VEENENDAAL - Delft Instruments heeft tot aan vorig jaar de halfjaarresultaten kunstmatig hoog gehouden. Het beursfonds hevelde verkoopkosten uit de eerste zes maanden van het boekjaar over naar de tweede jaarhelft om zodoende bij de tussentijdse rapportage uit de rode cijfers te blijven. "Eigenlijk leed het gehele bedrijf tot en met 2000 in het eerste halfjaar verlies", erkent topman Egbert de Groot.
|
EGBERT DE GROOT ...eigenlijk verlies ... (Foto: Roel Dijkstra)
|
De door Delft Instruments gekozen rapportage was niet illegaal. Pas vorig jaar zijn nieuwe boekhoudkundige regels voor tussentijdse verslaggeving van kracht geworden. Daardoor is het niet langer toegestaan om verkoopkosten op te potten en naar rato van de omzetverdeling over het eerste en tweede halfjaar toe te rekenen.
Toch is de ontboezeming opmerkelijk. De leverancier van medische en industriële apparatuur stond eind jaren negentig namelijk na zware verliezen aan de rand van de afgrond. Bij de halfjaarcijfers van 1999 werd de ommekeer gemeld. Toen gaf de nieuw aangetreden directie - onder aanvoering van De Groot - een persbericht uit met de kop 'winstherstel voor Delft Instruments'. Volgens dezelfde bestuursvoorzitter is dat dus feitelijk niet juist.
Ook over de eerste zes maanden van 2000 rapporteerde het bedrijf een winst (van €0,7 miljoen). Volgens de thans geldende normen werd in die periode echter een verlies geleden van €1,3 miljoen.
Delft Instruments koos voor het uitsmeren van de verkoopkosten om zo een meer stabiel verloop van de resultaten te kunnen laten zien. De bestuurders van de onderneming spreken nu in dat verband van een erfenis uit het verleden. "Goddank hebben we dat verlaten. Wat we nu halfjaarlijks rapporteren zijn de werkelijke kosten", zegt financieel directeur Mark Dekker. Hij benadrukt blij te zijn met de gedwongen boekhoudkundige aanpassing. "Wij waren er zelf ook verklaard tegenstander van."
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) vindt dat Delft Instruments zich met de voorheen gekozen verantwoording in "een grijs gebied" heeft begeven. "Het is niet zwart omdat de totale werkelijke kosten binnen hetzelfde boekjaar werden gerapporteerd", oordeelt VEB-directeur Peter Paul de Vries. De belangenvereniging signaleert overigens een breder probleem. "Het toont weer aan dat de resultaten volstrekt afhankelijk zijn van de grondslagen. En het algemene probleem is dat er zoveel ruimte is in het kiezen daarvan."
De boekhoudkundige perikelen kwamen ter sprake bij de presentatie van de halfjaarcijfers over 2002 van Delft Instruments. Die vielen mee. De onderneming boekte een 35% hoger nettoresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van €3,1 miljoen. De groei was met name te danken aan lagere financiële lasten en geslonken holdingkosten. Aan deze laatste post werd een half miljoen euro minder uitgegeven. De operationele activiteiten (de divisies Delft Medical, Delft Industrial en Delft Special Systems) brachten gezamenlijk iets minder op: het bedrijfsresultaat van deze drie (exclusief de holding) bedroeg opgeteld €7,8 miljoen tegenover €7,9 miljoen in de eerste helft van vorig jaar.
Helemaal onderaan de streep werd een winstdaling genoteerd van 35% tot €3 miljoen. De terugval was te wijten aan de buitengewone bate van €2,5 miljoen die een jaar eerder de cijfers opvrolijkte. De omzet klom met 4,7% naar €88 miljoen, mede dankzij de acquisitie van het Australische Contrec.
Voor heel 2002 verwacht Delft Instruments een "belangrijke" stijging van de nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening. Dat betekent een winstgroei tussen de 12 en 20% ten opzichte van de €7,9 miljoen van vorig jaar.