PAPENDAL - Het gaat NOC*NSF-voorzitter Hans Blankert te ver om te stellen dat de sport er in het regeerakkoord bekaaid vanaf komt. Sport wordt slechts één keer genoemd, waar Blankert in het recente verleden nog hardop pleitte voor een aparte sportparagraaf, maar volgens hem is er (nog) geen enkele reden voor bezorgdheid. "Sport blijft hoog op de politieke agenda staan", meent hij. Om er direct aan toe te voegen dat waakzaamheid wel is geboden. Want de toezeggingen die de afgelopen maanden vanuit de politiek werden gedaan, moeten nog worden waargemaakt.

NOC*NSF-baas Blankert (r.), hier in gesprek met amazone Anky van Grunsven, hoopt dat de politiek de eerder gedane toezeggingen nakomt.

Volgens Blankert is het een gunstig teken dat in een periode van economische stilstand er in ieder geval niet op de sport bezuinigd wordt. "Wat nodig is, hebben we gekregen. Men onderkent duidelijk het sociaal maatschappelijke belang van sport. De politiek is in het verleden wel eens slechter met de belangen van de sport omgegaan", aldus Blankert, die graag had gezien dat er een apart ministerie van sport was gevormd. "De combinatie met volksgezondheid vind ik ongelukkig. Er moet veel geld naar de zorg, dat is duidelijk, maar volksgezondheid heeft een hoog zieligheidgehalte. En sport is allesbehalve zielig, sport is fun. Het zou in combinatie met onderwijs, jeugd en cultuur een mooi ministerie vormen. Dat ligt ook meer in elkaars verlengde. Maar dat blijft voorlopig toekomstmuziek."

Het ministerie van VWS trekt jaarlijks €81 miljoen uit voor sport. Die bijdrage blijft intact, maar ondanks toezeggingen van onder andere CDA-fractievoorzitter Jan Peter Balkenende, die begin dit jaar tijdens het lijsttrekkersdebat nog liet weten 22,5 miljoen euro extra voor de sport te willen reserveren, zit een dergelijke bonus er volgens de tekst van het regeerakkoord niet in. "Ik zal de politiek zeker aan de gedane toezeggingen herinneren", waarschuwt Blankert, die zo snel mogelijk met de nieuwe staatssecretaris voor sport rond de tafel gaat zitten. Dan wil hij ook de garantie krijgen dat er niet getornd zal worden aan de toegezegde overheidsbijdrage (dit jaar €24 miljoen) voor het accommodatie- en evenementenbeleid van NOC*NSF. Uitgerekend vandaag wordt hierover trouwens gesproken in de ministerraad.

Marcel Sturkenboom benadrukt naar aanleiding van het regeerakkoord dat in de topsport stilstand achteruitgang betekent. (Foto: Dijkstra b.v.)

Zo'n driekwart van de overheidsbijdrage is traditioneel bestemd voor de breedtesport, het restant gaat richting de topsport. In de praktijk is dat momenteel €23 miljoen per jaar. De nationale sportkoepel streeft ernaar op sportief gebied structureel tot de mondiale toptien te blijven behoren. Om dat te realiseren, is volgens Marcel Sturkenboom, directeur topsport bij NOC*NSF, ruim €200 miljoen per jaar nodig. "Dat bedrag moet echter niet alleen opgehoest worden door de overheid, maar ook door het bedrijfsleven en de sport zelf", benadrukt Sturkenboom, die kritisch is over de tekst van het regeerakkoord. "In de maatschappelijke context is het een winstpunt dat de sport bij de aangekondigde bezuinigingen buiten schot blijft, maar in de topsport geldt dat stilstand achteruitgang betekent. Dus als de bijdrage van de overheid niet structureel omhoog gaat, betekent dat in de praktijk dat we een stapje terug doen."

Om bij de beste tien van de wereld te blijven, zijn er volgens NOC*NSF extra overheidsinvesteringen nodig, onder andere op het gebied van sporttechnische begeleiding (€4,5 miljoen), het uitvoeren van trainings- en wedstrijdprogramma's (€5 miljoen), talentontwikkeling (€2,5 miljoen), verhoging van inkomen topsporters tot 125 procent van het minimumloon (€2,3 miljoen), technische innovatie (€1 miljoen) en informatietechnologie (€8 miljoen). Deze punten zijn genoemd in een notitie van NOC*NSF die eerder dit jaar aan de sportwoordvoerders van de politieke partijen werd aangeboden.

Maar of er nou wel of geen extra geld beschikbaar komt, volgens Blankert en Sturkenboom loopt het topsportprogramma voor de Olympische Spelen van 2004 in Athene geen gevaar. Bij de beoordeling van de door de sportbonden ingediende plannen bleek men eerder dit jaar weliswaar 14 miljoen euro tekort te komen om alles te kunnen realiseren, maar het beschikbare budget (bijna dertig miljoen euro) betekent nog altijd een verdubbeling in vergelijking met het bedrag dat in de aanloop naar Sydney 2000 werd besteed. Blankert: "De bonden hebben overvraagd. Dat kan niet los worden gezien van het feit dat veel bonden zonder hoofdsponsor zitten en dat heeft weer te maken met professionaliteit. Hoe ga je als bond met je sponsors om? Je kan niet meer tegen een bedrijf zeggen: 'Kom maar hier met die zak geld en hou verder je mond'. Daar ligt veel ruimte voor verbetering."

Joop Alberda, technisch directeur van de sportkoepel, opperde eind vorig jaar de mogelijkheid te komen tot een vorm van sportbelasting. Uit onderzoek bleek dat een meerderheid van de bevolking er een klein bedrag per jaar voor overheeft, als dat de Nederlandse prestaties op grote toernooien ten goede zou komen. Volgens Blankert is dat laatste geen optie. "We hebben nu al te maken met 'het kwartje van Kok'. Om dan ook nog 'het kwartje van Blankert' in te voeren, lijkt me geen goed idee. Zo wil ik niet de geschiedenis in gaan. Ik zou liever meer geld binnenhalen via kansspelen. Dat zou je kunnen beschouwen als een soort vrijwillige belasting voor de topsport. We krijgen nu al 40 miljoen euro per jaar uit de lotto en totogelden, maar dat geld is vooral bedoeld voor de breedtesport. Nu de wet op de kansspelen op de helling ligt, komt er wellicht ook meer ruimte voor nieuwe loterijen. Hier liggen voor de topsport nieuwe mogelijkheden."

Hans Blankert en het Nederlandse IOC-lid Anton Geesink voeren vandaag een verzoeningsgesprek. Het Tweede Kamerlid Jan Rijpstra (VVD) treedt daarbij op als bemiddelaar. Blankert nam het initiatief voor het gesprek. Tussen hem en Geesink ontstond in het voorjaar een conflict. De voormalige judokampioen had in een brief aan Rijpstra en de sportbonden forse kritiek geuit op het functioneren van NOC*NSF. Geesink betichtte de sportkoepel van 'sinterklaas-opportunisme' jegens de topsporters en sprak zijn zorg uit over de in zijn ogen hoge salarissen van de professionele medewerkers van NOC*NSF.

zoek naar gerelateerde artikelen

vr 12 juli 2002