AMSTERDAM - Vierentwintig uur na zijn eerste plaats in de rit naar Plouay moest Karsten Kroon ditmaal genoegen nemen met de laatste plek in de rituitslag. In de tijdrit betaalde de Drent de tol van de overwinning. "Jeetje, wat heb ik afgezien", vertelde hij na de 52 individuele kilometers. "Mijn benen waren ongelooflijk slecht. Maar ja, een dag eerder heb ik mijn lichaam ook vreselijk leeggereden. Het parcours was zwaar. Er stond heel veel wind. Geen moment kon je herstellen. Ik had het gevoel alsof ik de hele tijd bergop reed. Op het laatst zag ik een spandoek hangen. Gelukkig nog maar een kilometer, dacht ik. Bleek dat we daar nog tien kilometer moesten. Ik hoop dat ik nog op tijd binnen ben."
Hoewel Kroon bijna tien minuten prijsgaf op winnaar Santiago Botero, was hij ruimschoots binnen de tijdslimiet. In het Bretonse land haalden twee renners hem zelfs in. "Dat deert niet. Ik zag Nico Mattan langs flitsen. Och, hij zal waarschijnlijk achttiende of zo worden, maar ik heb tenminste al een rit gewonnen. Nog altijd leef ik een beetje in een roes. Het is fantastisch om te zien wat je bij anderen losmaakt. Een regel in het liedje 'Kleine jongen' van André Hazes is: 'Maak de mensen blij, dan zul je pas echt gelukkig zijn'. Dat klopt als een bus. Ontroerend was het moment dat ik 's avonds na de zege met mijn goede vriend Hendro Hams sprak. Een week eerder was zijn vriendin Kirsten op vakantie in Griekenland plotseling overleden. Verschrikkelijk. Aan de telefoon zei hij me dat hij mijn ritzege fantastisch vond en dat hij ongelooflijk veel steun aan de overwinning had. Ook de ouders van Kirsten waren blij met mijn succes. Dat doet me enorm deugd. Ik had er nooit bij stilgestaan dat een ritzege in de Tour zoveel betekent."