AMSTERDAM - LPF-staatssecretaris Rob Hessing (Openbare Orde en Veiligheid) blijkt tot vlak voor zijn aantreden een conflict te hebben gehad met het ministerie van Binnenlandse Zaken over zijn vergoedingen en declaratiegedrag.
Hessing, die de afgelopen jaren gedetacheerd was in Parijs en Brussel, had onenigheid met dat departement over diens functieniveau in Parijs en de daarmee samenhangende vergoedingen.
Het langslepende conflict over het geld werd op aandringen van premier Balkenende, toen formateur, vorige maand binnen één dag beslecht door arbitrage. Hessing werd daarbij in het gelijk gesteld en kreeg een belangrijk deel van de nog niet gehonoreerde declaraties uitbetaald.
Hessing en Binnenlandse Zaken bevestigden gisteren desgevraagd dat sprake was van "een verschil van inzicht", waarop begin dit jaar werd besloten tot bindende arbitrage. "De heer Hessing is door de uitspraak in het gelijk gesteld", zo meldt ook het departement.
Hessing is met zijn arbitragezaak overigens al de derde LPF-bewindsman bij wie nog een vuiltje moest worden weggewerkt om daadwerkelijk te kunnen worden beëdigd.
Voor zijn collega-staatssecretaris op Cultuur, Cees van Leeuwen, moest een arbitragecommissie worden ingesteld om het juridische conflict met het ministerie van Verkeer en Waterstaat over diens monumentale woonboerderij op te lossen. De uitspraak laat overigens nog steeds op zich wachten.
Daarna moest LPF-minister Nawijn (Vreemdelingenzaken en Integratie) een oplossing bedenken voor de riante wachtgeldregeling die hij had bedongen na zijn vertrek bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Nawijn zag op aandringen van Balkenende van zijn wachtgeld af.