De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
vr 26 juli 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Tournieuws 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Zomerhoroscoop 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Tractorpullers geven alles

door Mascha de Jong

   
 

WIERDEN/ MADE - Tractorpullen. Vermaak van de provincie. Vergeet het maar. Ook eersteklas ingenieurs vergapen zich aan de omgebouwde, extreem opgevoerde tractors, die de vergelijking met een gewone landtrekker nauwelijks meer doorstaan. De gebruikelijke 65-pk is vervangen door helikopter-, straalvliegtuig-, turbine- of tankmoteren - soms wel met vier stuks tegelijk - waar moeiteloos vier tot achtduizend pk uitrolt. NTTO-bestuurslid Johan Smit: "Sterk staaltje opscheppen. Of die pk's er werkelijk opzitten, is de vraag. Bij zulke waarden is het vrijwel niet meer te meten." Feit blijft dat een harde kern al hun tijd, euro's en energie in de machines steken. En dat alles voor maar honderd meter. Moeten de tractors een veertien ton zware sleepwagen plus extra betonblokken verplaatsen, die zich ondertussen in de klei klieft met messen. Een sterk staaltje kracht. Baancommissaris Willem Tamming: "Qua decibels is 't net of er een vliegtuig naast je opstijgt. De wereld vergaat even."

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 19kb)
Het zogenoemde Tractorpullen wint aan terrein.
Midden in een weiland, in de schaduw van het Brabantse Made, giert de adrenaline over de geïmproviseerde tribunes. Voor de ogen van duizenden toegestroomde toeschouwers schiet een 'mini' - vakterm voor een lichtgewicht tractor pullmachine - als een bliksemschicht over de honderd meter lange baan. Schelle stemmen dringen om voorrang: "Oh mijn god, de sleep werkt niet." "Waarom drukken ze niet op de noodstop?" "Rem nou, rem nou, REMMEN!" Ver voorbij de finish, slechts luttele centimeters voor de onvermijdelijke opgehoopte zandberg staat het kleine monster stil. Iedereen houdt zijn adem in. De berijder heeft zijn geliefden al vaarwel gezegd. Kramp in zijn hart, de broek vol. Dan gejuich. Hoort erbij, hoor. Volgende graag.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (415x599, 77kb)

De frikadel, het bier en het dorpsfeest: toneel van tractorpulling. De boerenzonen, doordeweeks harde werkers op het land, krijgen rode konen van opwinding als de brullende machines, met helikopter-, straalvliegtuig-, tank- of turbinemotoren langs scheren. Zou je denken. Vergeet het maar. Het hangt er wel, de sfeer van de buurtkermis, maar je struikelt net zo hard over bovenmatig intelligente ingenieurs. Jongens met bloempotkapsels, gave handen, meestal onderscheidend door een Gant-overhemd of McGregor-jas. Kennen het bier uit hun studententijd in Delft of Wageningen. Komen een tractorpullavond dus wel door. Johan Smit, bestuurslid deelnemerszaken bij de Nederlandse Truck en Tractor Pulling Organisatie (NTTO): "Het is een beroemde kreet in ons wereldje: waar de ingenieurs met hun werk stoppen, beginnen de tractorpullers pas. Veel deelnemers vinden hun sponsors in de weg- en waterbouw, bij revisiebedrijven, oliemaatschappijen of transportbedrijven. Krijgen ze ter plaatse klusruimte. Mogen ze computers en andere materialen gebruiken. De ingenieurs staan vaak letterlijk over hun schouders mee te kijken. Zo is het gebruik van pure methanol in een dieselmotor door een Nederlandse tractorpuller uitgevonden. Diverse multinationals maken daar in de praktijk gebruik van."

In 1977 draaide het nog helemaal niet om uitvindingen in het tractorpulling. Gespot uit de States besloot een klein groepje zoiets ook eens in Nederland te organiseren. Ter promotie van de Flevopolder werden er op het gedregde land 'Wereldploegdagen' georganiseerd. Tractorpulling zou vast sfeerverhogend werken. Willem Tamming, startvlagger op de baan van het eerste uur, haalt herinneringen op: "Het draaide toentertijd simpel om zo veel mogelijk vermogen uit je trekker te halen. Kijken wie zijn machine zo goed kent, dat ie over honderd meter een sleepwagen krijgt getrokken, die zich naarmate de snelheid en afstand toenemen, onverbiddelijk met messen in de grond slaat. Kan tot zes centimeter diep gaan. En die tractoren maar doorstomen op jacht naar een 'Full Pull'. Het sloeg in als een bom. Er werd vrijwel meteen een bond (NTTO) opgericht, wedstrijden georganiseerd en urenlange discussies gevoerd met gemeenten en overheid over decibels - 't is toch net alsof er een vliegtuig naast je opstijgt - en veiligheid. We hebben het allemaal overleefd, dit jaar vieren we het vijfde lustrum op 7 en 8 september met het EK in Nederland. In Bakel. Nee, geen Rotterdam, tractorpulling blijft een feest voor de provincie." Nog even naar toen.

Tamming: "De Amerikanen lagen tijdens onze eerste vijftien jaar compleet in een deuk. Waren veel verder dan wij. Is jarenlang zo gebleven. Nodigden we ze uit voor een promo, kwam het publiek niet voor de wedstrijden, maar voor die 'grote jongens van de andere kant van de oceaan', die twee keer een vertoninkje gaven. De laatste tien jaar hebben wij echter een ongelofelijke inhaalslag gemaakt. Vooral de Nederlanders en Scandinaviërs, in Europa toch een begrip, kunnen zo meedraaien in de Amerikaanse subtop. Puur theoretisch overigens, want zeker weten, zullen we het nooit. We hebben nou eenmaal geen mondiale wedstrijden zoals bijvoorbeeld een WK. Simpelweg, omdat het een vermogen kost al die machines bij elkaar te krijgen. De verplaatsing naar een ander continent is niet te betalen. Of de Amerikanen gaan failliet of wij."

Dat de Europese reputatie groeiende is, blijkt echter wel uit het feit, dat sommige buitenlanders tegenwoordig hier in Nederland een complete Superstock, met motor en al kopen. Ze hoeven bij wijze van spreken alleen het sleuteltje in het contact te steken. Niets meer zelf klussen, hup, rijden. De struise garagehouder Willem Veldhuizen uit Loosdrecht heeft er al een stuk of vijf, zes in het buitenland afgeleverd. Gekkenwerk vindt hij zelf. Het klussen is juist de charme van het tractorpullen, maar als mensen 40.000 euro willen neerleggen voor een trekker, prima. Met zijn Bits 'N Pieces is hij al jaren gezichtsbepalend in de Europese top van de Superstockklasse. Zeg maar het standaardmodel trekker, maar wat PK's betreft is de 'sky the limit'. Veldhuizen: "Van jongs af aan klus ik aan motoren. Daar kom je er overigens niet mee in het tractorpullen. Ik lees me ook nog steeds een slag in de rondte. Op zoek naar oplossingen. Als je namelijk het één verandert - stel je neemt een andere uitlaat - ben je verplicht de andere afstellingen ook aan te passen. In dit leven is alles echter al een keer uitgevonden en met de mensheid gedeeld. Maar nog niet alles is gecombineerd. Die taak heb ik maar op me genomen. Het internet is daarbij van onschatbare waarde."

Om het voorstellingsvermogen van de leek even te kietelen: "In de Amerikaanse woestijn hebben ze wel eens een motor van een mini-puller in een gewone middenklasauto, zeg Volkswagen Golf, gezet. Dat vermogen van die motoren is zo groot, dat je met zo'n auto zo doorrost naar de zeven á achthonderd kilometer per uur", rept de 35-jarige rijder John de Graaff in onvervalst Brabants. Is er ook zo één, die van kindsbeen af langs de baan staat. Zijn droom, ooit een eigen tractor bezitten, is twee jaar geleden werkelijkheid geworden. De kleine weegt om en nabij de 900 kilo en heet 'Backdraft'. Vorig seizoen kwam De Graaff voor het eerst met zijn mini de paddock bij een tractorpullwedstrijd oprijden. Wat hem meteen opviel: de sfeer onder de rijders. "Ik kende het wereldje natuurlijk al. Maar dan ben je met je team, ik als rijder en een stel vrienden als monteurs, opeens 'one of the guys'. Dat is even vreemd. Het ijs was gelukkig snel gebroken."

De Graaff: "Het is een klein wereldje, maar in tegenstelling tot veel kleine wereldjes, wordt deze niet geregeerd door kinnesinne. Startmotor werkt niet? Een bepaalde kruiskop nodig? Moet er iets gerepareerd worden en is dat net jouw specialisme? Iedereen helpt iedereen. Geheimen voor elkaar zijn er amper. Kijk, we staan tijdens de wedstrijden sowieso altijd met z'n allen zij aan zij op een open veld. In de keuken van een ander kijken is dan een eitje, het is eigenlijk gewoon één grote gaarbak. En we zijn allemaal gewoon gek van die motoren. Je wilt er zoveel mogelijk over weten. "Die gekte moet er sowieso inzitten. Zonder afwijkend brein stop je namelijk geen tienduizenden euro's per jaar in een vervoersmiddel, niet eens watergekoeld, dat slechts negen tot veertien seconden per paar weken in actie komt.

John de Graaff: "Dan zijn wij van Backdraft echt nog kleintjes. Er rijden tractors, waar in de loop van de jaren zoveel in geïnvesteerd is, dat je net zo goed een leuk boerderijtje op de Veluwe had kunnen hebben. Backdraft is een aardig appartementje. Is overigens ook uit onze eigen zak gekomen. En nog steeds gaat een groot deel van mijn loon iedere maand naar de tractor." Zijn vriendin valt in: "Dat al z'n geld er naar toegaat is niet het enige. We zijn de afgelopen twee jaar ook helemaal niet meer op vakantie geweest. Vrijwel elk vrij uur zit ik in dat ding. Gelukkig heb ik één PK, daar ben ik veel mee bezig. En ik ga maar zoveel mogelijk met hem mee. Het is nou eenmaal zijn leven, dat kan je wel willen veranderen, maar als ik zijn enthousiasme zie, weet ik zo al dat ik kansloos ben."

En dan gaat het soms dus nog compleet mis. Het 'Lambadateam' kocht in de winter een tweedehands Fordmotor. Gedurende de koude maanden voortdurend aan dat ding geklust. Eerste grote wedstrijd van het seizoen in het Twentse Wierden, klapte hij binnen vijftig meter uit elkaar. Stangen en schroeven schoten uit het motorblok. Motor opgeblazen, weg werk. De Graaff, die de nachtmerrie van zijn collegae met de hand voor de mond volgde: "In het tractorpulling kan je niet trainen. Daarvoor heb je namelijk een baan met goede, kleiachtige ondergrond nodig en er moeten allerlei veiligheidsmaatregelen worden genomen, zoals waterteilen langs de kant voor het geval de methanol vlam vat. We hebben met z'n allen wel eens geopperd een soort proefrondje te organiseren aan het begin van het seizoen, zodat je weet of al het werk en nieuwe spullen aan de motor wel het beoogde effect hebben. Nu weet je het pas tijdens de eerste wedstrijd. Dat is tegelijkertijd overigens ook weer de charme van de sport. Heb je je zes maanden kapot gewerkt, avond aan avond en dan valt inderdaad alles in één keer op zijn plaats. Loop je op wolkjes. Of niet. Klapt je motor bijvoorbeeld uit elkaar. Wordt je compleet teruggeworpen. Weet je in ieder geval dat een heel veld tractorpullers met je meevoelt."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


vr 26 juli 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.