CAPELLE A/D IJSSEL - Shell heeft gisteren de aanval op de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) geopend. De oliemaatschappij heeft geen spaan heel gelaten van het door de kartelwaakhond geschreven rapport waarin staat dat Nederlandse oliemaatschappijen de prijs van benzine kunstmatig hoog houden.

Volgens Shell zullen, als gevolg van de door de NMa gewenste afschaffing van de steunregeling, honderden pompstations failliet gaan.

In een zwaarlijvig rapport van zo'n 120 pagina's zet Shell uiteen waarom de bewering van de NMa kant noch wal raakt. De kartelwaakhond had behalve Shell ook Esso, Texaco, Totalfina en BP de kans gegeven hun zienswijze op papier te zetten. De deadline hiervoor was gisteren. Alle vijf hebben gretig van de mogelijkheid gebruik gemaakt, maar behalve Shell wilde alleen BP tekst en uitleg geven. Het laatstgenoemde concern liet in een korte reactie weten de conclusie van de NMa niet te onderschrijven.

Marktleider Shell is vooral verbolgen over de wens van de NMa om het zogeheten steunsysteem af te schaffen. De meeste pompstations in Nederland zijn in handen van, of hebben een contract met, de bovengenoemde oliegiganten. Deze geven 'hun' pomphouders financiële steun wanneer een benzinestation van een concurrent in de buurt de prijzen verlaagd. De Europese Commissie gaf in 1986 haar goedkeuring aan deze regeling.

De kartelwaakhond oordeelde in zijn in december vorig jaar gepresenteerde rapport echter dat deze praktijk ervoor zorgt dat het voor pomphouders niet interessant is om hun prijzen te verlagen. Directeur verkoop van Shell Nederland, Frans Everts, vindt dit onzin. Volgens hem is Nederland niet het enige land dat een steunsysteem kent. Ook in Engeland, België, Zwitserland en Noorwegen bedienen oliemaatschappijen zich van dit principe. "Bovendien geeft 60% van de Nederlandse pomphouders wel korting op de adviesprijs van benzine. Voor diesel ligt dat percentage op 70 en voor LPG zelfs op 80. Dat druist volledig in tegen de veronderstelling van de NMa." Everts wijst er ook op dat de waakhond geen rekening heeft gehouden met de gevolgen van de afschaffing van de omstreden regeling. Volgens hem vallen dan honderden zelfstandige pomphouders om omdat ze een prijzenoorlog niet vol kunnen houden. "Dat is slecht voor de consument die hierdoor minder keus krijgt en uiteindelijk kan het de benzineprijs ook weer omhoog drijven aangezien er minder aanbieders zijn."

De Shell-directeur maakt eveneens gehakt van andere passages uit het NMa-rapport. "De Nederlandse benzineprijs zou hoog zijn in vergelijking met de rest van Europa, maar de NMa heeft slechts een beperkt aantal landen bij de vergelijking betrokken. Wanneer de hele Europese Unie onder de loep wordt genomen blijkt dat Nederland qua brandstofprijs ergens in de middenmoot uitkomt." Overigens meent Everts dat Nederland geen monopolie heeft op het klagen over de prijs van benzine. "Dat is van alle landen en van alle tijden."

En dan was er nog de kwestie van de zogenaamde asymmetrische prijsaanpassingen. De NMa beschuldigt de oliemaatschappijen ervan dat ze kostenstijgingen vlotter in de benzineprijs doorrekenen dan kostendalingen. "Dat gaat echt helemaal nergens over", veegt Everts de uitspraken resoluut van tafel. "Elke dag om half elf stel ik de benzineprijs vast. Soms stijgt de prijs, een andere keer kan hij weer dalen. Daar is niets asymmetrisch aan."

Een woordvoerster van de NMa bevestigde gisteren het rapport van Shell te hebben ontvangen en liet weten het document te gaan bestuderen. Eind september volgt nog een hoorzitting waarin alle betrokken partijen ook nog een mondelinge toelichting mogen geven. Daarna buigt de kartelwaakhond zich nog eens over het probleem om vervolgens tot een eindoordeel te komen.

zoek naar gerelateerde artikelen

do 15 augustus 2002