BORDEAUX - Met het geel in hun gelederen trekken de Spanjaarden vandaag naar hun geliefkoosde gebergte. Morgen naar La Mongie en vooral vrijdag naar Plateau de Beille wordt er gerekend op begenadigde dagen voor de Zuid-Europeanen. Voor het eerst in drie jaar lijkt de troon van Lance Armstrong te wankelen. Voor de Pyreneeën staat de stille krachtpatser Igor Gonzalez de Galdeano in pole-position. Allen voor één, de hele natie voor Igor lijkt de boodschap. Maar voormalig Tourwinnaar Pedro Delgado weet voor honderd procent zeker dat de Spaanse ploegen tegenwoordig liever broedermoord plegen dan dat ze een armada tegen Armstrong vormen.
De ikpersoon noemt zichzelf nog steeds bij zijn koosnaam 'Perico'. Hoewel het alweer veertien jaar geleden is dat Pedro Delgado de Tour de France won, draagt hij nog altijd de charme en warmte van een grote vedette. Eenvoudigweg omdat hij in zijn gedachten nog immer op de fiets zit. De passie die de Spanjaard vroeger als klimmer in het hooggebergte uitte, is nu terug te vinden in zijn conversaties. Als commentator voor de Spaanse televisie verovert hij andermaal vele harten. 'Perico' houdt immers zielsveel van zijn sport. Zeker in deze dagen dat het Spaanse ciclismo hoogtijdagen viert.
Samen met de grote Miguel Indurain maakte Delgado eind jaren tachtig en begin jaren negentig het wielrennen ongekend populair op het Iberische schiereiland. Duizenden jongetjes droomden ervan om in de sporen van dit fameuze tweetal te treden. De jongetjes van destijds zijn inmiddels de vedetten van het heden. "Ja, ik ben daar wel een beetje trots op. Als renner heeft 'Perico' de Spaanse wielersport al veel gegeven, maar het is prachtig om te zien dat het nu een vervolg krijgt. De huidige geletruidrager Igor Gonzalez de Galdeano kwam drie jaar geleden nog naar me toe voor een handtekening. Hij is altijd een fan van mij geweest. 'Perico' was zijn grote voorbeeld. Ik vind het schitterend dat ik zo'n jongen geïnspireerd heb. Raar vind ik het niet. Zo gaat dat nu eenmaal in het leven. Zelf heb ik dat vroeger ook gekend. Mijn grote idool was José- Manuel Fuente. Wat een fantastische renner was dat. Zelfs toen ik de Tour had gewonnen vond ik het iedere keer opnieuw weer een eer om hem te ontmoeten."
Delgado prijst met name de betekenis van Miguel Indurain. De stille van Navarra won vijfmaal de Tour. "Miguel was een zeldzame supervedette. Hij heeft ook vooroordelen doorbroken. Zo heerste tientallen jaren de gedachte dat Spanjaarden niet konden tijdrijden. Dat wij enkel renners voor het hooggebergte waren. Totdat Indurain ineens kwam en het tegendeel bewees. Andere Spanjaarden beseften daardoor dat er tegen de klok ook winst was te behalen. En kijk, Melchior Mauri, Abraham Olano en momenteel Igor Gonzalez zijn tot de beste tijdrijders van de wereld uitgegroeid. Tussen de oren speelt zich veel af bij een wielrenner."
De hausse in het Spaanse wielrennen is ongekend. Waren er zo'n tien à vijftien jaar geleden hooguit 600 redelijke amateurs, tegenwoordig koersen er zeker 2000 sterke amateurs. "Helaas hebben we niet genoeg ploegen om die talenten op te vangen. In mijn periode konden jaarlijks zo'n 25 renners per jaar naar een goede profploeg overstappen, nu zijn dat er hooguit tien. Daardoor gaat veel talent verloren. Veel jonge jongens moeten enkele jaren wachten voordat ze kunnen overstappen. Sommigen tekenen noodgedwongen een contract bij een bescheiden Portugees team, maar daar rijden ze een C-programma. Daar stagneert hun ontwikkeling, terwijl velen ook de moed verliezen om door te zetten."
De kwantiteit uit zich desondanks ook in kwaliteit. Nooit kende Spanje zoveel toppers, waarvan 99% (zeg maar iedereen met uitzondering van Oscar Freire) ronderenners zijn. "In mijn tijd had je Marino Lejaretta, Alvaro Pino, Eduardo Chozas en onder meer Angel Arroyo. Daarna heeft Miguel Indurain het vaandel overgenomen. Hij was op dat moment de enige die er internationaal bovenuit stak. Toen Miguel stopte, kwam er een grote leegte. Tegenwoordig leven we weer in weelde. De huidige Spaanse toppers zijn hele goede renners. Ze hebben enkel een kleine stimulans nodig. Ze missen nog zelfvertrouwen. Dat zie je in deze Tour bij Igor Gonzalez groeien. Igor was al enkele jaren een goede renner, maar nu hij de gele trui draagt wordt hij volwassen. Ik denk dat hij zich in deze ronde ontwikkelt tot een echte kampioen. Met deze ervaring is hij een potentiële Tour-winnaar. Misschien dat hij dat nu al gaat bewijzen."
"Maar ook jongens als Oscar Sevilla, Joseba Beloki en Roberto Heras hebben dat vertrouwen nog nodig. Zij hebben meer in hun mars dan ze tot dusver hebben laten zien. Sevilla is nog heel jong en bovenal een rasklimmer. Beloki is daarentegen een beetje bang. Hij heeft moeite om de verantwoordelijkheid te dragen. Heras heeft zich laten omkopen om voor Lance Armstrong te werken. Dat is erg jammer."
Voor het eerst sinds Indurain trekken de Spanjaarden weer met het geel om de tengere schouders de bergen in. "Armstrong zal de komende dagen met mijn landgenoten moeten afrekenen", stelt Delgado. "Dat is duidelijk geworden. Voor de ronde had ik nog twee andere favorieten. Christophe Moreau en Levi Leipheimer. Moreau is door valpartijen weggevallen, terwijl het lijkt dat Leipheimer de ervaring mist. Maar van Leipheimer gaan we de komende jaren veel horen. In mijn ogen kan hij over twee à drie jaar de opvolger van Armstrong worden."
ONCE, Kelme en iBanesto zijn drie enorme machtsblokken. Kunnen zij niet gezamenlijk de strijd met Armstrong aangaan?
"Nooit! Nooit zullen zij een gezamenlijke alliantie tegen Armstrong tekenen. Voor een Spaans collectief hoeft Lance geen angst te hebben. Maar Armstrong zal sowieso onverslaanbaar zijn. Dat hij maandag niet meteen in de tijdrit heeft toegeslagen, doet er niets aan af dat hij de sterkste in deze ronde is. Het maakt de Tour de komende dagen gelukkig wel iets spannender. Hij hoeft zich echter geen zorgen te maken dat er een samenzwering van de Spaanse ploegen tegen hem komt. Zelfs nu Gonzalez de gele trui draagt, zullen de andere Spanjaarden hem niet helpen. Iedereen kijkt alleen naar zichzelf. Dat komt omdat de ploegleiders elkaar niets, maar dan ook helemaal niets gunnen. Nee, Vincente Belda (Kelme) zal echt niet Manolo Saiz (ONCE) gaan helpen. Onder de renners heerst die rivaliteit veel minder, maar zij hebben hun stalorders. Het is jammer, want de Spaanse wielersport is hier natuurlijk het slachtoffer van."