door Pieter van der Sloot MOSKOU - Men kan van Russische luchtvaartmaatschappijen als Aeroflot zeggen wat men wil, maar in ieder geval proberen ze al jarenlang om aansluiting te zoeken met de rest van de wereld. Wie bijvoorbeeld vliegt van Moskou naar Irkoetsk, zal na de verwelkoming in het Russisch immers horen: "Zjand nau a messes for auw forin passasers." Wat zegt u? "And now a message for our foreign passengers" (En nu een boodschap voor onze buitenlandse passagiers) natuurlijk.
|
(Foto: AP)
|
Maar wat er daarna verder aan goedbedoeld Engels gebrabbel uit de Sovjet-luidsprekers ruist, valt vaak nauwelijks te ontcijferen. Zodat de veiligheidsinstructies door lang niet iedereen aan boord worden begrepen.
Vliegen door het gigantische luchtruim van de voormalige Sovjet-Unie is nog steeds een twijfelachtig genoegen, waarbij er veel van de passagier zijn geduld en fysieke uithoudingsvermogen wordt gevergd. Zeker wanneer men binnenlands vliegt met een zogeheten 'babyflot', de meer dan 100 vaak piepkleine vliegmaatschappijen die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ontstonden.
De internationale vluchten - waarop met name Aeroflot zich concentreert - zijn al aanmerkelijk beter, al is de organisatie op de grond vaak een warboel. De 57 passagiers, onder wie 44 kinderen, die maandagavond boven Zuid-Duitsland in een Toepolev-154 van Bashkiri Avilinia (BAL) op elf kilometer hoogte tegen een Boeing 757 opbotsten, hadden meer dan een dag op een Moskous vliegveld gewacht, nadat ze hun aansluiting hadden gemist. Uiteindelijk stapten ze in de haastig gecharterde ramp-Toepolev richting Barcelona van de wel zeer obscure 'babyflot' BAL.
Onmiddellijk klonken gisteren de (bijna gebruikelijke) alarmbellen als zouden Russische vliegtuigen zwevende doodskisten zijn. Maar feitelijk is dat een vertekening van de werkelijkheid. De productie van Toepolevs mag dan zijn gestopt, statistisch gezien zijn deze werkpaarden van de voormalige Sovjet-vloot niet onveiliger dan bijvoorbeeld de Boeing 727. Hoe komt het dan dat onze indruk anders is?
Wellicht omdat Russische luchtrampen altijd omgeven zijn met het odium van geheimzinnigheid en vooral knulligheid. Acht jaar geleden stortte een groot passagiersvliegtuig in Siberië neer, omdat de gezagvoerder zijn zoontje had laten spelen met de stuurknuppel. In oktober vorig jaar verongelukten de 76 inzittenden van een Toepolev-154 boven de Zwarte Zee, nadat het vliegtuig was geraakt door een Oekraïense luchtafweerraket.
Ditmaal zou de Tu-154 boven Duitsland veel te hoog hebben gevlogen, omdat daar de luchtweerstand minder is en zodoende dus kerosine kan worden bespaard. Maar vermoedelijk was tevens de talenkennis van de piloot onvoldoende om de instructies in het Engels om lager te vliegen meteen te kunnen begrijpen. In de Toepolev was wél de zogeheten TCAS aanwezig, een systeem waarmee tot 60 kilometer in de omtrek het luchtruim elektronisch kan worden afgetuurd. Het Traffic Alert and Collision Avoidance-Systeem is sinds januari 2000 verplicht in alle grote vliegtuigen boven het Europese luchtruim.
De Russen van hun kant legden gisteravond de schuld van het ongeluk bij de Zwitserse verkeersleiding.