BRUSSEL - Er zou voor de kust van het Belgische Knokke een kunstmatig eiland in zee moeten worden aangelegd om te voorkomen dat de 35.000 ton munitie die daar na de Eerste Wereldoorlog is gedumpt gevaar gaat opleveren voor het milieu, zo concludeert de Universiteit van Gent die om een onderzoek is gevraagd door de Belgische regering.
Het vluchtende Duitse leger liet in 1918 aan het IJzerfront 700.000 granaten achter, gevuld met springstof en deels ook met het zeer giftige mosterdgas. De toenmalige Belgische regering wist in 1919 niets beter te doen dan alle munitie te dumpen op de 'Paardenmarkt', een zandbank een kilometer uit de kust voor Knokke-Heist.
De zaak werd vergeten totdat bij de uitbreiding van de haven van Zeebrugge opeens veel granaten boven water kwamen. De Paardenmarkt werd een verboden vis- en ankerzone, want er bleken op liefst 17 plaatsen belangrijke concentraties zware munitie te liggen.
Ontploffingsgevaar is er niet, maar in de komende decennia kunnen de gifgasgranaten wel gaan lekken, ze liggen dan bijna 100 jaar te roesten op de zeebodem, aldus de onderzoekers. Om alle gevaar in te dammen stellen ze voor om een kustmatig eiland te storten met een oppervlakte van ongeveer vijf vierkante kilometer. De zeevogels en de zeerobben hebben er dan ook wat aan. Het eiland zou bij eb 6,5 meter boven de zeespiegel uitsteken.