De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 3 augustus 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Zomerhoroscoop 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B U I T E N L A N D 
BUITENLAND ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Ziekenhuis Jeruzalem
ingespeeld op terreur

door Frank van Vliet

   
 

door Frank van Vliet JERUZALEM - Veel tijd om zijn bij een bomaanslag gewonde dochter moed in te spreken, kreeg Uri Levy niet. Een snelle kus en het even vasthouden van de hand was het enige dat hij kon doen voordat zijn kind het ziekenhuis in verdween. De volgende ambulance kwam al weer aangesneld en het was de taak van Levy om de deuren te openen, en de broeders te helpen de patiënten uit de auto te halen.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 21kb)
Uri Levy probeert na een aanslag zijn gewonde geraakte dochter te troosten, voordat hij als werknemer bij het ziekenhuis Shaare Zedek in Jeruzalem, nieuwe slachtoffers uit de ambulance moet halen.
Levy, normaal gesproken werkzaam als technicus bij de airconditioning, weet dat hij een klein radertje is in de soepel lopende machine waarin het Sjaare Zedek ziekenhuis in Jeruzalem verandert als er een melding van een aanslag binnenkomt. Binnen enige minuten staan dan honderd dokters, en even zoveel verpleegkundigen klaar om in actie te komen.

Verder nemen maatschappelijk werkers hun plaats in, wordt het informatiecentrum ingericht, maken de bloedbank en het laboratorium zich op voor overwerk en is de beveiligingsdienst gealarmeerd. Binnen tien minuten zijn alle operatiekamers leeg voor de opvang van spoedgevallen.

Een Zuid-Koreaanse student, die zwaargewond was geraakt tijdens de bomaanslag op de mensa van de Hebreeuwse Universiteit waarbij afgelopen woensdag zeven doden en ruim tachtig gewonden vielen, lag binnen vijf minuten op de operatietafel. "Hij maakt het nu redelijk en de dochter van Uri is zelfs weer thuis", vertelt dr. Ovadia Sjemesj tevreden.

De rust is al lang weer teruggekeerd in Sjaare Zedek. Van de twintig binnengebrachte gewonden liggen er nog slechts zes in het ziekenhuis. De georganiseerde chaos in het hospitaal heeft na de 'mensa-bom' slechts van half twee tot half vier geduurd. "Daarna leek het alsof er niets was gebeurd", aldus Shemesh.

Uit respect voor de patiënten zegt hij het niet, maar hij heeft het wel eens erger meegemaakt. Het Sjaare Zedek is vanwege de centrale ligging in Jeruzalem hét ziekenhuis voor de gewonden na een aanslag.

Weemoed

Het hoofd voorlichting van het ziekenhuis, Uri Schwarz, denkt wel eens met weemoed terug aan de tijd dat het nog nodig was om eens per jaar op het rampenplan te oefenen. ,,Daar ging altijd van alles mis. Het was eerlijk gezegd een zootje. Nu hebben we zoveel echte ervaring dat er nauwelijks nog iets fout gaat."

De artsen kunnen inmiddels ook wonderen verrichten. Sjemesj heeft mensen zien binnenkomen, van wie hij was overtuigd dat ze zouden doodbloeden, maar die twee weken later het hospitaal uitwandelden. "Ik denk dat er weinig plaatsen zijn waar men zoveel expertise heeft bij de behandeling van traumagevallen als hier."

Net als zijn naamgenoot van de airconditioning heeft Uri Schwarz er na een bomaanslag een taak bij. Hij maakt foto's van de soms zwaar verminkte binnengebrachte slachtoffers om later identificatie te vergemakkelijken. ,,Verschrikkelijk werk", zegt hij ,,maar lang niet zo erg als de geluiden die je hoort als familieleden op de hoogste worden gesteld van het verlies van hun dierbaren. Dat gaat door merg en been."

Schwarz bewaart in zijn kantoor macabere 'souvenirs' van de zelfmoordenaars. Hij heeft een kleine verzameling van potjes met daarin schroeven en bouten en zelfs rattekruid. Allemaal bedoeld om zoveel mogelijk dood en verderf te zaaien na de explosie. Een röntgenfoto van een patiënt wiens longen meer gelijkenis met een prikbord vertonen door het grote aantal spijkers dat zijn lichaam binnendrong is evenzeer schokkend. Ook deze man heeft overigens het ziekenhuis weer levend verlaten.

Dat het ook wel eens minder gelukkig afloopt weet de Nederlandse maatschappelijk werkster Ruth Lange als geen ander. Zij is het hoofd van het informatiecentrum dat in werking treedt na een aanslag. Haar team van maatschappelijk werksters moet dan onder meer de verontruste familie opvangen. Een hels karwei.

Het komt regelmatig voor dat de familie in shock of hysterische toestand voor Lange staat en zie ze dan maar eens te kalmeren. ,,En de hele wereld hangt aan de telefoon van buurvrouwen tot politieambtenaren die het vermoeden hebben dat een bekende zich onder de slachtoffers bevindt."

Bij aankomst van de gewonden zijn er maatschappelijk werkers die speciale kenmerken van de slachtoffers in zich opnemen. Er bestaat een formulier waarop de kleur van het haar, de kleding, sieraden en bijzondere kenmerken worden ingevuld. Dat alles om zo snel mogelijk achter de identiteit van de soms mismaakte slachtoffers te komen.

,,Je krijgt een tweede oog voor het opnemen van bijzonderheden. Zo heb jij bijvoorbeeld rechts op je hoofd een moedervlek die je onder je haar probeert te verbergen", zegt Lange.

Als identificatie en opvang zijn geregeld begint het echte werk, dan moet worden bepaald wie psychiatrische hulp kan gebruiken en wie er verdere ondersteuning nodig heeft, zoals bijvoorbeeld kinderen wiens ouders zijn omgekomen.

De Nederlandse stelt dat iedere aanslag een eigen gezicht heeft. "Het maakt nogal wat uit of de slachtoffers student zijn of orthodox of dat ze uit een nederzetting komen. Heel gek, maar dat merk je."

De maatschappelijk werkster woont en werkt al 33 jaar in Israël en zegt nog steeds van haar baan te houden. "Maar wat er de laatste tijd is voorgevallen is niet normaal meer. Ik ben niet gedeprimeerd, maar er zit wel sleet op. Of zoals ze in de Jordaan zeggen; de gein is er af en dat is dus heel erg."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 3 augustus 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.