AMSTERDAM - De overheid weigert de schade van de aardbeving eergisteren in Limburg te vergoeden. De slachtoffers van de beving moeten alle reparaties uit eigen zak betalen. Ook de meeste verzekeringen dekken de schade niet.
In eerste instantie leek het erop dat de regering wél zou uitkeren, omdat de aardbeving 4,9 op de schaal van Richter bedroeg. De grens voor vergoeding is een sterkte van 4,5. Er is volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken echter onvoldoende materiële schade om van een ramp te spreken."Een scheur in een muur of een omgevallen schoorsteen valt hier niet onder. Hoe vervelend het voor de gedupeerden ook is", aldus een woordvoerder.
Van de totale schade kan de provincie Limburg nog geen indicatie geven. Tot nu toe kwamen zo'n 150 meldingen binnen, waarvan het grootste deel scheuren in de woning betrof.
Omdat ook de verzekering schade door natuurgeweld hooguit maar voor een klein deel vergoedt, krijgen veel getroffenen noch van de verzekering noch van de overheid iets. Voor grote catastrofes heeft de overheid in het verleden het Rampenfonds in het leven geroepen.