|
James Baker
|
BARCELONA - De kwestie van de Westelijke Sahara zit opnieuw op een dood spoor. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties boog zich dinsdagnacht voor de zoveelste keer over een oplossing voor de voormalige Spaanse kolonie, die in 1975 door Marokko werd ingelijfd. Maar de patstelling duurt onverminderd voort omdat Marokko en het Frente Polisario, het bevrijdingsfront voor de Westelijke Sahara, lijnrecht tegenover elkaar blijven staan en niet tot enige concessie bereid blijken.
De affaire sleept zich al 27 jaar voort. In 1975 voerde wijlen koning Hassan II van Marokko een van zijn vele sluwe operaties uit. Terwijl heel Spanje in de ban was van de doodsstrijd van dictator Franco, nam Marokko het noordelijke deel van de Spaanse kolonie in met een vreedzame Groene Mars van meer dan 300.000 Marokkanen, zonder dat er een schot gelost werd.
|
De Marokkaane koning Mohammed VI staat hier afgebeeld met zijn echtgenote Salma Bennani, die hij in maart trouwde. Mohammed die precies drie jaar geleden de troon besteeg, bekrkitiseerde gisteren in een openbare toespraak de houding van Spanjde ten aanzien van Ceuta en Melilla, de twee Spaanse enclaves aan de Marokkaanse kust waarover de twee landen al een tijd in onmin leven. Spanje zou weigeren over deze 'bezette gebieden' te praten. Ook onderstreepte de Marokkaanse koning de soevereiniteit van Marokko over de Westelijke Sahara. (Foto: REUTERS)
|
Korte tijd later annexeerde Marokko ook het zuidelijke deel van de Spaanse kolonie, dat aan Mauretanië was toegewezen. De autochtone Sahara-bevolking, uitgeweken naar het Algerijnse Tindoef, probeerde aanvankelijk met guerrilla-acties de Marokkanen te verdrijven. Een onhaalbare zaak, zeker nadat Marokko een tankwal van meer dan 1000 kilometer om het gebied had gelegd.
In 1991 tekenden de strijdende partijen in Houston een akkoord over een staakt-het-vuren. Daarin werd onder meer afgesproken dat de oorspronkelijke bevolking zich via een referendum zou mogen uitspreken over aansluiting bij Marokko of voor onafhankelijkheid. De VN zouden het gebied beheren en zich met de organisatie van het referendum belasten.
Maar Marokko voelde weinig voor dat referendum en probeerde langs allerlei slinkse wegen de volksraadpleging voortijdig te torpederen, onder meer door tienduizenden Marokkanen uit het noorden naar de Westelijke Sahara te sturen met lokkertjes als lage benzineprijzen en belastingvrije artikelen voor het eerste levensonderhoud. De lijsten met de oorspronkelijke, kiesgerechtigde Sahara-bevolking, die na jarenlang speurwerk van de VN waren samengesteld, werden door Marokko systematisch naar de prullenbak verwezen.
Zelfs de Amerikaanse oud-minister James Baker, benoemd tot speciaal afgezant van VN-secretaris Kofi Annan, slaagde er niet in om alle obstakels rond het referendum uit de weg te ruimen. Kofi Annan, verontrust over de schier eindeloze kostenpost van de VN-missie in de Westelijke Sahara, lanceerde in april dit jaar een plan met alternatieven om de impasse te doorbreken.
Als een referendum onhaalbaar zou blijken, bleven er in de optiek van de VN-topman slechts drie andere mogelijkheden over: verdeling van het gebied tussen Marokko en het Frente Polisario, erkenning van de soevereiniteit van Marokko met een vergaande mate van autonomie voor de oorspronkelijke Sahara-bevolking of definitieve terugtrekking van de VN-missie waarna beide partijen het zelf maar moesten uitzoeken. Dat laatste alternatief verdween al snel in de prullenbak omdat het zeker tot een nieuwe oorlog zou leiden.
Voor Marokko was alleen het idee van erkenning van de soevereiniteit over de voormalige Spaanse kolonie, met een nog onduidelijke vorm van autonomie voor de 244.000 oorspronkelijke bewoners, acceptabel. Een plan dat uit de koker van de VS kwam. Want na de 11de september zochten de Verenigde Staten vertwijfeld naar gematigde bondgenoten in het Arabische kamp. En op de achtergrond speelden ook economische belangen een steeds grotere rol. Het kustgebied voor de Westelijke Sahara bleek na enkele proefboringen uiterst rijk aan olie. Er werd in oliekringen al zachtjes gesproken over 'een nieuwe Golf van Mexico'.
De strategische en economische belangen deden de VS radicaal van strategie veranderen. Met steun van Frankrijk en Groot-Brittannië probeerden de Amerikanen het idee van het referendum te begraven en de Veiligheidsraad zover te krijgen om de Marokkaanse soevereiniteit te erkennen. Niet geheel onbaatzuchtig. In ruil voor die koerswijziging kreeg de Amerikaanse oliemaatschappij Kerr McGee toestemming, net als het Franse Total Fina Elf, om te boren voor de kust van de Westelijke Sahara.
Maar het Amerikaanse plan heeft voorlopig schipbreuk geleden. Een meerderheid van de Veiligheidsraad was er dinsdag niet voor te porren om de belangen van de Sahara-bevolking zomaar voor een paar olieputten op te offeren. Voorlopig is het mandaat van de VN verlengd tot 31 januari 2003. Voor die tijd mag afgezant Baker opnieuw naar een oplossing zoeken.