SITTARD - Door zijn trainer (Honoré Hoedt) wordt Arnoud Okken bijna liefkozend een 'straatschoffie in de goede zin van het woord' genoemd. 'Een sterke geest in een sterk lichaam' is een andere typering. De 20-jarige Okken is - samen met zijn trainingsgenoten Bram Som en Gert-Jan Liefers - de nieuwste troef op de middenlange afstand. In Sittard greep hij met ogenschijnlijk speels gemak de nationale titels op de 800 (in 1.49,02) en 1500 meter (3.44,51). Op de 800 meter kwam zijn grootste concurrent Bram Som overigens ten val. Hoedt: "Arnoud kan zich goed op een wedstrijd focussen en is mentaal ontzettend sterk. Zijn motor zal niet zo gauw stil vallen."

De 20-jarige Arnoud Okken is de nieuwste troef op de middenlange afstand. In Sittard grijpt hij de nationale titels op de 800 en 1500 meter.

Zeker dit seizoen loopt alles gesmeerd voor de jeugdige Arnhemmer, die zowel op de 800 als de 1500 meter reeds verzekerd is van deelname aan de Europese kampioenschappen in München (6 t/m 11 augustus). Anderhalve week geleden maakte hij bij de Papendal Games nog grote indruk door op de 800 meter onder andere Som, olympisch kampioen Nils Schumann en de Zuid-Afrikaan Werner Botha af te troeven. Komende vrijdag mag hij zich bij de Golden League-wedstrijd in Rome andermaal met de wereldtop meten, ditmaal op de 1500 meter. "Daar kijk ik wel naar uit", zegt Okken. "Het wordt een snelle race, ik zie wel hoe lang ik kan volgen. Ik maak me er verder niet druk om."

Okken, gezegend met een sterke eindsprint, is in wedstrijden een koele kikker. Voor een race moet hij weliswaar regelmatig overgeven van de spanning, maar een verlammende uitwerking op zijn benen heeft het geenszins. Zijn winnaarmentaliteit is volgens Hoedt juist het sterkste punt van zijn pupil. "Zijn fysieke groei loopt achter bij zijn mentale groei. Hij is tot meer in staat dan wat er feitelijk in zijn lichaam schuilt. Dat is iets wat de hele groten kenmerkt. Nils Schumann en Haile Gebrselassie hebben dat ook. Al heeft Arnoud in vergelijking met die twee veel minder bereikt, maar de progressie verloopt tot nu toe voorspoedig."

De student biomedische wetenschappen zit in een fase dat alles vanzelf lijkt te gaan. "De stukjes van de puzzel vallen in mekaar", erkent Hoedt. Al is er volgens hem nog veel ruimte voor verbetering. "Arnoud is een perfectionist. Op de atletiekbaan, maar ook met zijn studie. Dat heeft zo zijn nadelen. Hij plant bijvoorbeeld zijn agenda hopeloos vol. Zijn agenda lijkt op die van een zakenman die tachtig uur per week maakt. Wat dat betreft, moet hij nog leren veel meer rust in te bouwen. In dit licht bezien is het eigenlijk een klein wonder dat hij nu al zo goed presteert."

Hoe anders is de situatie voor Marko Koers, een andere pupil van Hoedt. Na een aantal mindere jaren verbrak Koers (29) de jarenlange samenwerking met trainer Theo Joosten om zich aan te sluiten bij de succesvolle groep van Hoedt. Zeker de eerste maanden in zijn nieuwe omgeving moest Koers volgens Hoedt 'met de billen bloot'. "Som, Liefers en Okken liepen hem aan alle kanten voorbij. Tuurlijk doet het pijn als vedette door drie jonge honden ingehaald te worden, maar Marko heeft zich daar knap doorheen geworsteld. Hij is nog altijd ontzettend ambitieus. Ik heb voor dit seizoen tegen Marko gezegd: 'We gaan eerst opbouwen, dan uitbouwen'."

Hoedt hoopt dat Koers de route volgt die Gert-Jan Liefers (momenteel geveld door een stressfractuur) afgelopen jaar aflegde. Liefers begon het seizoen (net als Koers dit jaar) op het nulpunt, liep zich langzaam maar zeker in vorm en drong op de WK atletiek in Edmonton uiteindelijk door tot de finale op de 1500 meter (negende). Bovendien veroverde hij het Nederlandse record op die afstand, dat sinds '96 in handen was van uitgerekend Marko Koers.

De laatste eindigde zaterdag echter teleurgesteld als derde op de 1500 meter en heeft nog altijd niet voldaan aan de richtprestatie van de KNAU (3.38,00) voor uitzending naar München. Vandaag krijgt hij een nieuwe kans, bij een wedstrijd in Zagreb. Vervolgens heeft Koers alleen nog een optreden in het Belgische Heusden tijdens de befaamde Nacht van de Atletiek op het programma staan.

"Ik moet die richttijd dik kunnen lopen. Ik heb alleen nog niet de juiste wedstrijden gehad", aldus Koers, die vindt dat hij recht heeft op uitzending. Bij de Papendal Games bleef Koers slechts een fractie (0,15) boven de richttijd, maar dat gebeurde wel na een race waarin hij 600 meter alleen moest lopen. "Dat kost een paar seconden. Zijn optreden in Papendal was zeker 'limietwaardig'. Marko heeft een tijd van 3,35 in de benen", meent ook Hoedt, die niet alleen de persoonlijke trainer van Koers is, maar daarnaast als hoofdcoach op de loonlijst staat bij de atletiekunie. Koers voortijdig aanwijzen hoeft van Hoedt echter niet. "De mentale druk van het 'moeten presteren' hoort immers bij het atletenbestaan. Ik vertrouw erop dat Marko het nog laat zien."

In tegenstelling tot Koers heeft Okken te maken met een luxeprobleem. Hij weet nog niet welke afstand hij in München wil lopen. Die beslissing laat hij afhangen van zijn prestaties in Rome (1500 meter) en een week later in Heusden (800 meter). De insteek blijft echter hetzelfde. Okken: "Ik ga niet naar München om in de series uitgeschakeld te worden."

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 8 juli 2002