De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
wo 3 juli 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Zomerhoroscoop 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Lance Armstrong: "Dit zou wel eens mijn laatste Tour kunnen zijn"
   
 

SAINT-GALMIER - Zes jaar geleden vocht kankerpatiënt Lance Armstrong tegen de dood. Inmiddels is hij de absolute heerser van de Tour de France. De afgelopen drie jaar was niemand opgewassen tegen de 30-jarige Amerikaan. Ook in de 89e editie van de Ronde van Frankrijk, die zaterdag in het groothertogdom Luxemburg start, is Armstrong de absolute superfavoriet.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 18kb)
Lance Armstrong (Foto: Cor Vos)
In een rustig hoekje van een restaurant roert hij onbevangen door zijn kop decafé. De tijd dat hij een interview als een verhoor beschouwde en met een stopwatch de minuten aftelde, lijkt voorbij. De rust is teruggekeerd in zijn lichaam. De grijns typeert weer zijn gezicht, maar zijn antwoorden blijven vlijmscherp. Typisch Amerikaans. Het liefst neemt hij nu eenmaal geen blad voor de mond. Simpelweg omdat hij eigenlijk over alles een weloverwogen mening heeft. Lance Armstrong: man met een stalen gelaat, die eigenlijk een veel kleiner hart heeft dan hij de buitenwereld wil laten zien.

In de winter vierde je in Austin dat je vijf jaar kankervrij bent. Vijf jaar, de verjaardag waarvan gezegd wordt dat je dan die vreselijke ziekte definitief overwonnen hebt. Het werd een zeer ontroerende bijeenkomst, waarbij je je emoties de vrije loop liet. Heb je nu zelf het gevoel dat je de kanker hebt overwonnen?

"Er zijn vele momenten geweest dat ik vreesde dat de ziekte terugkwam. Vooral de eerste maanden beheerste die angst mijn leven. Ik was er regelmatig van overtuigd dat ik weer kanker had. Wanneer je je niet goed voelt, ziek bent of hoofdpijn hebt, spookt die gedachte door je hoofd. Shit, it's coming back. Die vrees slijt door de jaren heen een beetje weg. Nu heb ik geen angst meer voor kanker. Al respecteer ik de ziekte zeker. Ik realiseer me daarentegen dat die ziekte een true bastard is, die altijd terug kan komen. Met die gedachte leer je leven. Zelfs na vijf jaar heb je geen enkele garantie dat je echt kankervrij bent. Natuurlijk heb ik ook na mijn operaties gevraagd hoe groot mijn kans was om te overleven. De artsen hebben mij meteen aangegeven dat de eerste vijf jaar cruciaal zijn. Vandaar dat die verjaardag afgelopen winter zo emotioneel beladen was."

Een andere emotionele dag was dinsdag 11 september. Heeft de aanslag op de Twin Towers je leven veranderd?

"Ik was die dag in Austin. Samen met mijn zoontje Luke keek ik naar Sesamstraat toen mijn manager Bill Stapleton me belde. "Heb je gezien wat er aan de hand is?" riep hij paniekerig. "Nee, ik ben Pino aan het kijken", grapte ik nog. Toen ik daarna naar CNN keek, schrok ik enorm. De rest van de dag was ik in shock. Amerika was altijd een goed beveiligd land. Natuurlijk wist je dat steden als New York, Los Angeles en Washington DC doelen voor terroristische aanslagen konden zijn. Op vele andere plaatsen had je vóór 11 september daarentegen nooit het gevoel dat je iets kon overkomen. Ook mijn woonplaats Austin was zo'n vredige stad. Dat is na die aanslagen veranderd. Niemand in de VS, waar dan ook, zal nu zeggen dat hij zich honderd procent veilig voelt."

Tien dagen na de aanslag heb je Ground Zero bezocht. Was dat geen vreemde gewaarwording?

"Ik voelde me heel klein toen ik de totale vernietiging van de Twin Towers zag. Het eerste dat me raakte, was de verschrikkelijke stank. Daarna heb ik enkele brandweerkazernes bezocht. Op een plek hadden ze een crew van twaalf personen verloren. De verslagenheid die daar heerste, heeft diepe indruk op me gemaakt. Overal lagen bloemen en op de trucks hadden ze de namen van de omgekomen collegae geschilderd. De verbondenheid was enorm. In New York City vervult de brandweer een hele andere rol dan waar ook ter wereld. De kazernes liggen niet buiten de stad, maar middenin de woonwijken. De brandweerlieden zijn er ware helden. Het heeft me gesterkt te zien hoe die mensen elkaar in die zwarte periode hielpen."

Is het niet vreemd dat de persoon Lance Armstrong hen in die dagen steun kan geven door de kazernes te bezoeken?

"We hadden tegen niemand gezegd dat we zouden komen. Een dag eerder was Muhammad Ali er. Hij had zijn bezoek aangekondigd en maakte er een grote show van. Ik wilde Ground Zero in alle rust bezoeken. Rustig met die mensen praten. Op sommige plekken herkende niemand me. Who the hell are you? Anderen waardeerden mijn bezoek. Ik heb er zelf een goed gevoel aan overgehouden. Maar jeetje, ik kan nu nog steeds moeilijk bevatten welke ellende daar is aangericht."

Dit toont de emotionele persoon die in de mens Armstrong schuilt. De wielrenner Armstrong staat vooral bekend vanwege zijn stalen gelaat. Of is dat slechts een masker?

"Gedurende een wedstrijd is het tactisch gezien juist belangrijk dat je je emoties uitschakelt. Dan is het soms noodzakelijk dat je een masker opzet. Op sommige momenten heb ik die emoties zeker. Toen ik vorig jaar op Alpe d'Huez over de finishlijn reed, gaf dat een explosie van vreugde. In de sport ben ik misschien iets terughoudend. Ik ben nu eenmaal geen showman. Ik ga niet gek doen op een podium. Mijn show voer ik op de pedalen uit. De wedstrijd is het enige waar ik in geïnteresseerd ben. De rest hoeft voor mij allemaal niet."

De afgelopen drie jaar ben je in de Tour steeds geconfronteerd met een media-aanval over dopingbeschuldigingen. In 1999 kwam er een verhaal over het gebruik van corticoïden. Een jaar later verschenen er stukken over de toediening van kalverbloed en vond een Frans tv-station verdachte producten in jullie hotel. In 2001 onthulde de Sunday Times dat je wordt begeleid door de omstreden biochemicus Michele Ferrari. Ben je bang voor een nieuwe aanval in de komende Tour?

"Angst heb ik daar zeker niet voor, maar ik realiseer me nu wel dat het krachten kost. In Pau was vorig jaar de rustdag, maar voor mij werd de persconferentie een gevecht. Een confrontatie, een duel van man tegen man. Achteraf merkte ik dat het me had uitgeput. Ik zag welke spelletjes er werden gespeeld. I'm not a fool. David Walsh (journalist van Sunday Times, RK) had vier à vijf andere verslaggevers voor zijn karretje gespannen. Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe ze elkaar signalen gaven en me vanuit alle zijden probeerden aan te vallen. Ik was zo boos. Walsh is de ergste journalist die ik ken. Er zijn reporters die willen liegen, mensen bedriegen en bestelen om mij onderuit te halen. Ethiek, normen en waarden, correctheid; het interesseert hen niets."

Ben je niet verbaasd dat jij steeds de schietschijf bent?

"Nee, dat heeft me eigenlijk nooit verwonderd. Mijn eerste Tour de France won ik in 1999. Een jaar nadat alle dopingaffaires in de Tour plaatsvonden. Het was logisch dat ik op dat moment allerlei vragen kreeg voorgelegd. Daarnaast was ik een renner die van een ernstige ziekte genezen was en terug kon keren aan de top. Ineens was ik een ronderenner. Gedurende de jaren ben ik echter fysiek veranderd en na alles wat er gebeurd is, kan ik me mentaal beter inleven in zo'n grote ronde. Ik sta open voor veel vragen. Maar ik verlang wel dat de mensen weten waar ze over praten. Can you tell us how doped Michele Ferrari is? Stel dat soort trendy vragen niet. Bestudeer eerst de zaak. Op hetzelfde moment dat mensen mij insinuerend polsen, hoe het mogelijk is dat ik ineens een klassementsrenner ben geworden, denk ik wel eens, hoe kan het toch dat men verzuimt aan voormalige ronderenners te vragen waarom zij ineens niets meer presteren. Zij hebben jarenlang in de top van de Tour gepresteerd, rijden nog steeds in het peloton rond en zetten geen resultaat meer neer. Het verwondert me dat ik daarover geen enkel verhaal lees."

Je verklaarde vorig jaar dat je met Michele Ferrari omging omdat je het werelduurrecord wilde aanvallen.Gebruikte je het werelduurrecord als een excuus?

"Het werelduurrecord spookt nog steeds door mijn hoofd. Maar je hebt tegenwoordig twee uurrecords. Het conventionele en het moderne. Ik hou ervan om met de allernieuwste aërodynamische fiets de grenzen te verleggen. Dat intrigeert me. Wielrennen zou wat dat betreft meer naar de Formule 1 moeten kijken. Voordat ik stop, zal ik dit record zeker nog aanvallen. Misschien heeft dat uurrecord niet meer zo'n grote waarde, maar ik vind het een uitdaging. Alleen is het moeilijk om een aanvalspoging in mijn programma in te lassen. Wielrennen is zo'n specifieke sport geworden. Vóór de Tour is het onmogelijk om dit record met zijn specifieke voorbereiding aan te vallen en na de Tour ben je geestelijk uitgeput."

In de wielersport kun je nergens meer ongestoord rondlopen. Mis je dat niet?

"Ik weet dat ik nu tot vlak voor de start in de bus moet blijven en zelden meer een praatje kan maken. Op het einde van de dag ben ik echter gelukkiger dan ooit. Ik heb een grandioze carrière, een geweldig team, een fantastische familie en ben gezond. Ik heb nu de ideale balans gevonden. Als jonge prof, toen ik nog grappenmakend door de wielerwereld liep, was ik ook gelukkig. Nu zit ik echter in een andere fase van mijn leven. Ik heb een lieve vrouw en prachtige kinderen. Zo heb ik een ander niveau van geluk gevonden."

Je behoort nu tot de jetset van de Verenigde Staten. Reist met een privé-vliegtuig en bent bevriend met de machtigste mensen van het land. Kun je je dat realiseren?

"Eigenlijk niet. Ik probeer met beide voeten op de grond te blijven staan en realiseer me dat ik extreem veel geluk heb gehad. Het enige waar ik mijn aandacht op moet richten, is het geluk van mijn familie. Ik hoef geen persoonlijke relatie met de president te onderhouden. Ik kan dit leven goed relativeren. Een zanger en een filmacteur staan hun hele leven op het podium. Ik ben een sportman en heb slechts een beperkte carrière. Dit zijn mijn dagen. Over een paar jaar sta ik niet meer in de spotlights. Dan is het afgelopen. Ik sta nu niet te popelen om in bepaalde gezelschappen gezien te worden. Toen ik in 1991 na het WK in Oslo werd uitgenodigd bij de Noorse koning, ging ik daar alleen heen als mijn moeder mee mocht. Die keuze zou ik nu nog steeds maken. Absolutely! De mensen die belangrijk voor me zijn, krijgen steeds voorrang."

Je leeft maandenlang geobsedeerd als een monnik naar de Tour de France toe. Dag in, dag uit die obsessie voor één wedstrijd. Na alles wat jij in je leven hebt meegemaakt, hoelang kun je dat nog volhouden?

"Ik weet het echt niet. Dit zou wel eens mijn laatste Tour kunnen zijn. Het belangrijkste is dat ik de Tour nog steeds als een uitdaging zie. Ik moet de temperatuur warm houden. Hoeveel strijd wil ik nog leveren, hoelang kan ik nog van huis blijven. Hoelang heb ik deze wereld nog nodig? Die vragen stel ik me regelmatig. Zo'n persconferentie als in Pau. Om zoiets sta ik niet te springen. Dat heb ik niet nodig. Ik heb echter nog de passie om op de fiets een ster te zijn. Ieder jaar, na iedere Tour zal ik nu die evaluatie maken. Het zal niet enkel een Lance-beslissing zijn. Nee, ook mijn gezin, mijn ploeg en de mensen om me heen beslissen daarover. Ik merk wel dat het steeds moeilijker wordt om van huis weg te gaan."

Je bent van enorme betekenis voor de wielersport. Blijf jij in deze wereld een rol vervullen nadat je gestopt bent?

"Ik denk dat je me weinig zal zien na mijn carrière. Wielrennen betekent heel veel in mijn leven. Ik zie de sport graag op televisie. Gedurende de Giro d'Italia heb ik mijn trainingstijden zo aangepast dat ik 's middags de ritten kon zien. Over 20 jaar zal ik hetzelfde doen. Maar ik hoef niet meer zo nodig in het wereldje rond te lopen. Als mijn zoon Luke de Tour van dichtbij wil zien, dan zal ik wel met hem meegaan. Ik heb dankzij het wielrennen veel gekregen. Ik hoop dat ik de sport zelf ook genoeg heb teruggegeven met mijn energie, mijn passie en mijn aanvallende manier van rijden. Ik hoef voor de kost na mijn carrière geen ploeg meer op te zetten of tv-commentaar te geven. Mijn tijd is dan voorbij. It's over. Ik wil me dan helemaal op mijn gezin richten."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


wo 3 juli 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.