WENEN - Het Oostenrijkse ministerie van Binnenlandse Zaken is in ernstige verlegenheid gebracht door de verdenking dat drie van haar 'Oost-Europese maffiabestrijders' onder een hoedje hebben gespeeld met de onderwereld.
Een Poolse crimineel, die wordt verdacht van betrokkenheid bij zeker vijf moorden, was jarenlang de belangrijkste informant van de drie. Het trio moet zich binnenkort wegens corruptie voor de rechter verantwoorden. De autoriteiten willen nieuwe regels opstellen om niet nog eens door infiltranten te worden geblameerd.
De politieagenten Josef B., Johann H. en Thomas S. werden begin jaren negentig gestationeerd bij de toen pas opgerichte Oostenrijkse elite-eenheid ter bestrijding van de georganiseerde misdaad (EDOK). De 'undercovers' werden uitgerust met luxe auto's en dikke pakken geld om in 'het milieu' te kunnen infiltreren. Het trio kreeg de status van geheimagent, en mocht zich naar eigen goeddunken bedienen van schuilnamen.
Tipgeld
Een van hun belangrijkste informanten werd de Pool Jeremiasz B. Deze crimineel leverde de Oostenrijkers een schat aan informatie over de smokkel van alcohol en drugs. Naar nu is gebleken, deed B. dat niet alleen om tipgeld te kunnen incasseren, maar bovenal om zich van zijn concurrenten te kunnen ontdoen.
Midden jaren negentig liep B. in Duitsland tegen de lamp en werd hij wegens smokkelpraktijken tot twee jaar cel veroordeeld. Voor de Oostenrijkers veranderde er echter niets. De Pool bleef informant, incasseerde grote geldbedragen en verkreeg in 1998 ook nog eens het Oostenrijkse staatsburgerschap, hoewel Duitsland zijn strafregister aan Wenen had doorgespeeld.
Schietpartij
Uit een vertrouwelijk justitiedossier dat in handen is gevallen van het Weense tijdschrift Falter blijkt het criminele gehalte van B. In het voorjaar van 1999 vond in de Gamma Bar in Warschau een schietpartij plaats, waarbij vijf mensen om het leven kwamen.
Opsporingsautoriteiten in Polen en Duitsland zien in B. de opdrachtgever van het bloedbad. Het bewijs daarvoor zou te vinden zijn in de tekst van afgeluisterde telefoongesprekken. De buurlanden stelden onmiddellijk Wenen op de hoogte.
Johann H. en Thomas S. werden op onderzoek uitgestuurd.
Volgens het dossier hebben de politiemannen het Duitse en Poolse bewijsmateriaal tegen B. verdonkeremaand. De Oostenrijkse justitie wil nu bewijzen dat Johann H. zich voor 60.000 dollar heeft laten omkopen. Uitgezocht wordt hoe hij een tweede huis aan de Franse zuidkust kon financieren. Voorts richt justitie het vizier op hoge ambtenaren en politici die ziende blind en horende doof moeten zijn geweest.