TOKIO - Ondanks de recente opleving van de Japanse economie als gevolg van stijgende exporten liggen de problemen die aan de reeds tien jaar durende malaise ten grondslag liggen, veel dieper. Een stijgende lijn voor de lange termijn zou nog lang op zich laten wachten, zo luidt de algemeen geldende mening. De slechte leningen van de banken zouden hieraan deels ten grondslag liggen en vormen een tijdbom onder het huidige economische systeem.
Volgens William Seidman, voormalig voorzitter van het Amerikaanse Resolution Trust Corporation (RTC), hebben de banken een financiële injectie nodig en dat zal de financiële positie van de Japanse overheid ondermijnen. Binnen het RTC was Seidman in de jaren tachtig verantwoordelijk voor het oplossen van de bankencrisis in de VS. Jesper Koll, chef-econoom bij zakenbank Merrill Lynch Japan, publicist en adviseur van de regering-Koizumi, ziet de situatie iets optimistischer in. "Iedereen die snelle resultaten verwacht, zal teleurgesteld zijn, maar de weg die de regering-Koizumi heeft gekozen, is goed", aldus Koll. "Japan zit in een win-win-situatie."
Allereerst is er een gebrek aan kapitaal bij de Japanse banken. De slechte leningen leveren voor de banken geen inkomen op, maar intussen moet de rente over de spaartegoeden van de klanten wel betaald worden.
Bovendien heeft de overheid sinds 1 april de bankgaranties op de spaartegoeden van de spaarders opgeheven. Op basis van deze tegoeden konden de banken hun leningen uitschrijven. Ondanks een financiële injectie van 7,8 biljoen yen van overheidswege steeg het aantal slechte leningen vorig jaar tot 28,8 biljoen yen. De kans dat de spaarder het vertrouwen in de banken verliest en met het oog op de ingetrokken bankgarantie zijn tegoeden zou opeisen, lijkt steeds reëler en vormt een bedreiging voor het hele financiële systeem.
Om de banken weer winstgevend te krijgen heeft Koizumi zich ten doel gesteld dat binnen een jaar 50% en binnen twee jaar 80% van de slechte leningen afgeschreven moet zijn. Volgens Seidman is steun van overheidswege dus wederom noodzakelijk. "De vraag is uiteindelijk wie er moet betalen. Is dat de overheid, en dus de belastingbetaler, of de bank? Het zou zelfmoord zijn voor de banken."
"Bovendien zijn in de afgelopen jaren alle banken gefuseerd tot drie of vier gigantische banken. Hierdoor zijn de banken te groot geworden om over de kop te laten gaan en te groot om te kunnen doorverkopen. Hierdoor lijkt een kortetermijnoplossing onmogelijk, deze is echter wel noodzakelijk", aldus Seidman. "Ondanks het feit dat Japan de wereld geen geld schuldig is, zij zijn alleen maar geld schuldig aan zichzelf, moet de interne schuld nog steeds betaald worden aan de spaarders in Japan. Zo niet, dan is de binnenlandse strijd mogelijk net zo dreigend als de internationale druk om een einde te maken aan de slechte leningen."
Volgens Koll moet het zelfregulerende karakter van de banken echter niet onderschat worden. De kosten van kapitaal zijn in vergelijking tot bijvoorbeeld de EU en de
VS in Japan erg laag. De opbrengst van uitstaande leningen versus de rentevergoeding van de banken over spaartegoeden van de consument is eenderde lager dan bij de westerse banken. Voorheen namen de banken aandelen in een onderneming en maakten ze op deze manier winst. Op deze manier kon de afgelopen tien jaar de prijs van kapitaal laag gehouden worden. "Onder de huidige economische situatie gaat dit gewoonweg niet meer op en zal het lenen van kapitaal automatisch duurder worden. Dat zie je nu al gebeuren", aldus Koll. "Bovendien is er niets vervelender dan als bedrijf uit de markt te worden gedrukt door een concurrent die toegang heeft tot kapitaal onder de ware marktprijs", aldus Koll. "Dit systeem wordt door de regering-Koizumi ontmanteld. Het aantal bedrijven dat bankroet gaat, neemt hierdoor toe. Hierdoor neemt het marktaandeel van de efficiënte bedrijven echter toe en zal er economische groei zijn."
Een gebrek aan financiële middelen om het probleem van de slechte leningen op te lossen is er niet. Volgens Koll heeft de Japanse overheid middelen genoeg en gaat een vergelijking met de Amerikaanse bankencrisis in de jaren tachtig niet op. De kans dat de spaarder zijn vertrouwen in de banken verliest en zijn tegoeden opeist, is ook ongegrond. "Het vertrouwen is er nog steeds", aldus Koll.