AMSTERDAM - In het diepste geheim blijkt Nederland de afgelopen twee jaar een bemiddelende rol te hebben gespeeld tussen Israël en de Palestijnen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken speelde achter de schermen een belangrijke rol om de vastgelopen vredesonderhandelingen nieuw leven in te blazen, zo blijkt uit een interview met voormalig topambtenaar Marcel Kurpershoek deze week in Vrij Nederland.
Na het aantreden van premier Sjaron in februari vorig jaar werden de vredesonderhandelingen met de Palestijnen stopgezet. Van Aartsen ontving met name het afgelopen jaar geregeld zijn Israëlische ambtgenoot Peres en diens onderhandelaar Jossi Beilin. Namens de Palestijnse leider Arafat kwamen belangrijke onderhandelaars als Nabil Shaath, Saeb Erekat en parlementsvoorzitter Aboe Ala naar Den Haag.
Ondanks het aanhoudende geweld tussen beide partijen bleven deze betrokkenen streven naar uitwerking van de besprekingen van Camp David in juli 2000. Daarin stelde de Israëlische premier Barak erkenning van een Palestijnse staat voor, waarbij de Palestijnen het recht van de Palestijnse vluchtelingen op terugkeer zouden opgeven. De Israëli's zouden een groot aantal nederzettingen ontruimen.
Kurpershoek noemt het "de grootste teleurstelling" van de afgelopen jaren dat de moeizaam bevochten Oslo-akkoorden "als een kaartenhuis in elkaar stortten". Deze akkoorden hielden onder meer in dat een deel van de Palestijnse gebieden autonomie kreeg en vormden de basis van het vredesproces.