AMSTERDAM - Bewijzen heeft hij niet, maar wel een vermoeden. Of in ieder geval de vrees dat bouwprojecten in Amsterdam worden gefrustreerd doordat tegenstanders met opzet beschermde diersoorten op de locaties loslaten.

Rugstreeppad. (Foto: KINA)

"Als er bij de beoordeling van bouwplannen geen onderscheid wordt gemaakt tussen de plaatsen waar beschermde diersoorten van nature voorkomen, en die waar ze met opzet zijn losgelaten, dan is de beer los". Dat zegt fractievoorzitter J. Goring van de VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad.

Zijn ongerustheid is ingegeven door een tegenslag bij de realisering van het zogenoemde WTCW-project in de Watergraafsmeer.

De bouw van 650 woningen, waarvan 30 procent voor studenten, en de ontwikkeling van een wetenschaps- en technologiecentrum loopt vertraging op, omdat volgens de bestuursrechter Amsterdam onvoldoende heeft onderzocht of de beschermde rugstreeppad voorkomt op het terrein.

Volgens Goring is tijdens de inspraakbijeenkomsten over het project door tegenstanders gedreigd om padden op het terrein uit te zetten. Hij heeft inmiddels schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders.

In april pleitte de adviescommissie Raad voor het Landelijk Gebied nog voor een actiever natuurbeleid door de overheid, om kostbare vertragingen bij bouwprojecten te voorkomen. In de afgelopen jaren hebben korenwolven, zeggekorfslakken, wilde averuiten (een plant) en kamsalamanders menige heistelling lamgelegd. Volgens de raad is er in het verleden door de overheid door een gebrek aan kennis over zeldzame diersoorten te vaak het zekere voor het onzekere genomen en reageerde de overheid pas als er al een bouwconflict was ontstaan.

zoek naar gerelateerde artikelen

do 1 augustus 2002