zou mooi zijn, maar is niet helemaal realistisch. Elke sport moet ook een traditie opbouwen. Het Nederlandse turnen is nog niet zover. Maar wel goed op weg. Ze bouwen aan een historie. Alleen op die manier zullen we in de toekomst medailles binnenhalen."
Over het aantal plakken dat Nederland wil bijschrijven na de Spelen in Athene, doet NOC*NSF in dit stadium van de olympische cyclus nog geen specifieke uitspraak. Pas begin 2004 maakt de overkoepelende sportbond een verdeling tussen medaillekandidaten en eventuele kanshebbers. Dan zullen chef d'équipe Peter Vogelzang en zijn collega Alberda een exacte voorspelling doen. De laatste was overigens twee na Sydney bijzonder kritisch over de 25 aldaar vergaarde medailles. "Eigenlijk was dat een schijntje. In de toekomst moeten we zeker voor 40 plakken gaan. Let wel, niet al in Athene, maar dat geldt wel als toekomstmuziek. En waarom niet? Bedenk dat er ruim 900 medailles te verdelen zijn tijdens de Spelen. De top-vijfnaties, Amerika, China, Duitsland, Australië en Rusland, zijn samen alleen al goed voor 550 medailles. Daar moeten wij er toch echt een paar van kunnen afsnoepen."
Hoe dat doel in de komende jaren bewerkstelligd wordt, heeft het team de mission ook al voor ogen. Vogelzang: "De opleiding zal nog sterker moeten. Nu hebben we vaak goede lichtingen, maar zit er geen aanwas achter. Dat probleem pakken we in de toekomst grondig aan, door ook bonden te helpen professionaliseren. Ze moeten zichzelf kunnen bedruipen, hun sporters een mondiaal ijzersterk programma kunnen aanreiken. Op die manier zullen de topsporters steeds meer gewend raken aan de absolute wereldtop. Dan is het wel zo fijn als ze bonden hebben die met ze meedenken op datzelfde niveau."