BRISBANE - Terwijl Europa kampt met enorme wateroverlast, vreest de Australische landbouwsector een gigantische financiële strop door de extreme droogte die het zuidoosten van het land teistert. Berekeningen van de federale regering gaan uit van een omzetverlies voor de landbouw en veeteelt van 40% ofwel bijna €3 miljard.

Wanhopige boeren nemen hun vee op sleeptouw.

De droogte wordt toegeschreven aan het zogenoemde El Niño-effect en treft vooral New South Wales, Queensland en West-Australië, waar in veel gebieden al sinds jaren geen neerslag van betekenis meer is gevallen. New South Wales, veruit de meest productieve provincie van het land, maakt zelfs de ernstigste droogte mee sinds het jaar 1900. Ruim driekwart van alle landbouw- en veeteeltgrond daar kampt met grote waterproblemen.

In de akkerbouw is het met name de graanteelt die lijdt onder de extreme droogte. De schatting is dat de oogst dit jaar minstens 25% lager zal liggen dan vorig jaar; een verlies van een miljard Australische dollars ofwel bijna €600 miljoen.

Ook de veeteelt wordt hard getroffen. Vanwege het gebrek aan water en voedsel zijn veel veehouders uit pure wanhoop met hun kuddes op pad gegaan: tienduizenden stuks vee lopen momenteel langs de routes die in vroeger tijden werden gebruikt om naar veemarkten te gaan. De waterputten die daar decennia geleden zijn aangelegd, vallen echter ook langzaam droog. Veel gemeenten hebben bovendien al een verbod op dit soort veetransporten ingevoerd.

Hoe erg de droogte is, blijkt ook uit het feit dat bij voorbeeld de gemeente Townsville in Queensland al in 1996 restricties invoerde voor watergebruik. Die beperkingen gelden vandaag de dag nog steeds. Ook talloze andere gemeenten hebben hun waterreserves de afgelopen jaren met 50 tot 80% zien slinken doordat reservoirs bijna of geheel zijn opgedroogd.

De boerenorganisatie New South Wales Farmers Association heeft al voorspeld dat er vanwege de droogte in die staat dit jaar zo'n 12.000 banen verloren zullen gaan. De deelstaatregering heeft belastingverlichting beloofd om de sector tegemoet te komen.

De laatste grote droogte, in het seizoen 1994/1995, leidde tot een economische schadepost van €2 miljard. Toen stonden echter de prijzen voor lamsvlees en vooral wol op een historisch dieptepunt. De prijzen voor lamsvlees, wol en tarwe staan nu hoog en er is dit keer geen sprake van grote voorraden die weggewerkt moeten worden. Het lichtpuntje voor de akkerbouw is dat de tarweprijs in zes weken tijd is gestegen van 27 naar $247 per ton.

Slechter staat het met de export van rundvlees, met name omdat de vraag vanuit Japan flink is afgenomen. Bovendien bieden veehouders massaal hun kalveren op de markt aan om de rest van hun veestapel meer ademruimte te geven. En dat heeft weer een negatief effect op de prijzen.

De meeste boeren kunnen financieel echter nog wel een stootje hebben. De afgelopen jaren werden recordopbrengsten genoteerd. In 2001 werd voor €20 miljard aan landbouwproducten geëxporteerd en zagen veel sectoren de omzet met 50% stijgen. Hogere prijzen en een lage koers van de Australische dollar lagen daaraan ten grondslag.

Een eenmalige terugval van 40% hoeft daarom voor velen nog niet meteen rampzalig te zijn. Maar dan mag de droogte niet al te lang meer aanhouden. Deskundigen voorspellen echter voorlopig geen einde aan de regenloze periode en stellen dat het El Nino-effect op zijn vroegst pas in maart zal wegebben.

zoek naar gerelateerde artikelen

zo 18 augustus 2002