De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 13 juli 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Tournieuws 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Zomerhoroscoop 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Adventure racing: alleen
allersterksten overleven
dagenlange uitputtingsslag

   
 

NIEUWEGEIN - De mens zoekt uitersten. Maar wat nou als je lijf al met groots gemak survivaltochten van vier tot acht uur verwerkt? De Amerikanen bedachten het antwoord: adventure racing. Te paard, op de mountainbike, skatend, per kajak, lopend. De allerbesten zouden het allemaal moeten kunnen, dagenlang, inclusief de nachten, op elk denkbaar terrein, terwijl aan alle barrières, zoals ijzige koude, zinderende hitte, honger, blessures en uitputting, het hoofd geboden moet worden. Het verhaal gaat dat er in het afgelopen decennium één slachtoffer is gevallen. Niet door het uithollen van het eigen lichaam; 'gewoon' een bedrijfsongeluk. Zijn klimmateriaal deugde niet. Had ieder ander ook kunnen gebeuren. De rest dendert ondertussen met rasse schreden voort. Omdat lichaam en geest niet zonder de voortdurende stroom prikkels kunnen.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (449x284, 12kb)
Na een hele nacht vol obstakels dient zich een nieuwe dag aan voor de adventure racers.
Ze lopen, kanoën, skaten, mountainbiken nu allemaal ergens in Nederland. Zichzelf afvragend waar ze in vredesnaam mee bezig zijn. Op Schiermonnikoog stonden ze, uitbaters van hun eigen lijf, gistermiddag net even voor vijf uur nog gespannen af te wachten op wat komen zou. Sommigen compleet doorgewinterd, anderen slechts in het bezit van de kennis van derden over 'janken van de pijn, verdwaald zijn, extreme vermoeidheid, honger hebben en het totaal niet meer zien zitten'. En dan toch starten. Morgenochtend worden in alle vroegte de eerste deelnemers aan de 'RedBull Dutch Extreme' op het Drielandenpunt in het Zuid-Limburgse Vaals verwacht. Degenen die het tegenzit, komen pas maandagavond rond etenstijd aan. Meer dood dan levend.

Het is tegenwoordig een officiële sport. Kinderen tussen zes en twaalf jaar zouden schouderophalend zeggen dat het 'gewoon spoorzoekertje voor grote mensen' is. Overgewaaid van de andere kant van de Atlantische Oceaan heeft het ook een Amerikaanse naam gekregen: adventure racing. Vrij vertaald een wedstrijd over een opgegeven parcours boordevol avonturen, waagstukken en bizarre ondernemingen. Geen twee races zijn gelijk aan elkaar. Een reglement met vaststaande voorschriften bestaat niet. Er zijn slechts een paar sleutelwoorden, die elke race terugkeren in de afzonderlijke draaiboeken, of het nu een drie- tot vierdaagse Dutch Extreme betreft of een internationale twaalfdaagse Eco Challenge: samenwerken, respect voor de natuur en te allen tijde reizen zonder GPS, zeg maar een hightech navigatiesysteem.

Het begon eind jaren tachtig als ideetje van verveelde survivalers. De tochten van vier tot acht uur waren leuk, maar het moest extremer kunnen. Waarom slechts touwklimmen, door beekjes waden en over onstuimige paden lopen als je allerlei verplaatsingsmogelijkheden hebt? Te paard, op de mountainbike, skatend, per kajak, lopend. De allerbesten zouden het allemaal moeten kunnen, dagenlang, inclusief de nachten, op elk denkbaar terrein, terwijl aan alle obstakels, zoals ijzige koude, zinderende hitte, honger, blessures en uitputting, het hoofd geboden moest worden. Elk weldenkend mens zou een dergelijk plan opzijgeschoven hebben, zo niet de Amerikanen. Zij liepen - zoals in veel andere zaken - weer eens voorop bij de uitvoering van de ideeën; met de Fransen overigens in hun kielzog.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (400x525, 76kb)

Zoetjesaan melden ook steeds meer Nederlanders zich. Hoite Cannegieter, Fries in hart en nieren en sinds een paar jaar 'compleet verslaafd' volgens eigen zeggen aan de meest radicale sportbeoefening van deze tijd: "Je maakt bizarre dingen mee. We waren in Nieuw-Zeeland al een paar dagen onderweg voor de Eco Challenge, het Wimbledon onder de adventure races, toen we 's nachts in een sneeuwstorm terechtkwamen. Eén groot probleem: we zaten op 2700 meter hoogte en moesten naar beneden. Dan word je als Nederlander weer eens met je neus op de feiten gedrukt: het bergbeklimmen zit ons niet bepaald in het bloed, geef ons maar een fiets. En je kan het wel leren, maar er komt veel meer bij kijken. Neem zoiets als de afdaling. Echt, in het donker is dat een compleet ander verhaal dan overdag. Steggelen, harken, voetje voor voetje, je hebt meestal geen idee over de hellingshoek. Van ons kwartet was er één bijzonder slecht aan toe. Hij kon niet meer, had last van een blessure en wilde rusten. Maar ik durfde dat op die hoogte niet aan. We liepen namelijk op doorweekte gympjes, waren door en door koud. Als je dan doorloopt, gaat het nog wel. Maar als je stopt... Ik vreesde echt voor ons leven, dacht dat we ter plekke dood zouden vriezen."

Nederland ontbeert de bergen. Wellicht dat de vaderlandse omarming van de sport daarom langzamer op gang kwam dan in andere landen. Pas vorig jaar raakte Nederland plotsklaps in de ban van de meest radicale vorm van sportbeoefening. Het internationale bedrijf RedBull - de ogen goed de kost gegeven in het buitenland - organiseerde een 'bescheiden' polderwedstrijd. Met 36 uur waren de eersten al binnen. De tweede editie van het evenement - de strijd is momenteel in volle gang - is nog steeds 'slechts' 475 kilometer lang, van de Waddeneilanden tot de hoogstgelegen en meest zuidelijke 'berg' van Nederland. Officieel gewoon een heuvel.

In tegenstelling tot veel buitenlandse wedstrijden, waarin de bergen vaak als scherprechters gelden, blijft de snelheid voortdurend hoog door het vlakke karakter van het land. De Nederlandse race is op zich niet moeilijk, maar wel heel erg gejaagd. Cannegieter: "In principe was de Eco Challenge twee jaar terug ook maar vijfhonderd kilometer, maar ja, 25 klimkilometers, dat kost tijd." Eén tot twee uur slapen per nacht moet tijdens dergelijke tochten. Tijdens de Dutch Extreme is bijkomen echter een complete overbodigheid. Oké, misschien een kwartiertje rusten, maar slapen na alle ontberingen komt pas na de finishlijn. Dan stort iedereen massaal in.

In vredesnaam, waarvoor allemaal?

De doorgewinterde Cannegieter en zijn vaste vrouwelijke ploeggenoot Ingrid van Dooren van team Vaudé/Slee kijken elkaar zwijgend aan. Ook Rob Visser, over heel de wereld dagenlang aan het ploeteren geweest, en zijn debuterende ploegmaat Marcel den Haan van team Breakpoint moeten even nadenken over het antwoord. "Adrenaline", "voldoening", "het aftasten van je eigen grenzen", "onvoorwaardelijke vriendschap" en de "eerbied voor de natuur" vechten als antwoorden om voorrang. Voor het geld hoeven ze het in ieder geval niet te doen. Dat moet er tijdens elke race met bakken worden bijgelegd. Doorgewinterd schaatser Den Haan: "En toch wil ik het eens proberen. Ik ben iemand met een lange adem. Heb onder meer de Alternatieve Elfstedentocht achter de rug. Je lichaam accepteert een dergelijke inspanning zonder al te grote tegenslag. Dan ga je op zoek naar meer. En waar vind je dat beter dan in het adventure racen?"

Het drietal knikt instemmend. Zo is het bij hen ook gegaan in het recente verleden. Door de overgave aan adventure racing houden Cannegieter, Van Dooren en Visser er nu allemaal wel een bijzonder extreem dagschema op na. Met Cannegieter als voorbeeld: afgelopen maandag kwam hij in allerijl uit Frankrijk rijden, waar hij meedeed aan een kwalificatiewedstrijd voor de Raid Gauloises, een wereldberoemde, van oorsprong Franse uitputtingsslag waaraan alleen de allersterksten - ook Visser - mee mogen doen. Twee dagen tot het uiterste gegaan; het afzien sluimert nog in Cannegieters lijf. Toch skate hij dezelfde dag nog zestig kilometer en fietst hij tachtig kilometer. De rest van de week kent eenzelfde indeling, aangevuld met zwemmarathons in het Overijssels kanaal, looptochten en kanovaren. Voor zijn lotgenoten telt een soortgelijk rooster.

Visser: "Het is de enige manier om uiteindelijk een uithoudingsproef vol te houden als bijvoorbeeld de Raid Gauloises. Een 'gewoon' mens zal misschien denken: een regelrechte hel. Klopt slechts ten dele. Ik heb het dagen- en nachtenlange buffelen soms vervloekt, maar als je hoog in de bergen van Tibet opeens een prachtig vergezicht voorgeschoteld krijgt, terwijl het paard jouw tas draagt, dan maakt het het leven ook weer ontzettend simpel."

Van Dooren vult aan: "Adventure racing is volledig terugkeren naar de basis. In Maleisië maakten we ons zorgen om onze watervoorraad. Als je daar niet om de zoveel uur water dronk, werd je echt helemaal gek. De luchtvochtigheid was extreem. Maar het water was gewoon onvoldoende aanwezig. Je nam genoegen met wat je tegenkwam, hoe vervuild ook. Met de toevoeging van hadex, een soort chloor, hoopte je er altijd maar het beste van. Ik bedoel maar: ze komen zelfs aan je water tijdens de strijd. Dat noem ik toch redelijk overleven."

Cannegieter: "Meestal is het een mentale kwestie. Knakt 't koppie, omdat die tunnel wel heel erg donker wordt. Neem de Dutch Extreme van vorig jaar: van de 37 teams die meededen, kwamen er uiteindelijk maar negentien aan. Heus niet omdat ze allemaal met bizarre blessures kampten. Nee, het heeft alles te maken met een hoofd dat schreeuwt om rust. Als je kop zegt dat je uit elkaar klapt, kan je nog twee keer zover, voordat je lichaam er daadwerkelijk mee stopt. Aan die wetenschap houd ik me voortdurend vast tijdens weer een nieuwe tocht. Dat is de enige manier om deze soort van gevechten uiteindelijk te winnen."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 13 juli 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.