SANTIAGO - De vorige week aangetreden president van Colombia, Alvaro Uribe, heeft de guerrillabewegingen van het land de oorlog verklaard. Nog geen week na zijn ambtsaanvaarding kondigde president Uribe de noodtoestand af waardoor de grondrechten voor een periode van minimaal negentig dagen zijn opgeschort.
|
De Colombiaanse president Uribe (m.) in crisisberaad met zijn minister van Binnenlandse Zaken Londono (l.) en Financiën Junguito. (Foto: AP)
|
Ook benoemde Uribe de oorlogszuchtige generaal Jorge Enrique Mora tot landmachtcommandant en voerde hij een 'oorlogsbelasting' in die de schatkist een extra 750 miljoen euro moet opleveren om het regeringsoffensief tegen de guerrilla's te bekostigen. Slechts de allerrijkste Colombianen hoeven deze extra heffing van 1,2% op hun vermogen te betalen.
President Uribe wil het leger uitbreiden met twee mobiele brigades van elk drieduizend soldaten en heeft aangekondigd het landelijke politiekorps te willen vergroten met honderdduizend hulpagenten die tot taak krijgen om op buurtniveau inlichtingen te verzamelen over mogelijke guerrilla-activiteiten.
Volgens minister van Binnenlandse Zaken, Fernando Londono, is een kordate en trefzekere aanpak van het guerrillaprobleem nu absoluut noodzakelijk. De bewindsman zei dat Colombia's democratische bestel onder vuur ligt en verder talmen de instorting van het land zou riskeren: "het is nu tijd om te handelen", aldus de minister.
De guerrilla's van Colombia zijn al 38 jaar lang verwikkeld in een strijd met om een meer rechtvaardige samenleving. De afgelopen tien jaar verloren de rebellen evenwel hun revolutionaire idealen om zich toe te leggen om de bouw van en handel in verdovende middelen. De twee guerrillalegers van het land hebben tezamen ongeveer 25.000 strijders onder de wapenen. De Revolutionaire Strijdkrachten (FARC) domineren thans ongeveer veertig procent van het nationale grondgebied. Het kleinere Revolutionaire Volksleger (ELN) controleert ongeveer tien procent van Colombia. Beide bewegingen zijn echter operationeel in het hele land zoals vorige week nog bleek tijdens de beëdigingsceremonie van president Alvaro Uribe toen de rebellen er ondanks alle zware veiligheidsmaatregelen in slaagden om enkele projectielen af te vuren op het presidentiele paleis en het parlementsgebouw.
Hoewel president Uribe de Verenigde Naties heeft uitgenodigd om te bemiddelen in het conflict, maakt het staatshoofd er geen geheim van dat hij weinig waarde hecht aan vredesoverleg. De laatste gespreksronde tussen regering en guerrilla stokte vorig jaar. Sindsdien is er van regeringswege niet opnieuw geprobeerd het vredesoverleg vlot te trekken.