AMSTERDAM - Enkele duizenden werknemers in de thuiszorg die afgelopen maanden om fiscale redenen hun baan in gevaar zagen komen, kunnen opgelucht adem halen. Het gaat vooral om de zogenoemde alfahulpen die ouderen en invaliden thuis verzorgen.
De Belastingdienst heeft bekendgemaakt dat zij met terugwerkende kracht weer hun normaal aantal uren kunnen gaan werken zonder dat zij daarover belasting hoeven te betalen.
Een stevige lobby van ouderenbonden, de thuiszorg en de FNV Belastingservice richting de politiek lijkt hiermee zijn vruchten te hebben afgeworpen. "Dolgelukkig ben ik voor deze mensen", zegt Ymi Knaap van de FNV. "De hulp aan ouderen is nu uit de gevarenzone. En die hulp is al zo kwetsbaar door personeelsgebrek."
Vanwege een ongunstig inkomenseffect van het nieuwe belastingstelsel gingen veel alfahulpen begin dit jaar noodgedwongen minder werken. Door het nieuwe stelsel vervielen namelijk voor de lage inkomens de overdracht van de basisaftrek aan een partner en de invorderingsvrijstelling.
Om dit op te vangen werd een fiscale overgangsregeling bedacht. Werknemers met een verdienende partner en een belastbaar jaarinkomen van maximaal 4395 euro kregen recht op de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting. Deze vrijstelling zou in vijf jaar worden afgebouwd.
Deze verhoging was vorig jaar nog 100 procent, waardoor niemand iets in zijn portemonnee merkte. Dat veranderde begin dit jaar echter drastisch toen de korting naar 80 procent ging en ter compensatie de lonen van de alfahulpen iets werden verhoogd. Dit met de bedoeling dat hun netto-inkomen hetzelfde zou blijven.
Maar helaas, met een gelijk aantal uren kwam dat inkomen boven de grens van 4395 euro, waardoor ze opeens over dit gehele bedrag volledig belasting moesten betalen. Dit gevaar is nu geweken met de boodschap van de fiscus dat de alfahulpen met terugwerkende kracht maximaal 4785 euro mogen verdienen.