ZALTBOMMEL - De tonen van het Wilhelmus haalden alle ellende weer boven. Hij zuchtte, krulde zijn onderlip en haalde een paar keer héél diep adem. Op de hoogste trede van het podium van het NK-tijdrijden passeerde de hele lijdensweg sinds de 23e maart nog eens de revue. Weer stond de Drent stil bij de traantjes die hij 's nachts op kamer 1726 van de afdeling traumatologie van hospitaal Saint-Roch in Nice pinkte. "Maar de lijdensweg is veel langer en zwaarder geweest dan ik toen ooit had durven vrezen. De emoties van alle opeenvolgende teleurstellingen speelden nu door mijn hoofd", zei de kampioen die zijn status weer een beetje terug had gekregen.

|
Erik Dekker in actie tijdens het NK tijdrijden in Zaltbommel. (Foto: ANP)
|
Het NK-tijdrijden was niet zomaar een kampioenschap voor Dekker. Met een hele andere gedachte dan de voorgaande jaren was hij in de titelstrijd in het hartje van de Bommelerwaard van start gegaan. De 42,6 kilometer in Zaltbommel waren ditmaal geen tussendoortje, maar van groot belang voor de rest van het seizoen. Eigenlijk telde alleen de overwinning voor hem. Het gevoel van winnen, het gevoel om de beste te zijn. Dekker snakte daar naar terug. Als Rabo-kopman wilde hij weer eens recht van spreken hebben. "Zeker voor de Ronde van Nederland van volgende week. Als ik hier vierde was geworden, had ik met het oog op de tijdrit in Almelo in die ronde niet het kopmanschap kunnen opeisen. Nu weet iedereen weer dat ik toch nog hard kan rijden. Ook in mijn eentje. Het is meer dan leuk dat ik hier gewonnen heb."
Met een gemiddelde snelheid van 49,622 kilometer per uur raasde hij door de straten van het Gelderse dorp. Zijn derde nationale titel tijdrijden in zijn carrière, wat zijn eerste echte zege na de Tirreno-Adriatico en na dé val. Met aardig verschil bleef hij Servais Knaven en de verrassende Paul van Schalen voor, die ook een formidabele tijd hadden neergezet. Dekker kan nu weer gaan plannen en doelen realiseren. En dat is anders dan dat je maandenlang je doelen moet bijstellen.
"Het was moeilijk om met deze 'handicap' om te gaan", geeft hij toe. "In eerste instantie was ik alleen bang om mijn conditionele achterstand. Ik had nooit stilgestaan dat het linkerbeen zoveel kracht en spieromvang zou verliezen. Zelfs gedurende mijn revalidatie dacht ik er aan dat ik in de Tour wel weer kon presteren en was ik er zeker van overtuigd dat ik in de Wereldbekerwedstrijden in deze maand zou meestrijden om de zege. Dat viel zwaar tegen en elke keer was dat opnieuw een domper."
Nooit vreesde hij dat hij het oude niveau niet meer zou kunnen halen. "Mijn lichaam is toch nog altijd hetzelfde." Al besefte hij wel steeds meer dat hij zijn blessure de tijd moest gunnen. "Het deed me goed toen ik op de televisie Johan Museeuw Parijs-Roubaix zag winnen. Zijn blessure (een zwaar hersenletsel waardoor hij maandenlang zijn evenwicht en coördinatie kwijtwas, red.) was vele malen erger. Hij is ook teruggekomen aan de absolute top. Al heeft dat achteraf ook anderhalf jaar geduurd. Dit voorjaar was hij eigenlijk pas weer de oude. Dat heeft ook veel langer geduurd dan menigeen dacht. "Die gedachte heeft me vaak op de been gehouden."
Het waren de kleine opstekers die hem tevreden stemden. "In de Tour was ik een paar keer een beetje blij", concludeerde hij. Wijzend naar zijn presentie in de beslissende ontsnappingen naar Plouay en Bourg-en-Bresse. Al deed het erge pijn dat hij in Frankrijk ook de realiteit andermaal onder ogen kreeg. Hamburg en San Sebastian kwamen te vroeg. Het NK-tijdrijden en de Ronde van Nederlander waren inderdaad realistischere doelen. Aanstaande zondag rijdt hij wel het Kampioenschap van Zürich. Enkel met het oog op de laatste rit in de Ronde van Nederland.
"Al heb ik ook ingezien dat mijn been enkel door zwaardere wedstrijden te rijden sterker wordt. De uithouding en kracht zijn nog steeds niet optimaal. Misschien verbloemt deze zege weer enigszins het ware beeld. In een tijdrit ga je continue tot 95% procent van je kunnen." En Dekker beseft dat je in de belangrijkste klassiekers op de cruciale plekken tot honderd procent moet gaan. "De ellende is hiermee nog niet achter de rug", concludeert hij terecht.
Na het seizoen moet Dekker immers nogmaals aan zijn linker dijbeen geopereerd worden. Door botvorming aan de pin is dat noodzakelijk. Andermaal moeten er spieren en zenuwen worden doorgesneden. "Het is moeilijk om nu een inschatting over de gevolgen van die operatie te maken", concludeerde zijn revalidatiebegeleider Wilfred Sip gistermiddag. "Maar een kleinigheid is het niet. Ook deze nieuwe revalidatie kan weken duren."
Het rood-wit-blauw werd gistermiddag weer aan een Knetemann uitgereikt. Roxanne Knetemann, dochter van de enige Kneet Gerrie, werd nationaal kampioene tijdrijden bij de nieuwelingen-dames. Eerder veroverde zij op de baan ook al de nationale driekleur op de omnium.
Erik Dekker was niet de enige Dekker die Nederlands kampioen werd. De18-jarige Hans Dekker, geen familie van, veroverde de titel bij de junioren. Hij reed zijn ronde in 26.18. Bij de profs, die twee rondes aflegden, waren slechts drie renners die hun eerste ronde sneller aflegden. "Dat geeft aan welk talent Hans is", gaf Erik aan.
Zaltbommel. NK-tijdrijden. Mannen: 1. Dekker (Meerle) 44 km in 51.30 (49,622 km/u), 2. Knaven (Meerle) 0.47, 3. Van Schalen (Arnhem) 1.07, 4. Duijn (Hoogerheide) 1.10, 5. Voskamp (Zetten) 1.38, 6. Van Velzen (Zoetermeer) 2.00.