LE MONT VENTOUX - Eenzaam en verlaten, als een puist in de Vaucluse. De hitte was bijna ondraaglijk. Dertig graden Celcius gaf de thermometer boven op de top van de Mont Ventoux aan. De wind die deze berg zijn naam heeft gegeven, speelde daarentegen geen rol van betekenis. Ditmaal was het vooral het hoge stijgingspercentage dat de renners parten speelde. Al konden de Nederlanders geen nieuwe mythe bijschrijven op de kruisweg van het cyclisme. "Ik wil niet stoer klinken, maar de Ventoux was het 'makkie' van de dag", oordeelde Tourdebutant AddyEngels.
|
Levi Leipheimer zwoegt op weg naar de top van de Mont Ventoux. (Foto: Cor Vos ©2002)
|
Op 26 april 1336 schreef dichter en humanist François Petrarque na een voettocht naar de top van deze Reus van de Provence reeds: "Het leven dat wij het gelukzalige noemen, bevindt zich op een hoge plaats; een smalle weg, zegt men, leidt daarheen."
Met datzelfde voldane gevoel bereikte de Rabobank-formatie de op 1912 meter hoge top van het maanlandschap gisteren. De Ventoux is voorlopig de berg van de erkenning voor Levi Leipheimer. De Amerikaanse klassementsrenner gokte bij zijn Tourdebuut op een plaats bij de eerste tien. Gisteren sloop hij na een slim gereden beklimming reeds naar de negende plek in de rangschikking. Vier weken geleden klom de Amerikaan aan de hand van Michael Boogerd voor het eerst de 21,5 lange col. Hij volgde destijds zijn hartslag, kwam bijna een half uur later dan Boogerd boven, maar had bovenal goed opgelet. "In het bos zit een gedeelte dat ongelooflijk steil is. Wanneer je je daar forceert, moet je dat later vrijwel zeker bekopen. Ik heb op dat stuk mijn eigen tempo gevolgd en kon later versnellen. Hoe meer coureurs ik passeerde, hoe meer mijn moreel toenam. Dat gaf kracht."
Leipheimer leek zelfs weer aan te sluiten bij de groep van Lance Armstrong, maar juist op dat moment luidde Joseba Beloki met een tempoversnelling de vernietigende demarrage van de Texaan in. "In de eerste bergrit naar La Mongie had ik mezelf opgeblazen en leverde ik in de laatste twee kilometer veel tijd in", keek Leipheimer terug. "Nu doseer ik mijn krachten. Ik was vandaag goed, dus de kwade krachten van de Ventoux ben ik niet tegengekomen. Al zat ik boven op de top er wel doorheen. Ik ben echt tot het uiterste gegaan."
Dat gevoel had Addy Engels niet. Meer dan honderd kilometer in de aanloop naar de Ventoux reed hij mee op kop om Leipheimer goed te positioneren. "Daar heb ik wel afgezien. Maar de col hoefde ik niet volle bak op te rijden. Het ging heel makkelijk. Alleen in de laatste drie kilometer, toen we boven de boomgrens waren, begon ik me raar te voelen. Heel licht in het hoofd. Dan merk je toch wel dat daar een zuurstoftekort is."
Zelfs Karsten Kroon meldde zich redelijk opgewekt aan het observatorium. Voor hem was het begin van de rit het zwaarst. De Drent is nog steeds niet van zijn val op de Aubisque hersteld. Het is niet zo zeer de pijn van de verwondingen die hem hindert, maar meer de energie die de hele valpartij heeft gekost. "Mijn benen waren weer leeg", concludeerde hij. "Wanneer ze veertig in het uur rijden kan ik volgen, maar als het ietsje harder gaat ben ik gezien. Ik wist dat ik buiten de tijdslimiet zou binnenkomen wanneer ik voor de Ventoux gelost werd. Gelukkig zat ik aan de voet van de col nog in de groep. Daardoor mocht ik bergop een uur verliezen. Dat was goed te doen, al ben ik heel blij met de rustdag."
Voor Leipheimer beginnen vanaf morgen in de Alpen de dagen van de waarheid. "Ik vind het te vroeg om te concluderen dat ik in deze Tour met de dag sterker word", zei hij op de kale berg. "Er wachten drie loodzware Alpenritten. Ik probeer mijn plaats in het peloton te vinden. Iedere dag zie je in de toptien renners wegvallen door een enorme inzinking. Kijk hier naar Santiago Botero. Die verliest ruim een kwartier. Tussen de vijfde en de twintigste plaats in het klassement is niet echt veel tijdsverschil. Je moet waken voor de offday. Toen ik in Luxemburg van start ging, had ik vele verwachtingen. Ik wist dat een toptien plaats haalbaar was. Mijn derde plaats in de Vuelta heeft hoge verwachtingen bij velen geschept. Ik heb daarentegen altijd beseft dat ik nog veel moet leren. Dat blijkt nu ook. Deze uitslag op de Ventoux is de beste motivatie voor de Alpen."