BERLIJN - Terwijl er in het midden en in het noorden van Duitsland nog met man en macht wordt gewerkt aan het ophogen en versterken van de dijken langs de Elbe zijn de autoriteiten in de deelstaat Saksen begonnen met het inventariseren van de schade.
|
Het water in het Duitse Torgau (Saksen) reflecteert het werk van vrijwilligers die dag en nacht in touw zijn om de watersnood te beperken. (Foto: EPA)
|
Uit een eerste globale schatting blijkt dat alleen al in deze deelstaat 740 kilometer aan wegen en straten door de overstromingsramp is vernield, 180 bruggen zijn weggeslagen en 538 kilometer spoorbaan tot schroot is verklaard. Twintig procent van de railinfrastructuur in Saksen is verloren gegaan. Het herstellen van de bestrating en het opnieuw aanleggen van het spoor worden begroot op respectievelijk 580 en 660 miljoen euro.
Ook de Saksische landbouwsector is ernstig getroffen. De overkoepelende organisatie SLB denkt meer dan 200 miljoen euro nodig te hebben om orde op zaken te kunnen stellen. De graansector zag voor 120 miljoen euro aan oogstopbrengst wegspoelen.
De toeristenindustrie in Dresden, vorig jaar goed voor 7,5 miljoen bezoekers, wordt buiten de waterschade om nog eens extra in de portemonnee getroffen door het grote aantal annuleringen. Om de wereld te tonen dat het tij is gekeerd, heropent vandaag als eerste het Albertinum-museum. Ook de beroemde porseleinfabrieken in Meissen, even verderop aan de Elbe, openen weer de deuren.
Stroomafwaarts is het gevaar echter nog lang niet geweken. Ook gisteren braken weer dijken en dammen, waardoor in de deelstaat Saksen-Anhalt de unieke kasteeltuinen van Wörlitz worden bedreigd. De Unesco plaatste die in november 2000 op de lijst van cultuurerfgoed. Een aantal buitenwijken van Wittenberg, de stad waar Maarten Luther zijn aanklacht tegen de roomse kerk openbaarde, staat blank. De kerk, op de deur waarvan Luther zijn stellingen nagelde, ligt wat hoger in het oude centrum en wordt veilig geacht. In het gebied zijn 38 dorpen ontruimd, waardoor 40.000 mensen tijdelijk elders onderdak hebben moeten zoeken.
De Oostenrijkse regering heeft de overstromingsschade nog niet precies kunnen becijferen. Naar schatting zijn zeker tienduizend woningen zwaar beschadigd. Bondskanselier Wolfgang Schüssel zegde toe geen van de slachtoffers in de kou te zullen laten staan. "Niemand hoeft te vrezen met deze ellende alleen te worden gelaten", aldus de regeringsleider.