AMSTERDAM - Een protestpartij die vlak voor de verkiezingen van start gaat, waarvan de charismatische en allesbepalende leider wordt vermoord, die op een tweede plaats eindigt met een aanzienlijke fractie en die vervolgens ook nog is geroepen deel te nemen aan de regering: dat is vragen om moeilijkheden. Het zou, anders gezegd, een wonder zijn als er geen problemen bij de LPF waren uitgebroken.
De partij mist een inspirerende voorman. Herben is daarvoor te braaf. Er is geen partijorganisatie met regels voor het oplossen van conflicten en met mensen die elkaar goed kennen. Er ontbreekt als bindmiddel een gemeenschappelijke geschiedenis en een gemeenschappelijke ideologie. Ze zit vol met goedbedoelende lieden, maar ook met veel hele en halve gekken en ongerichte projectielen, uit op het eigenbelang.
De partij ontbeert een verkiezingsprogramma waarop de politieke top is af te rekenen. Er is nooit goed uitgesproken of de protestpartij een populistische outsider moet blijven die zich ver van de traditionele politiek houdt, of dat ze een insider moet worden die constructief meewerkt in regering en parlement. Het verleden geeft geen raad. Fortuyn heeft zich daarover nooit duidelijk uitgesproken. Hij stelde zich tegenover de politieke klasse waarvan hij zijn hele leven wel deel wilde uitmaken.
Platvloers
Dit alles verklaart de zorgelijke chaos rond de LPF. Een zittend bestuur van twee leden die vooral zijn opgevallen door platvloerse en emotionele uitbarstingen ("de kogel komt van links") en gebrek aan organisatievermogen, kwam lijnrecht tegenover de meer zakelijk ingestelde fractie te staan die er iets van wil maken èn tegenover een even zakelijk interim-bestuur, dat door het duo was aangewezen om het dat mandaat vervolgens weer af te nemen.
Tegelijkertijd ageerde een deel van de achterban op internet tegen de in hun ogen te slappe LPF-fractie. Maar wie daarachter steekt, om hoeveel mensen dat gaat en wat ze willen, is onduidelijk. Hetzelfde geldt voor de club van regio-coördinatoren. Morgen is er een partijbijeenkomst waarvan niemand weet welke rol die heeft. Evenmin is duidelijk wie daar met welk mandaat aanwezig is en kan stemmen. Heeft die bijeenkomst het laatste woord over kabinetsdeelname of is dat aan de fractie?
Intussen stond de politieke voorman van de partij, Mat Herben, onder druk met verhalen over zijn sollicitatie bij Leefbaar Nederland waar hij het drugsgebruik van Fortuyn te berde zou hebben gebracht en waar hij opzichtig bezig was de JSF als opvolger van de F16 te promoten. Zijn reactie daarop was weinig evenwichtig. Herbens tweede man Hoogendijk en anderen dreigden met de fractie uit de partij te stappen als ze in de crisis over het bestuur hun zin niet zouden krijgen.
Staatsrechtelijk kan dat. Kamerzetels vallen toe aan personen, niet aan partijen. Maar uit democratisch oogpunt is het een monstrum als door een partij voorgestelde kandidaten in de Kamer blijven als ze uit hun partij treden. Herben heeft dat dreigement weer ingeslikt. Intussen laat Jimmy Jansen van Raay niet na zichzelf, de LPF en het parlement om de dag belachelijk te maken met onbesuisde opmerkingen; een vreemde vorm van politieke vernieuwing.
Een partij starten en daarmee veel kiezers op sleeptouw nemen is één ding, maar van zo'n partij ook nog een succes te maken is iets geheel anders. Voor de stabiliteit van het landsbestuur belooft het gedoe bij de LPF niet veel goeds. Niet voor niets maken CDA en VVD zich ernstige zorgen, ook al doen ze daar publiekelijk vrij laconiek over. Het was wel ontactisch dat ze gewoon dooronderhandelden toen Herben er vanwege de bestuurscrisis niet bij was. Maar het geeft de verhoudingen wel aan.
Zorgenkind
Veel hangt nu af van de ministerskandidaten van de LPF. Meer nog dan de fractie hebben zij het lot van de partij in handen. Maar die fractie kan later nog een zorgenkind worden, ook al heeft ze zich tot heden door de bank genomen behoorlijk eendrachtig opgesteld. Maar als na de zomer het echte werk begint, moet blijken of de leden zich als een eenheid blijven manifesteren of dat een ieder een andere kant opvliegt.
Dan moet duidelijk worden hoe de LPF een weg weet te vinden tussen enerzijds het ingekapseld worden door CDA en VVD, wat de achterban op den duur niet pikt, en anderzijds het haar eigen gang gaan, wat grote problemen kan opleveren met de coalitiepartners. Dat vereist een diplomatiek spel waar de onervarenheid van de nieuwe groep niet borg voor staat.
De LPF is niet het enige risico voor de stabiliteit en de zittingsduur van de nieuwe coalitie, maar het wel het grootste. Lukt het de nieuwe ploeg en de deelnemende partijen om onder financieel moeilijke omstandigheden de wellicht te hoge verwachtingen van de kiezers waar te maken? De Statenverkiezingen volgend jaar worden cruciaal.
Zalm moet leren een politiek leider te zijn. Hij was een succesvolle en politiek behendige minister van Financiën. Hij heeft vanuit die optiek bij de formatie effectief onderhandeld. Maar voor zijn nieuwe rol moet hij veel breder worden. Dat moet hij nog leren. Het is van groot belang wie zijn tweede man wordt.
Maar ook Balkenende zelf is vanwege zijn bestuurlijke onervarenheid een risico. Hoe gaat hij van zijn ploeg een eenheid maken, hoe gaat hij haar enthousiasmeren en hoe gaat hij de politieke agenda afwerken? Wat voor premier wordt hij? Een bemoeial als Lubbers, ideologisch bevlogen als Den Uyl, wat afstandelijk en soms beslist als Kok of achteroverleunend als Van Agt?
Niemand weet het. En Balkenende zelf mogelijk ook niet.