De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
vr 2 augustus 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Zomerhoroscoop 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Briljant in de eenvoud

door Frank Woestenburg

   
 

HILVERSUM - Hun samenwerkingsverband op de atletiekbaan was als een huwelijk. Met voor- en tegenspoed. Ondanks alle (fysieke) tegenslagen die ze in de loop der jaren op hun weg vonden, gaan Ellen van Langen en trainer Frans Thuys de geschiedenis in als hét gouden koppel van Barcelona. Vandaag, enkele dagen voor het begin van de EK atletiek in München, is het precies tien jaar geleden dat Ellen van Langen dankzij haar machtige eindsprint olympisch kampioene werd op de 800 meter (in een supertijd: 1.55,54). Van Langen is als manager nog altijd actief in de atletiek, Thuys (tegenwoordig interim-manager in het bedrijfsleven) volgt de sport nog slechts vanaf de zijlijn. Maar hun visies lopen nog altijd opmerkelijk parallel. "We waren niet afhankelijk van toeval."

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 20kb)
Ellen van Langen wint de 800 meter tijdens de Olympische Spelen in Barcelona. (Foto: ANP)
Het opstaan, de zenuwslopende laatste uren van de voorbereiding, de race, de spannende laatste meters, de winst, de verwonderde blik in haar ogen, het happen naar adem en, vanzelfsprekend, de enorme ontlading erna. De herinneringen aan die ene dag, de derde augustus 1992, staan bij allebei nog haarscherp op het netvlies gegrift. Tot in de kleinste details. "Ik weet nog dat ik Ellen direct na de race een fles water gaf en erbij zei: 'Verder neem je van niemand iets aan'. Je kan op zo'n moment niet voorzichtig genoeg zijn. Voor je het weet, word je geflikt."

Thuys: "Op het moment dat Ellen winnend over de streep kwam, verloor ik ongedoseerd mijn zelfbeheersing. Voor mijn doen was dat heel ongewoon. Zoiets gebeurde me nooit. Ik heb toen vreselijk gehuild en met mijn vuisten op de grond liggen beuken. Zulke sterke emoties heb ik daarna nooit meer gevoeld."

Van Langen: "Ik heb Frans op dat moment niet gezien, maar mensen hebben me er later nog wel op aangesproken. Mijn sterkste herinnering is het gevoel dat ik honderd meter voor de streep had. De eerste ronde was loeihard gegaan, in 55,72 seconden. Ik weet nog dat ik dacht: 'oh shit, dit gaat wel erg hard'. Ik voelde dat ik die eerste 400 meter geen controle over de wedstrijd had. Tweehonderd meter voor de streep lag ik nog vijfde, maar toen had ik de aansluiting inmiddels weer hervonden. En ja, dan op honderd meter, dan voel je gewoon dat jij nog wel de kracht hebt om te sprinten en de rest niet. Dat moment is eigenlijk het allermooiste. Je bent nog niet over de streep, maar je weet dat je het gaat doen."

Thuys: "In sport is niets zeker, maar eigenlijk kon het haast niet missen. Ellen beheerste alle aspecten van het lopen. We waren niet afhankelijk van toeval. Zij kon het op ieder moment laten zien: tijdens een instuifwedstrijd op de baan van AAC in Ookmeer of in de olympische finale. En er was in Barcelona verder niemand die hetzelfde kon als Ellen. Maar natuurlijk ging er in Barcelona iets mis. De rest ging direct na de start te hard weg. Ik weet nog dat ik Ellen zag schrikken."

Van Langen: "Het was niet echt een verrassing. Nurutdinova vertrok altijd hard. Bovendien, die Russische meiden hadden voor die tijd al eens tegen me gezegd: 'als je 100 meter voor de streep nog bij ons zit, hebben we een probleem'. Dus zij wilden het vanzelfsprekend niet op die eindsprint aan laten komen. Gelukkig pakte alles goed uit."

Thuys: "Maar er kwam geen greintje geluk bij kijken. We hadden vooraf alle denkbare scenario's doorgenomen. Als coach mag je een atleet nooit een race insturen met onhaalbare doelstellingen, want dan zadel je iemand op met teleurstellingen. Maar bij ons was winnen gewoon een hele reële mogelijkheid." "Ik ga nu steeds beter begrijpen wat ik destijds gedaan heb. Het is verschrikkelijk ingewikkeld om je voor de volle honderd procent met de basics, de eenvoud, bezig te houden, zoals wij dat gedaan hebben. 98 procent was niet genoeg. Het is als met een goede timmerman: die zaagt ook in honderd procent van de gevallen een plank recht af. Dat behoort tot de basics. Zo is het met hardlopen ook. Als de basis niet goed is, kan je de rest wel vergeten. Over het algemeen doen ze in de atletiek veel te ingewikkeld. Als Ellen naar een centrale training ging, hoorde ze daar coaches praten over zuurstofmax, vp en vp2. Om gek van te worden."

Van Langen: "Ja, dat weet ik nog. Ik kwam na een centrale training vaak gedeprimeerd bij Frans terug. Dan was er weer een bondscoach naar me toe gekomen: 'Ellen, je traint toch wel 7 x 300 meter in 40 seconden?' Nee, dacht ik dan bij mezelf. Dat kan ik niet eens. Maar zeker in de eerste jaren word je knap onzeker van al die mensen met hun commentaar."

Thuys: "Ik heb al heel snel tegen Ellen gezegd: 'je moet alleen voor je plezier naar die centrale trainingen gaan en de rest vergeten. Onthoud de leuke dingen voor mij, zodat we er later samen om kunnen lachen'. Ik durf hardop te beweren dat het merendeel van de atleten gewoon verkeerd traint. Te hard vaak. Ik heb atleten zien lopen bij wie het water me in de mond liep. Zó-véél talent. Maar het is er nooit uitgekomen. Een atleet moet ook luisteren naar zijn lichaam. Wij pasten voortdurend de schema's aan. Als een van ons dacht dat iets niet kon, dan deden we het niet. Er was geen plaats voor twijfel."

- Maar de twijfels kwamen in de jaren na Barcelona, die gedomineerd werden door blessures, toch.

Thuys: "Na de Spelen heb ik de totale greep verloren. Daarvoor had ik greep op honderd procent van wat er zich afspeelde, daarna niet meer. Simpel. Daar hebben we de prijs voor betaald. Topsport kent geen concessies. Dingen die tot dan vanzelfsprekend waren, werden ter discussie gesteld. Door de buitenwacht. Als je succes hebt, komen uit alle hoeken en gaten deskundigen. Ze hebben nooit iemand olympisch kampioen gemaakt, maar vertellen wel hoe een olympisch kampioen het moet doen."

Van Langen: "Ik verloor zelf ook de greep over mijn leven. Dat is eigenlijk de minst plezierige herinnering aan het succes. Van alle kanten werd er aan me getrokken, er kwam zo ontzettend veel op me af. En zeker in die tijd kon ik moeilijk 'nee' zeggen. Bovendien, veel dingen waren ook gewoon leuk om te doen. Maar de consequentie was wel dat mijn leven ingrijpend veranderde. Natuurlijk, op een gegeven moment was ik weer terug in training en probeerde ik weer die rust om me heen te creëren, maar dat is nooit meer helemaal gelukt."

Thuys: "Dat lag ook niet alleen aan Ellen, maar ook aan de omstandigheden. Onze trainingsgroep viel bijvoorbeeld om uiteenlopende redenen uit elkaar. Onze vaste haas scheurde bijvoorbeeld om de haverklap zijn meniscus, dat soort zaken."

"Voor de olympische finale dachten we over de kleinste details na, hadden we alles in de hand en zijn er gewoon geen fouten gemaakt. Ik durf best te stellen dat we dat briljant gedaan hebben. Maar we hebben onvoldoende nagedacht over de consequenties van het succes. We hebben ons te veel laten overkomen. Dat heeft met ervaring te maken. Daarom lach ik me nu ook dood om die jonge trainers in de voetballerij die ineens een grote club gaan trainen: natuurlijk gaat dat fout! Geloof me, als ik het nu nog een keer zou doen, gegarandeerd, dan zou het voor geen duizendste promille meer fout gaan. En als ik voor Ellen al iemand anders olympisch kampioen had gemaakt, dan was het ook met Ellen niet fout gegaan. Het is jammer, maar het doet niets af aan het plezier dat we van het succes hebben gehad. De dingen die we fout hebben gedaan, wegen niet op tegen alle dingen die we daarvoor goed hebben gedaan."

Van Langen: "Toen was ik een jong broekie dat op een grote wolk leefde. Als ik het over zou mogen doen, zou ik nu dingen anders doen. Logisch, met de jaren word je wijzer. Nu heb ik meer levenservaring en kijk je anders tegen zaken aan, maar dat is geen verwijt aan mezelf. Ik heb destijds de dingen gedaan zoals ik dacht dat het goed was."

Thuys: "Ellen had tot op de dag van vandaag haar wedstrijdjes mee kunnen blazen. Het niveau is tegenwoordig breder, maar de tijden zijn mede door de geïntensiveerde dopingcontroles niet sneller geworden. Want dat vergeten een hoop mensen: Ellen moest tegen gedrogeerde atleten opboksen. Het is alsof je een gewone auto tegen een opgevoerde auto laat rijden. Na verloop van tijd worden dan de lagers roodgloeiend. Maar Ellen heeft me nooit een spier in het gezicht zien vertrekken als ik haar weer eens een onmogelijk krachtschema gaf."

Van Langen: "Die waren soms echt niet grappig."

Thuys: "De looptrainingen waren ook niet misselijk. Gedrogeerde atleten bepaalden ons richtniveau. Ik heb alle DDR-literatuur wel gelezen, maar ik had er niets aan. Want die was tot stand gekomen op basis van het werken met gedrogeerde atleten. Ellen kon nog geen kwart van wat er in die boeken stond. Ik heb heel wetenschappelijk gewerkt. Alles gelezen, overal wel wat gejat en op basis daarvan mijn eigen ideeën gevormd. Het irriteert me vaak als ik mensen hoor zeggen dat Ellen naast die olympische titel nooit iets gewonnen heeft. Ze werd in 1990 vierde bij de EK in Split. Achter Wachtel, Wodars en Nurutdinova, drie Oostblok-atletes van wie bewezen is dat ze dope gebruikten. Voor mij is Ellen daar Europees kampioene geworden. En in '95 werd ze zesde op de WK in Gothenburg, met slechts twee weken training in de benen. Zowel in de serie, de halve finale als de finale liep ze een tijd van 1,58 minuten. Dat is fysiek én mentaal de beste prestatie die ze ooit geleverd heeft."

Van Langen: "Ik heb zelf heel lang het idee gehad dat die olympische medaille niet genoeg was. Ik wilde meer. Wereldkampioene worden onder andere. Pas later besef je dat je wél olympisch goud op zak hebt. Als ik liep, ook na de Spelen, liep ik meestal wel goed. Alleen was ik natuurlijk veel te vaak geblesseerd. Er kwamen momenten van twijfel. Ik had op het laatst het idee dat mijn lijf de zware belastingen niet meer aankon. Nu nog. Als ik aerobics doe, krijg ik direct weer last van mijn achillespees. Dat is toch een teken dat er iets niet goed zit. In '98 was het vertrouwen in mijn lichaam volledig verdwenen. Toen ben ik gestopt."

Van Langen: "Die plak heeft mijn leven veranderd. Voor Frans geldt dat in mindere mate, maar ook hij heeft voldoende erkenning gekregen. Er werd toch altijd over ons gesproken als een team. En terecht! Juist daarom zat het me zo dwars dat begin dit jaar oud-bondscoach Has van Cuijk door NOC*NSF bij de huldiging van de zogeheten 'Gouden Coaches' samen met Frans in het zonnetje werd gezet. Ik wist van Van Cuijk niet eens dat hij bondscoach was in '92. Zijn aandeel in mijn succes is nul komma nul geweest. Frans had alleen op dat podium moeten staan."

Thuys: "Wat ik zelf altijd vreemd heb gevonden, is dat ik door de atletiekunie nooit ben uitgenodigd voor trainerscursussen. Ze waren het oneens met mijn visie, vonden me lastig bovendien. Gelijk hebben is iets anders dan gelijk krijgen. Ik mocht ook geen docent worden en lezingen verzorgen. Prima hoor, maar eigenlijk is het te triest voor woorden. En verder? Ach, lovende verhalen heb ik eigenlijk nooit gehoord. Wel veel afgunst. Ik werd soms afgeschilderd als een knutselaar, dat irriteerde me. Maar wie heeft er nou gelijk? Ik wacht wel tot er iemand komt die het beter doet dan ik. Ik heb het idee dat ik dan heel lang kan wachten."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


vr 2 augustus 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.