LA PLAGNE - Michael Boogerd heeft op heroïsche wijze de Alpen terug aan Nederland gegeven. Dertien jaar moest het polderland wachten op een nieuwe zege in het meest aansprekende gebergte van de Tour de France. Waar het Drielandenpunt met 320 meter het hoogste punt van Nederland is, waren de Nederlanders vanaf 1976 enige tijd oppermachtig op de lange beklimmingen tot ver boven de 2000 meter. Na een meer dan 90 kilometer lange solo van Gert-Jan Theunisse richting l'Alpe d'Huez in 1989 werd het echter een lange tijd doodstil. Totdat 'Boogie' op La Plagne zijn jongensdroom realiseerde.
|
|
Op 14 juli 1936 was Theo Middelkamp de eerste Nederlander die tot ieders verbazing een Alpenrit won. Nooit eerder had een landgenoot immers goed over een berg gereden, totdat de Zeeuw in Aix-les-Bains op de fiets stapte voor de 230 kilometer lange bergrit naar Grenoble. Over de Galibier en onder meer de Lautaret handhaafde hij zich in een kopgroep van twaalf man. In Grenoble toonde Middelkamp zich de snelste. "Ja, mijnheer ik heb Boogerd zien winnen", zei Middelkamp gisteravond. "Zesenzestig jaar geleden won ik een bergrit over vier cols met onder meer de Galibier. Zelden heeft me daar iemand iets over gevraagd. Dan zou ik nu iets over Boogerd moeten zeggen. Het spijt me wel, mijnheer. Tuut-tuut-tuut-tuut."
Na Middelkamp was het lange tijd stil, totdat de laaglanders met Joop Zoetemelk en Hennie Kuiper voorop halverwege de jaren zeventig de Alpen veroverden. Opmerkelijk detail is dat nooit een landgenoot een rit in de Pyreneeën heeft gewonnen. Vanaf 1976 werd met name l'Alpe d'Huez een Nederlandse enclave. Liefst acht keer was er een oranje-overwinning te vieren en warmde de Nederlandse pastoor Jaap Reuten de klokken op in het postmoderne kerkje, de Notre Dame de la Neige, de O.L. Vrouw van de Sneeuw.
"De overwinningen in l'Alpe d'Huez hebben heel veel losgemaakt", herinnert Kuiper zich. "Hoewel er een hoogconjunctuur in het Nederlandse wielrennen was, bleven veel mensen stilstaan bij de overwinningen in de bergritten. Dat renners uit het vlakke land op grote hoogte heersten, werd heel bijzonder gevonden. Zeker omdat de aankomsten bergop meestal heroïsche zijn. Dat heeft Michael nu nogmaals laten zien."
De jonge en onervaren Peter Winnen begon in 1981 in de Haute Savoie aan een onbekende missie. "Ik wist eigenlijk niet wat een bergrit inhield en deed maar wat", herinnert hij zich de rit naar l'Alpe d'Huez die hij won. "Die zege heeft mijn leven veranderd. Ik vertrok als een onbekende boerenkinkel naar de Tour en werd met paard en koets binnengehaald."
De Limburger zat gistermiddag op het puntje van zijn stoel voor de televisie. "Ineens was ik weer de klimmer van weleer. Ik keek naar Michael en het was net alsof ikzelf op de fiets zat. Een heel intens gevoel. Dan zit je eraan te denken wat er nog allemaal mis kan gaan. Een hongerklop of zo in de laatste kilometer. De hele tijd heb ik zitten rekenen en had vooral angst dat hij alsnog achterhaald zou worden."
Een enorme zucht van opluchting was er in de huiskamer in Venray te horen, nadat de tweede Nederlandse ritwinst in deze Tour binnen was. "Het wil wat zeggen wanneer je twee cols van horscategorie in je eentje bedwingt. Zeker de Madeleine. Tsjonge, dat is een van de vreselijkste cols die ik ken. Die klim blijft maar duren. Maar ook op het vlakke gedeelte richting La Plagne heeft Boogerd me verbaasd. Daar bouwde hij zijn voorsprong op de achtervolgers uit. Toen begon ik heel voorzichtig in een overwinning te geloven. Hoe Michael stand hield op La Plagne verdient alleen maar complimenten. Een bergrit winnen in de Tour is iets uitzonderlijks. Dan ben je ineens een held. Op deze manier, na een ontsnapping van meer dan 150 kilometer, winnen is legendarisch."
Steven Rooks, die in dienst van PDM eind jaren tachtig tot de beste 'berggeiten' behoorde, kon niet de hele rit volgen. Hij vloog terug van zijn vakantieadres in Menorca naar Nederland.
"Op het vliegveld in Spanje zag ik het eerste gedeelte van de etappe, terwijl ik in Schiphol gelukkig nog net de laatste kilometers kon volgen. Fantastisch. Al achtte ik Boogerd in het begin van de ontsnapping reeds kansen toe. In tegenstelling tot Laurent Jalabert in de Pyreneeën is nu het klassement al gemaakt. Jalabert had aan ruim vier minuten voorsprong voor de slotklim niet meer voldoende. Nu krijg je meer vrijheid van de klassementsrenners. In zo'n lange ontsnapping moet je alle aspecten goed beheersen. Niet alleen klimmen, maar ook op het vlakke rijden en afdalen. Het is een kwestie van de krachten optimaal verdelen en ook goed eten en drinken. Boogerd toonde aan dat hij een superdag had. Het is altijd een speciaal moment wanneer een Nederlander in de bergen wint. Wij kunnen immers nooit in het hooggebergte trainen."