door Patrick Buis TOKIO - Tijdens een warme zomer beleven de producenten van ijs als vanzelfsprekend gouden tijden. Zo ook in Japan. Buitenlandse toeristen zijn echter gewaarschuwd. Degenen die de tocht naar de ijscoboer wagen, zouden wel eens met een vreemde smaak in de mond van een koude kermis kunnen thuiskomen.
Wie in Nederland bij de ijsboer zou vragen om een ijsje met paling, garnaal of inktvis zou vol afschuw aangekeken worden. Hoongelach en spottende opmerkingen zouden hem ten deel vallen. In Japan is dit echter de normaalste zaak van de wereld.
Japan roemt zichzelf om de wijze waarop het gewoonten, stijlen en vaardigheden uit het buitenland overneemt, aanpast en verbetert. Na daar meer dan succesvol in te zijn geslaagd op het gebied van auto's, elektronica en zelfs mode, lijkt het niet meer dan vanzelfsprekend dat nu één van 's werelds meest populaire culinaire versnaperingen aan de beurt is: het ijsje. In Japan is het een succes. Bij een ijskraam in Ueno-park in de gelijknamige wijk in de hoofdstad Tokio, staat rond lunchtijd een enorme rij wachtenden.
Er staan ook een aantal nietsvermoedende buitenlandse toeristen tussen. Al wijzend wordt een ijsje uitgekozen, dat na één hap met een verschrikte blik direct in de prullenbak verdwijnt. Omstanders kijken afkeurend toe. Vooroordelen over onbeleefde buitenlanders worden opnieuw bevestigd.
Met name de paling, in Japan een delicatesse die voornamelijk in de zomer wordt gegeten, blijkt erg populair. Het resultaat is op zijn minst interessant te noemen. De keuze is onuitputtelijk, naast paling is er onder andere inktvis, ossentong, krab, maïs, rijst, zoete aardappel, mierikswortel, garnaal, mie, kip en cactus. De liefhebbers van garnalen wacht een extra verrassing. Het ijsje wordt opgesierd met een vers gepelde garnaal.