door Guido van de Kreeke GILZE-RIJEN - Door chronisch gebrek aan onderdelen en technisch personeel kan de Koninklijke Luchtmacht slechts een fractie van z'n transporthelikopters in de lucht brengen. Op hun thuisbasis Soesterberg zitten piloten soms weken te wachten voor zij weer een paar uur kunnen vliegen, zo wordt door een deskundige gesteld.
De wervelende vliegshow die de luchtmacht vandaag en morgen op de jaarlijkse open dagen, deze keer op vliegbasis Gilze-Rijen, opvoert als bewijs van eigen kunnen en paraatheid, vergt een uiterste krachtsinspanning.
Op dit moment zijn er twee volledig inzetbare Cougar-toestellen naar Bosnië gezonden. Vier liggen voor groot onderhoud uit elkaar. Acht toestellen staan in een hangar zonder dat er nog aan wordt gewerkt, omdat er domweg geen onderdelen voorhanden zijn. De levertijd van onderdelen voor beide typen toestellen duurt herhaaldelijk maanden. Of de fabriek kan niet leveren of subcontractors zijn failliet gegaan.
Om toestellen te laten vliegen, worden al onderdelen uit stilstaande toestellen gehaald. Daarbovenop is er een tekort aan technisch personeel, zo wordt een actuele voorbeeldsituatie omschreven.
"Er zijn wel genoeg vliegers, maar vooral de jonge piloten op Soesterberg krijgen onder deze omstandigheden niet de kans om de noodzakelijke vlieguren te maken.
Op de vliegshow wordt er door een bijzondere inspanning, met inzet van vijf Cougars, dan wel 'gepiekt' om een bijdrage aan de werving van dringend noodzakelijk nieuw personeel te leveren, maar trainingsvluchten worden daarna nóg weer moeilijker."
De woordvoerder van de luchtmacht erkent een te lage inzetbaarheid voor trainingen en oefeningen in Nederland. "De luchtmacht gaat als norm uit van een noodzakelijke inzetbaarheidsgraad van 60%." Voor de Chinook noemt hij een huidige inzetbaarheid van 45%, bij de Cougar 47% en bij de Apache-gevechtshelikopter 50%. "De inzetbaarheid bij uitzendingen in Bosnië, Eritrea en Djibouti is altijd 90 tot 100% geweest."
Voor inzet in Macedonië, bij de sinds twee weken door Nederland geleide NAVO-operatie, werd de luchtmacht om transporthelikopters gevraagd. Die waren vooreerst niet beschikbaar. De inspecteur-generaal van de krijgsmacht, luchtmachtgeneraal C. de Veer, zegt zich van de zorgen rond de inzetbaarheid bewust te zijn en spreekt over een team dat is samengesteld om de oorzaken in kaart te brengen. De opleiding van meer technici is al onderweg, maar vergt nog tijd. Ondertussen worden zo'n 20 specialisten voor onderhoud ingehuurd.