AMSTERDAM - Als het aan de Europese beurswaakhonden ligt, worden analisten die voor beleggende klanten rapporten schrijven over beursgenoteerde ondernemingen flink aan banden gelegd. De toezichthouders, verenigd in het CESR (Committee of European Securities Regulators), willen onder meer dat in de rapporten vermeld gaat worden of de analist in kwestie, of het effectenhuis waarvoor hij werkt, aandelen heeft in de onderneming waarop het rapport betrekking heeft. Zelfs de belangen van directe familieleden van de analist overweegt het CESR af te laten drukken.
In een lijvig consultatiedocument over maatregelen die de handel met voorkennis tegen moeten gaan, geeft het CESR een lijst met adviezen die het vertrouwen van beleggers in de financiële markten moet herstellen. Dat vertrouwen is recentelijk geschaad door onder meer boekhoudschandalen in met name de Verenigde Staten en gesjoemel met analistenrapporten.
Zo deinsde de Amerikaanse zakenbank Merrill Lynch er niet voor terug om aankoopadviezen te geven voor aandelen van bedrijven die intern het kwaliteitsstempel 'p.o.s.' kregen (piece of shit, ofwel: waardeloos). De enige reden waarom de analisten van Merrill Lynch publiekelijk toch positief waren over een onderneming, was het feit dat de zakenbankafdeling van hetzelfde Merrill Lynch goud geld verdiende met de advisering en andere vormen van dienstverlening aan dezelfde onderneming.
Dit soort excessen wil het CESR voorkomen, door onder meer voor te stellen dat het effectenhuis of de zakenbank die het analistenrapport publiceert duidelijk vermeldt wat de eventuele andere relaties zijn met het bedrijf waarop het rapport betrekking heeft. Een materieel financieel belang - groter dan 5% van de stemgerechtigde aandelen - zou eveneens moeten worden gemeld, net als eventuele tegenstrijdige belangen die de objectiviteit van het rapport in gevaar brengen.
Analisten zouden verder duidelijk moeten maken of het bedrijf waarop hun rapport betrekking heeft voor het verschijnen van het rapport betaalt, of het effectenhuis tevens optreedt als marketmaker of liquiditeitsverschaffer van het bedrijf, en of het de afgelopen drie jaar als zakenbank is opgetreden of andere financiële diensten heeft verleend. Van de analist zelf moet daarnaast worden gemeld of hij aandelen heeft in het bedrijf, of branchegenoten ervan.
Het CESR overweegt deze laatste regel ook van toepassing te verklaren op de directe familieleden van de analist. Hoe dat in de praktijk mogelijk is - en vooral hoe te controleren valt of er met de voorschriften niet de hand wordt gelicht - is de Europese beurswaakhond nog niet duidelijk. "Het CESR vraagt marktpartijen hun mening over hoe deze uitbreiding gerealiseerd kan worden", luidt het in het document.
De voorgestelde regels hebben niet alleen betrekking op analistenrapporten. Het CESR vraagt zich tevens af of er niet één afzonderlijk Europees communicatiekanaal moet komen voor de publicatie van koersgevoelige informatie. Hoe zo'n kanaal handen en voeten kan worden gegeven, daar moet met de overige marktpartijen nog maar eens over van gedachten worden gewisseld, aldus de waakhond. Nu heeft in Nederland beursorganisatie Euronext Amsterdam een zogenoemde 'beursfeed', die bedrijven met een notering in staat stelt om koersgevoelige informatie gelijktijdig aan een zo breed mogelijk publiek te melden.
Het CESR heeft ook zijn gedachten laten gaan over de inkoop van eigen aandelen. Veel beursgenoteerde bedrijven kopen eigen stukken in, om zo de verwatering van de winst per aandeel tegen te gaan en optieregelingen voor het personeel mogelijk te maken. Gedurende de periode waarin de eigen aandelen worden ingekocht, hoeven beursgenoteerde bedrijven niet te voldoen aan verplichtingen die anders wel gelden. Om deze opschortende werking te beperken, wil het CESR de periode waarin bedrijven stukken kunnen inkopen inkorten tot 12 maanden, in plaats van de huidige 18.
Het document van het CESR is een discussiestuk, waarin al reacties zijn verzameld van effectenbeurzen, -uitgevende instellingen en andere belanghebbenden. Deze laatste kunnen nog op de voorstellen van de beurswaakhond reageren. Een later te publiceren advies gaat dan naar de Europese Commissie.