AMSTERDAM - De aandelenkoers van oliegigant Shell kreeg gisteren flinke klappen te verwerken. Onder meer naar aanleiding van uitspraken van een ex-werknemer in de Financial Times kelderde het aandeel met maar liefst 8,5% naar €45,6. Volgens oud-manager George Namur zijn er grote risico's verbonden aan investeringen van $7,4 miljard in Amerikaanse energiecentrales. Shell zelf spreekt van "een storm in een glas water".
De Brits/Nederlandse oliereus moet de komende twintig jaar $7,4 miljard aan diverse energiecentrales betalen die in ruil daarvoor Shell de optie bieden om de geproduceerde energie te verkopen. De deal is gesloten in een periode dat er sprake was van een tekort op de Amerikaanse energiemarkt. In delen van Californië viel destijds zelfs de stroom uit met als gevolg dat energiecentrales, met name in Texas, als paddestoelen uit de grond schoten. Ook Enron boekte in deze periode grote successen.
Maar de energieprijzen zijn sinds de overeenkomst flink gedaald en daardoor bestaat de kans dat Shell zijn investeringen niet helemaal terugverdient.
Volgens oud-manager Namur, die drie jaar voor Shell op de handelsafdeling in Houston werkte, werd hem door het hoofdkantoor gevraagd in een rapport de prijsontwikkeling van energie rooskleuriger op te schrijven dan in werkelijkheid het geval was. Hierdoor leek de investering winstgevend, terwijl volgens hem in werkelijkheid "Shell met miljarden dollars voor opties smijt die zijn gebaseerd op verzonnen inkomsten". Hij zei dit in een artikel dat gisteren in de Financial Times verscheen.
Namur vindt daarom dat het olieconcern de boeken aan moet passen aangezien nu al duidelijk is dat de deal een slechte is geweest. Een woordvoerder van Shell wijst dit resoluut van de hand. "We hebben deze investering zeer nauwkeurig tegen het licht gehouden en ons altijd gehouden aan de strikte Amerikaanse beursregels", aldus de zegsman.
In het jaarverslag over 2001 maakt Shell melding van de miljardeninvestering en vermeldt daarbij de bedragen die het hier de komende jaren voor heeft uitgetrokken. De investeringen hebben geen "significante invloed" op het nettoresultaat - in 2001 €10,8 miljard - zo staat in het verslag te lezen. "Het gaat echt om relatief kleine bedragen", verzekert de zegsman. "We zouden in theorie met deze overeenkomst wel enig verlies kunnen gaan lijden, maar we zijn natuurlijk nooit de hele $7,4 miljard kwijt. Vandaar dat we het een storm in een glas water noemen, veroorzaakt door een ex-medewerker die wat roept."
Nabeurs bracht Shell nog een persbericht uit waarin werd toegelicht hoe volgens hen de vork in de steel zit. Het bericht vermeldt daarbij eveneens dat het concern normaal gesproken geen commentaar geeft op uitlatingen van ex-medewerkers, "maar gezien de aard van de beschuldigingen en de level of interest wilden we ons standpunt duidelijk maken".
Analist Paul van Eetveld (Delta Lloyd) bestempelt de uitlatingen van Namur als "een wraakactie met als doel het aandeel van Shell kwaad te berokkenen". Ook hij denkt dat de miljardeninvestering, die over twintig jaar wordt uitgesmeerd, weinig invloed zal hebben op het resultaat.