ROTTERDAM - "Ondernemen is een kunst", zei bestuursvoorzitter Antony Burgmans van Unilever gisteren tijdens een toelichting op de kwartaalcijfers. En Burgmans' Unilever beheerst die kunst, was de boodschap die weliswaar onuitgesproken bleef, maar moest blijken uit de verrassend goede resultaten over het tweede kwartaal. Analisten vragen zich echter af of Unilevers weg naar groei blijvend is, of dat het was- en voedingsmiddelenconcern haar magie verliest als een ingrijpende sanering van de merkenportefeuille eenmaal is voltooid. "Unilever zal ook dan nog wel groeien, maar minder dan zijn grote concurrenten."
Unilever maakte gisteren de resultaten bekend over het tweede kwartaal van 2002 en kreeg daarvoor bij beleggers en analisten de handen op elkaar. Bleef de omzetgroei van de groep vrijwel stabiel, van de 400 'leidende merken', waar Unilever mee verder wil, namen de verkopen toe met 4,4%. Unilever is onder het motto: de Weg naar Groei, al tweeëneenhalf jaar bezig om zijn merkenportefeuille uit te dunnen, van ongeveer 1600 tot 'slechts' 400 eind 2004. Circa 850 heeft het Brits-Nederlandse concern er nog. Eind dit jaar moeten het er minder zijn dan 800. Hoeveel precies? "Als ik u een plezier doe, wil ik wel zeggen: 791", antwoordde Burgmans op een vraag. "Maar dit is geen wetenschap. Ondernemen is een kunst."
De 400 merken die overblijven, moeten vanaf 2004 een jaarlijkse omzetgroei laten zien van 5 tot 6%, is één van de doelstellingen van Unilevers Weg naar Groei. "Over heel dit jaar verwachten we een percentage van viereneenhalf à vijf", aldus Burgmans gisteren. "Daarmee komen we aardig in de buurt van de vijf à zes die we nastreven."
Een tweede doelstelling is een operationele marge van minimaal 16%. Ook wat dat betreft ligt Unilever volgens Burgmans op koers, want de brutowinstmarge steeg in het tweede kwartaal van dit jaar met 1,9%-punt tot 15%. De versnelde omzetgroei van de leidende merken - in het eerste kwartaal bedroeg de groei 'nog maar' 3,0% - in combinatie met de margeverbetering was voor Unilever aanleiding om de winstverwachting voor het hele jaar opwaarts bij te stellen.
"We kunnen de verwachting uitspreken dat de groei van de winst per aandeel (voor bijzondere posten en afschrijving van goodwill en immateriële vaste activa, red.) in de mid teens zal uitkomen, dat is: rond de vijftien procent", aldus Burgmans. Tot gisteren stelde Unilever beleggers en analisten nog een winstgroei per aandeel in het vooruitzicht van 'laag in de dubbele cijfers' (tien tot twaalf procent).
Voorbehouden maken Burgmans en de zijnen niet, ondanks 'lastige' marktomstandigheden in Turkije en een 'fors lagere' consumentenvraag in Argentinië. Van de economische crisis in Argentinië - en de mogelijkheid dat die overslaat naar het nabijgelegen Brazilië - ligt Burgmans ook nog niet wakker, bleek gisteren. "We hebben de laatste drie jaar heel wat devaluaties gezien", riep de bestuursvoorzitter in herinnering. "Bij wereldwijd zakendoen is daarop reageren routinewerk."
Die reactie is - ook in het geval van Argentinië - een fijnmazigere distributie en kleinere verpakkingen. "Niemand stapt bij een economische crisis namelijk nog in de auto en rijdt voor zijn boodschappen naar een hypermarkt en niemand koopt nog een fles shampoo waarmee hij of zij twee maanden vooruit kan", heeft de ervaring Burgmans geleerd.
Om de afzetdaling die van een crisis het gevolg is op te vangen, worden de prijzen over het algemeen verhoogd. In Argentinië daalde de afzet in het tweede kwartaal met 'een hoog dubbelcijferig percentage', is het enige wat Unilever er cijfermatig over kwijt wil. Een eveneens 'hoog dubbelcijferige' prijsverhoging leidde ertoe dat de omzet er het afgelopen kwartaal nog wel toenam, met 13%.
In Brazilië was de afzet in het tweede kwartaal stabiel, aldus Burgmans, en leidde een prijsverhoging van ongeveer 15% tot eenzelfde omzettoename. Op een crisis in Brazilië wilde Unilever gisteren niet vooruitlopen. Voor de indexsamenstellers van Standard & Poor's had Burgmans nog wel een boodschap. "Wij hoorden van onze verwijdering uit de S&P 500 op hetzelfde moment als u dat deed. Juridisch staat Standard & Poor's natuurlijk in haar recht, maar gezien het feit dat we al veertig jaar in de index meewegen had het anders, en op een ander moment gekund."
Gezien de onrust op de financiële markten had S&P wel even met de indexherziening kunnen wachten, aldus Burgmans. "Dat was een optie waar men jammer genoeg geen gebruik van heeft gemaakt." Het zorgde er wel voor dat aan de sheetpresentatie een blaadje werd toegevoegd. Daaruit blijkt dat het aandeel Unilever het de afgelopen achttien jaar duidelijk beter heeft gedaan dan de S&P 500-index. Steeg de S&P die jaren met gemiddeld 9% per jaar, het aandeel Unilever liet een performance zien van 15% per jaar. Standard & Poor's, eat your heart out, leek Burgmans te willen zeggen.